Guidance modelbeoordeling voor Nederland

24-05-2018 23:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 25 mei 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 24 mei 2018 om 23.59 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hogedrukgebied boven Scandinavie houdt in onze omgeving een
overwegend oostelijke stroming in stand, in het noorden is de lucht
onderin vrij droog, in het zuiden juist vochtig. Een (thermisch) laag
boven Belgie lijkt vrijdag wat noordwaarts op te dringen tot over de
zuidelijke helft van ons land. Een hoogtetrog lag om 21 UTC van
NW-Frankrijk naar het zuidoosten van Nederland en trekt langzaam verder
noordwestwaarts om in de loop van de ochtend het aandachtsgebied te
verlaten. We komen op hoogte in de loop van de dag vervolgens in een
zadelgebied terecht, al blijft de hoogtestroming boven het westen van
het land licht cyclonaal. De vochtige lucht boven het zuiden breidt zich
vrijdag noordwaarts uit, enkel het noordoosten lijkt in de droge lucht
te blijven. Significant is het opdrogen van de luchtlaag tussen grofweg
4 en 6 km.

MODELBEOORDELING:
Komende nacht een grillig neerslagbeeld in de modellen, gemene deler is
de buiige regen (middelbaar onstabiel) in het midden en noorden. Gaat
mogelijk ook om uitgedoofde convectie vanuit Duitsland. Dit levert
meteen ook onzekerheid in de hoeveelheid bewolking op. Vannacht lijkt
vorming van mist in het uiterste zuiden (weinig wind, vochtige lucht,
neerslag) reëel. In dat opzicht worden Ha36/Ha40 als leidraad genomen,
overdag is het niet ondenkbaar dat het zuidwestelijk kustgebied gevoelig
blijft voor mist (Tzeewater < dauwpunten aangevoerde lucht). Wat betreft
de convectie overdag: onstabiliteit voor een groot deel van het land
hoger (orde 1500 J/Kg), maar mogelijk dynamisch tegenwerking van het
bovenluchtpatroon. Convergentie onderin door het thermisch laag/vore en
op outflow boundaries. Lastige factor is de droge laag tussen 4-6 km,
mogelijk beïnvloed dit de convectie negatief. Alle modellen komen
wederom met een buiensignaal. Kan wederom een forse onweersbui zijn.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Bij een (zware) onweersbui in een downdraft 25-30 kn (met name a.g.v.
water loading).

BEWOLKING:
CB nog over het zuidwesten, zullen het aandachtsgebied snel verlaten. In
de noordelijke helft AC met daarbij aanvankelijk nog een ingebedde CB.
Vannacht geleidelijk meer opklaringen. Overdag onzekerheid over de
hoeveelheid bewolking a.g.v. middelbare bewolking (o.a. uitgedoofde
convectie vanuit Duitsland). De modellen laten dat pakket toch vooral
over het noordoosten bewegen, in de verwachtingen wat ruimer genomen.

NEERSLAG:
Vooral Zeeland nog enkele onweersbuien, in het noorden wat regen of een
enkele ingebedde bui. Overdag meer SB-CAPE (orde 1500 J/Kg) maar
bovenlucht en droge laag rond 5 km werken tegen. Inschatting: enkele
geisoleerde pulse storms, modellen hebben voorkeur voor midden en zuiden
(noordoosten lijkt te droge lucht aanwezig).

ZICHT:
In de loop van de nacht in het uiterste zuiden nevel en kans op mist.
Dit geldt tevens voor de zuidelijke Noordzee waar de hoge dauwpunten
vanaf komende nacht ook aanwezig zullen zijn.

TEMPERATUUR:
Temperaturen zowel in de nacht als overdag (sterk) afhankelijk van de
bedekkingsraad van de middelbare bewolking, duidelijk terug te vinden in
de modelvelden. Tx 25-26 C, onder bewolking 20-21.



Paraaf meteoroloog: veeken
Bron: KNMI