Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 09 juni 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 08 juni 2018 om 05.09 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een vlak thermisch lagedrukgebied ligt momenteel (04 UTC) net ten oosten
van ons land en blijft daar gedurende de hele periode nagenoeg
stationair liggen. De bijbehorende vore blijft daardoor eveneens de hele
periode het oosten van het land schampen, al verandert deze door de
dagelijkse gang wel continu van (de exacte) plaats. In de bovenlucht
blijft ons aandachtsgebied over het algemeen onder invloed van een
uitgestrekte rug. De as ligt actueel boven het noorden en schuift
noordwaarts weg. Boven de zuidelijke helft is stroming minder
anticyclonaal of zelfs heel licht cyclonaal en vandaag overdag zal dat
overal in ons aandachtsgebied het geval zijn. In de loop van de avond en
vannacht wordt de stroming weer meer anticyclonaal, morgen overdag
geleidelijk licht cyclonaal. Bovendien komt er vannacht en vandaag
overdag aan de westflank van het thermische laag in de onderste niveaus
wat warmte-advectie op gang. Het geleidelijk minder anticyclonaal
wordende hoogtepatroon en deze warmte-advectie kunnen vooral vanochtend
maar ook overdag grootschalig voor enige optilling zorgen. Ook morgen
kunnen beide processen nog/weer een rol spelen.

MODELBEOORDELING:
Actueel zien we duidelijke verschillen in de grenslaag; H36 is het enige
model dat momenteel de strook met stratus en mist boven de Noordzee en
het westen en noordwesten goed weer lijkt te geven. In H40 en HAP1 ligt
deze strook te oostelijk en alleen nog boven het noordelijk kustgebied
met nog een ander veld boven het uiterste westen van de FIR. HIR volgt
nu meer H36, zij het met een verbrokkeld beeld. Voorlopig lijken we H36
het beste te kunnen aanhouden wat dat betreft. In alle modellen zien we
de stratus en mist gedurende de ochtend zowel boven land (als gevolg van
dagelijks gang) als buitengaats boven zee oplossen (toenemende menging
met droge laag), dit lijkt realistisch. In alle modellen blijft de
stratus (en mogelijk mist) gedurende de rest van de periode wel boven
het (uiterste) westen van de FIR aanwezig. In H36 en HIR bereikt deze
morgenochtend vroeg lokaal opnieuw de westkust, dit lijkt niet
onmogelijk. Verder blijft de neerslag een belangrijk aandachtspunt. De
gebieden met buiige regen (overblijfselen van buien in combinatie met
opglijding) actueel boven de zuidelijke helft worden nagenoeg alleen
opgepikt door HIR en EC, welke daarvoor vanochtend het beste gevolgd
kunnen worden. De neerslagactiviteit zou er in de loop van de ochtend
uit moeten gaan. Voor vanmiddag komen alle modellen nu eigenlijk alleen
nog maar met convectie vanaf de grond boven West-Duitsland, in HIR en EC
ook nog net in het uiterste oosten van ons land. In de rest van het land
lijkt het gewoonweg niet warm genoeg meer te worden als gevolg van de
door de middelbare bewolking beperkte instraling. Daarnaast ontbreekt
elders ook de benodigde convergentie. Later vanavond en vannacht komen
EC en HIR opnieuw als enige met buienrestanten verspreid boven het land
en dit lijkt realistisch. Morgenmiddag en avond een convectief beeld
vergelijkbaar met vanmiddag/vanavond, waarbij de Harmonies opnieuw de
buien buiten onze landsgrenzen laten ontstaan.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Bij convectie vanmiddag/vanavond en morgen overdag kans op windstoten.
Het gewicht van de neerslag is de belangrijkste factor, in combinatie
met enige verdamping, typische waarden in een daalstroom 25-30 kn
(uitstaand), mogelijk 35 kn, overeenkomend met het beeld in de
Harmonies.

BEWOLKING:
Stratus in een band boven de Noordzee en het westen en noordwesten van
het land, in de loop van de ochtend oplossend, het eerst boven land. In
het (uiterste) westen van de FIR gedurende de hele periode hardnekkig
aanwezig blijvend. Morgenochtend dus mogelijk opnieuw binnenlopende
stratus vanaf zee in het westelijk kustgebied, aandachtspunt. Zie ook de
modelbeoordeling. Boven de zuidelijke helft van het land en het zuiden
van de FIR vanochtend en in mindere mate vanmiddag middelbare (en hoge)
bewolking (buienrestanten + enige warmte-advectie) met ingebedde Cb's
met toppen actueel tot rond FL250, bij convectie vanmiddag/vanavond en
morgen overdag CB's vanaf de grond tot rond FL400.

NEERSLAG:
Zie de modelbeoordeling. Bij de buiige regen vanochtend in de zuidelijke
helft is er vanaf middelbaar niveau nog rond de 500 J/kg aan CAPE
beschikbaar, onweer lijkt dan ook niet helemaal uitgesloten. In de loop
van de ochtend wordt het op de meeste plaatsen droog. Vanmiddag op de
dagelijkse gang toenemende CAPE-waarden tot 1500-2000 J/kg in het
zuidoosten, elders in het land verwaarloosbaar. Bij een schering van
10-15 kn zal dit resulteren in overwegend pulse bui, soms mogelijk even
geclusterd. Morgen overdag vergelijkbare waarden in een groter deel van
het land, met uitzondering van het (noord)westen. Bij deze buien een
grote kans op onweer, de kans op hagel (tot 2 cm) en plaatselijk veel
neerslag in korte tijd (orde 10-30 mm) lijken nu toch een stuk kleiner.


ZICHT:
Mist en nevel onder de stratus boven de Noordzee en het westen en
noordwesten van het land, in de loop van de ochtend oplossend, het eerst
boven land. Afgelopen nacht is elders in het land ook op uitgebreide
schaal nevel ontstaan die eveneens in de loop van de ochtend zal gaan
verdwijnen, het eerst in het noorden. In de loop van de nacht verder
landinwaarts opnieuw kans op nevel/mistbanken en aan de westkust
mogelijk opnieuw kans op het binnenlopen van mist vanaf zee.

TEMPERATUUR:
Door verminderde instraling als gevolg van de velden middelbare
bewolking blijven de temperaturen ten opzichte van de vorige dagen toch
enigszins achter. Als gevolg van de verschillen in de bedenkingsgraad in
de modellen zijn er ook grote verschillen in de maximumtemperaturen. We
gaan voorlopig uit van 22 graden in het noordwesten tot 27 graden verder
landinwaarts. Morgen is er meer zon en liggen de Tx landinwaarts enkele
graden hoger.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI