Guidance modelbeoordeling voor Nederland

25-05-2018 03:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 26 mei 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 25 mei 2018 om 04.47 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hogedrukgebied boven Scandinavie houdt in onze omgeving een
overwegend oostelijke stroming in stand, in het noorden is de lucht
onderin vrij droog, in het zuiden juist vochtig. Op de scheidslijn is
een occlusie geanalyseerd. Een (thermisch) laag boven België lijkt
vrijdag wat noordwaarts op te dringen tot over de zuidelijke helft van
ons land. Een hoogtetrog lag om 00 UTC van NW-Frankrijk naar het midden
van Nederland en trekt langzaam verder noordwestwaarts om in de loop van
de ochtend het aandachtsgebied te verlaten. We komen op hoogte in de
loop van de dag vervolgens in een zadelgebied terecht, al blijft de
hoogtestroming boven het westen van het land licht cyclonaal. De
vochtige lucht boven het zuiden breidt zich vrijdag noordwaarts uit,
enkel het noordoosten lijkt in de droge lucht te blijven. Significant is
het opdrogen van de luchtlaag tussen grofweg 4 en 6 km.

MODELBEOORDELING:
De meeste buien zijn het land uit, in het noorden komt nog wat regen of
een licht buitje voor. Gaat mogelijk om uitgedoofde convectie vanuit
Duitsland. Dit levert meteen ook onzekerheid in de hoeveelheid bewolking
op. In het uiterste wordt lokaal mist gerapporteerd. De modellen zijn
het in bovengenoemd beeld aardig eens. Overdag is het niet ondenkbaar
dat het zuidwestelijk kustgebied gevoelig blijft voor mist die met een
aanlandige wind vanaf zee wordt geadvecteerd. Wat betreft de convectie
overdag: onstabiliteit voor een groot deel van het land hoger (orde 1500
J/Kg), maar mogelijk dynamisch tegenwerking van het bovenluchtpatroon.
Convergentie onderin door het thermisch laag/vore en op outflow
boundaries. Lastige factor is de droge laag tussen 4-6 km, mogelijk
beïnvloed dit de convectie negatief. Alle modellen komen wederom met
een buiensignaal. Kan wederom een forse onweersbui zijn. In de avond
gaat de buienactiviteit er uit en op zaterdag volgt een zonnige en warme
dag.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Bij een (zware) onweersbui in een downdraft kleine kans op 25-30 kn (met
name a.g.v. water loading).

BEWOLKING:
Vooral in het zuiden opklaringen, in het noorden SC/AC. Overdag
onzekerheid over de hoeveelheid bewolking a.g.v. middelbare bewolking
(o.a. uitgedoofde convectie vanuit Duitsland). De modellen laten dat
pakket toch vooral over het noordoosten bewegen, in de verwachtingen wat
ruimer genomen.

NEERSLAG:
In het noorden wat regen of een enkele ingebedde bui. Overdag meer
SB-CAPE (orde 1500 J/Kg) maar bovenlucht en droge laag rond 5 km werken
tegen. Inschatting: enkele geïsoleerde pulse storms, modellen hebben
voorkeur voor midden en zuiden (noordoosten lijkt te droge lucht
aanwezig).

ZICHT:
In het uiterste zuiden nevel en lokaal mist. Dit geldt tevens voor de
zuidelijke Noordzee waar de hoge dauwpunten vanaf komende nacht ook
aanwezig zullen zijn. Vanmiddag kan in het zuidwestelijk kustgebied, met
een invallende zeewind component, mist vanaf zee geadvecteerd worden.
Deze zal verder landinwaarts snel oplossen.

TEMPERATUUR:
Temperaturen zowel in de nacht als overdag (sterk) afhankelijk van de
bedekkingsraad van de middelbare bewolking, duidelijk terug te vinden in
de modelvelden. Tx 25-26 C, onder bewolking 20-21. Morgen max 28-29 C.



Paraaf meteoroloog: veeken
Bron: KNMI