Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 30 mei 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 29 mei 2018 om 04.52 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Tussen hogedrukgebieden boven Noord-Europa en een laag boven
West-Frankrijk staat boven onze omgeving een oostelijke stroming waarmee
warme continentale lucht wordt aangevoerd. Het Franse laag heeft een
thermische vore die reikt van Noord-Frankrijk tot over het zuidwesten
van Duitsland. Deze vore trekt verder noordwaarts en heeft inmiddels het
zuiden bereikt. De aangevoerde lucht blijft warm en wordt nog vochtiger.
Overdag vormt zich vervolgens een duidelijk thermisch laag boven het
zuidoosten van ons land, dat zich gedurende de middag en avond
geleidelijk noord-noordwestwaarts over ons land zal verplaatsen. In de
bovenlucht verandert het patroon ook. Was vannacht (en de afgelopen
dagen) nog sprake van een rug op hoogte die de buienvorming grotendeels
tegen moet houden, morgen overdag wordt de stroming geleidelijk
cyclonaal en komen we uiteindelijk onder invloed van een bovenluchttrog.
In de nacht naar woensdag en woensdag overdag trekt het laag geleidelijk
naar de Noordzee en wordt de stroming zuidelijk. In de bovenlucht blijft
de stroming cyclonaal.

MODELBEOORDELING:
Wat betreft de synoptische beschrijving van hierboven lopen de modellen
niet heel veel uiteen. Voor de gehele aandachtsperiode liggen de
verschillen duidelijk in de locatie en timing van de ontwikkeling van de
onweersbuien. Vanaf halverwege de middag tot en met de avond in alle
modellen een duidelijk sterk convectief neerslagsignaal, waarbij de
locaties en timing dus nog wel sterk verschillen en de modellen een heel
chaotisch neerslagbeeld geven. Duidelijk is wel dat er zware
onweersbuien gaan ontstaan; de aangevoerde lucht wordt vochtiger en
blijft onverminderd warm en zowel onderin (convergentie) als in de
bovenlucht (PVA) werken de omstandigheden mee. In de nacht naar woensdag
een duidelijk afnemend signaal en woensdag overdag in alle modellen
geleidelijk weer een oplevende buienactiviteit. Aandachtspunt is dan het
noorden/noordoosten, waar hoge Cape en shear dan samenvallen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Buitengaats 6 Bft vanaf einde van de ochtend, de modellen komen
overwegend met een dikke 5 Bft en een 6 Bft lijkt daardoor net mogelijk.
Aandachtspunt zijn verder vooral de windstoten bij buien.
Vanmiddag/vanavond bij de onweersbuien windstoten 35-40 kn, mogelijk 45
kn. Beide Harmonies komen af en toe ook met hogere windstoten bij betere
organisatie van de buien, H36 momenteel hier en daar boven de 41 kt, H40
zelfs 64 kt, maar dit lijkt niet realistisch. H40 zit telkens erg hoog
met zijn buienwindstoten. De organisatiegraad is zeer beperkt, de wind
in de verticaal ook, dus met name waterloading lijkt dan de grootste
bijdrage te kunnen leveren. NAPE minder omdat de lucht vochtiger is
geworden, impulsuitwisseling is ook gering. We gaan uit van 35-40 kt,
kans 41+ is aanwezig, maar niet groot en niet op grotere schaal

BEWOLKING:
Vorming van Cu die dan doorgroeien tot forse Cb's met toppen tot FL400,
lokaal doorschietend tot FL450. Verder boven het uiterste noordwesten
van de FIR een gebied met stratus en mist. Dit blijft ook een
aandachtspunt voor de rest van de periode. Wanneer het thermische laag
woensdag de Noordzee op trekt nemen de mist/stratus kansen boven zee
sterk toe. Boven land in de nacht naar woensdag ook kans op ST/mist,
daar waar de buien gevallen zijn. Woensdag opnieuw CU en CB's, toppen
dan FL350.

NEERSLAG:
In de ochtend droog. Later in de middag en avond zware onweersbuien. Met
name beide Harmonies geven sterke convectieve signalen. CAPE-waardes
(MU, -entrainment) zijn hoog; op uitgebreide schaal 2000-2500 J/kg. PW
is hoog; 35-40 mm, lokaal 45 mm. Effectieve schering komt niet boven de
15 kn uit, richting het zuidoosten 10 kt. Lijkt vooral te kunnen leiden
tot single cells/pulse storms die als gevolg van de deels aanwezige
dynamische forcering in lijnvorm kunnen clusteren. Kans op zeer lokaal
uursommen van meer dan 50 mm is groot (90% volgens HarmEPS), ook
duidelijk te zien in beide Harmonies. Kans op totale neerslag (zeer
lokaal meer dan 70 mm is ook aanwezig. De treksnelheid is vrij laag, dus
deze accumulaties lijken realistisch. De kans op veel onweer en (grote)
hagel zijn bij deze CAPE-waarden groot. Ordegrootte hagel 2 cm, mogelijk
wat groter. (dit zagen we zondag ook). aangezien de organisatie
ontbreekt. In de nacht naar woensdag en woensdagochtend blijft er rond
1500 J/kg CAPE over, die dan wel alleen maar van middelbaar niveau kan
worden aangesproken. Woensdag overdag ook weer een buienkans, modellen
tonen geisoleerde buien. Mu-Cape dan 1500-2000 J/kg, alleen in het
noorden hoger, schering dan 10-15 kt. Opnieuw singlecel/pulsestorm. In
het noorden/noordoosten PW woensdag opnieuw richting de 40; Cape*shear
daar ook nog richting 50. Modellen tonen losse buien boven land, in het
noorden worden fellere buien berekend in de Harmonies.


ZICHT:
Goed, boven zee lokaal matig/slecht en zelfs mist in het westen van de
FIR. Morgen weer goed zicht, in buien matig tot slecht. In de nacht naar
woensdag opnieuw nevel, mistbanken.

TEMPERATUUR:
Morgen tx 25-29 graden; in het oosten opnieuw lokaal 30°C, later in de
middag sterk beïnvloed door buien. Woensdag een stapje terug 24-28
graden, aan zee nog iets minder warm.



Paraaf meteoroloog: berge
Bron: KNMI