Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 03 juni 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 02 juni 2018 om 23.27 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hogedrukgebied ten zuiden van IJsland krijgt geleidelijk een
uitloper boven de Britse Eilanden en België. Deze uitloper beweegt
noordoostwaarts en ligt vanmiddag boven ons land. Hierdoor draait de
stroming in de onderste niveaus naar noordelijke richtingen. Een zwak
O-W georiënteerd koufront bereikt maandagochtend het uiterste noorden
van het luchtruim, trekt zuidwaarts en ligt maandagavond boven het
noorden van het land.

MODELBEOORDELING:
Belangrijkste aandachtspunt is de grenslaagbewolking. Harmonie is een
aardige leidraad, waarbij de werkelijkheid het meeste op Harmonie40
lijkt. In de opklaringsgebieden in het zuiden ontstaan mistbanken,
terwijl met name het noordwesten mist en stratus vanaf zee krijgt.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Maandagmiddag/avond 7 Bft in de noordelijkste Noordzeedistricten.

BEWOLKING:
Op de Noordzee op velden met stratus die momenteel ook over het westen
en noordwesten van het land liggen, boven land met een hogere basis.
Verder boven land Sc. Vannacht drijft de stratus/mist weer verder het
land in. Overdag boven land stratus die geleidelijk optrekt en overgaat
in Cu. Zeer lokaal kan er nog een TCu tot ontwikkeling komen, toppen dan
tot maximaal FL100. De stranden langs de westkust en het noordelijk
kustgebied blijven waarschijnlijk te maken houden met stratus/mist van
zee, met name vanaf de tweede helft van de middag kan er aan de westkust
mist vanaf zee binnendrijven. Later vanavond en in de nacht naar maandag
breidt de de stratus/mist zich van het noordwesten uit over het land.
Ten noorden van het koufront verbeteren de condities. Harmonie40 en EC
doen dit al voor koufrontpassage uit, blijkbaar wordt onderin net iets
drogere lucht aangevoerd. Na passage blijft er waarschijnlijk boven zee
wel lage Sc over, vanwege een lage subsidentie-inversie rond 2000 voet.

NEERSLAG:
Lokaal is de bewolking nog dik genoeg om wat coalescentieneerslag te
produceren. Vanmiddag boven land een zwak buiensignaal boven land, veel
meer dan een lichte regenbui uit een TCu kan het volgens de progtemps
niet worden. Het koufront is niet actief in de modellen, de bewolking
lijkt er ook te dun om voor regen te kunnen zorgen.

ZICHT:
Boven zee lokaal nevel of mist, evenals boven het Waddengebied. In de
opklaringen stralingsmist(banken). Overdag boven land op de meeste
plaatsen geleidelijk goede zichten. De stranden langs de westkust en het
noordelijk kustgebied blijven gevoelig voor nevel of mist van zee, de
westkust vooral vanaf de tweede helft van de middag. In de nacht naar
maandag in de opklaringen aan de zuidrand van de St die het land optrekt
in de noordelijke aanvoer wederom stralingsmist.

TEMPERATUUR:
Het valt op dat Hirlam in het zuidoosten weer een stuk warmer is dan de
overige modellen. Het dauwpunt ligt juist lager, er verdampt dus minder.
Dit zien we ineens sinds 1 juni. HIRLAM heeft een hard-gecodeerde
jaarlijkse gang in vegetatie-index en leaf-area index, afhankelijk van
het bodemgebruik. Bij een te warm of te koud najaar zal het model daarom
voorlopen (te koud voorjaar) of achterlopen (te warm voorjaar, zoals dit
jaar) bij de werkelijke ontwikkeling. Dit verklaart de te kleine
verdamping.



Paraaf meteoroloog: zwagers
Bron: KNMI