Guidance modelbeoordeling voor Nederland

06-06-2016 11:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 07 juni 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 06 juni 2016 om 12.41 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een klein hogedrukgebied ligt vrijwel stationair net ten oosten van de
Engelse oostkust. Boven Frankrijk/Zuid-Duitsland bevindt zich een vlak
(thermisch) laag. Hierdoor is de stroming noord tot noordoost. Een N-Z
georiënteerde vore boven West-Duitsland trekt langzaam naar ons land en
kantelt wat waardoor de oriëntatie meer NO-ZW wordt. De vore komt
vervolgens morgenmiddag boven ons land te liggen. In de bovenlucht is
een hoogterug aanwezig. Dinsdag overdag vlakt de hoogterug af en nadert
vanuit het zuidwesten een zwakke kortgolvige hoogtetrog, hierdoor wordt
de bovenstroming wat minder anticyclonaal, maar overtuigend cyclonaal
wordt deze niet. In de grenslaag is er weinig stroming met in de nacht
een stabiele opbouw en overdag wordt door instraling de opbouw weer
(diep) onstabiel.

MODELBEOORDELING:
Aandachtsgebieden zijn de convectie en de grenslaagperikelen. Qua
convectie zien we wel wat positieverschillen, maar het beeld is redelijk
eenduidig. Morgen moet de convectie vooral rond de convergentiezone in
de vore plaatsvinden. De exacte positie van de vore blijft wat onzeker,
al zijn de verschillen vooralsnog niet heel groot. Hirlam en EC lijken
de vore wat verder naar het westen te hebben morgenmiddag. Verder lijken
de laatste runs (06Z) iets minder wild met de convectie. Overigens is
het oppassen voor stratusvelden die actueel voorkomen en niet in de
modeluitvoer zitten. Dit zorgt ervoor dat de temperatuur minder snel
oploopt dan het model wil. In de merged timeseries zien we dit voor
bijvoorbeeld Twente. Dit kan ervoor zorgen dat convectie pas later op
gang komt of in het uiterst geval niet optreedt.
Qat betreft de grenslaag hebben de modellen nog steeds moeite de
ST-velden op de Noordzee te beschrijven. De laatste runs gaan wat beter.
Hirlam laat als enige weer stratus vanaf de Noordzee vannacht advectief
het land op lopen. Dat scenario lijkt realistisch.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Bij de pulsestorms geen uitwisseling van impuls. Windstoot zou
veroorzaakt moeten worden door een downdraft (proces is precipitation
loading). De Harmonie varianten geven indicatief circa 35 kn aan voor
zowel vandaag als morgen. Vandaag en ook dinsdag langs de westkust een
windcomponent van zee (NW) Verder geen seinen doordat de
luchtdrukgradient boven onze omgeving gering is.

BEWOLKING:
Boven het noorden van de FIR komt een groot ST-veld voor, boven de
Duitse Bocht en vanochtend ook boven land ook mist. Op het zuiden van de
Noordzee is de stratus grotendeels opgelost door een combinatie van
menging, subsidentie en een beetje dagelijkse gang. Vanavond moet
advectief de ST vanaf de Noordzee weer het land op komen, vannacht zakt
die mogelijk tot net wel of niet aan dek, net zoals afgelopen nacht. De
laatste ST was boven land om 12:00 lt weggebrand. Dat geeft een
indicatie voor morgen.
Verder bij de convectie over het algemeen geïsoleerde CB's, toppen rond
FL400. Morgen wat meer geclusterde CB's door de convergentiezone in de
vore.

NEERSLAG:
Convectiemodus zowel vandaag als morgen pulse storms. Hoge CAPE en
weinig windschering (~ 10 kn effectief). Het verschil tussen vandaag en
morgen is 1) iets meer CAPE en ook in een groter gebied (vandaag ~ 1500,
morgen ~ 2500 J/Kg, vandaag in het oosten/zuidoosten en morgen in een
groter deel van het land), 2) een forcering aan de grond (morgen komt de
vore boven ons land te liggen) en 3) iets minder anticyclonaliteit op
hoogte morgen, al zie je daar in de vorticiteitsadvectievelden niet veel
van terug. In het noordwesten zien we duidelijk minder hoge CAPE-waarden
overigens. Morgen lijken de pulse storms dus op meer plaatsen voor te
kunnen komen en gezien de onstabiliteit ook nog wat heftiger te kunnen
zijn. Qua intensiteit zie je daar in de modeluitvoer
(neerslagintensiteit, hagel) echter niet veel van terug. Pwater
onverminderd hoog met waarden tot 40 mm. Fenomenen als wateroverlast en
grote hagel lijken dus (lokaal) waarschijnlijk.

ZICHT:
Overal goed, mogelijk nevelig onder het ST-dek. Vannacht kan er wat
grondmist ontstaan en mogelijk zakt de eventuele ST in het noorden tot
aan dek.

TEMPERATUUR:
Zomerse waarden, vooral langs de noordkust echter aanmerkelijk frisser
door wind van zee. In de middag ook elders langs de kust door zeewind.
Tconvectie ligt rond een graad of 26. Aandachtspunt is de eventuele
aanwezigheid van ST boven land en het oplossen ervan. Dit zorgt actueel
in Twente voor achterblijvende temperaturen, de vraag is dan of je de
convectietemperatuur haalt.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI