Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 02 juni 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 01 juni 2016 om 16.35 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied boven Duitsland heeft een vore tot over het
zuidoosten van ons land. Deze vore beweegt langzaam zuidwaarts. Het
lagedrukgebied trekt naar het zuidwesten en wordt morgenochtend boven
Luxemburg verwacht. Daar vult het laag verder op waarna er een
langgerekte vore ontstaat van Zuidoost-Europa naar ons land. Warme en
vochtige lucht stroomt de komende periode van het noordoosten uit over
ons aandachtsgebied waarbij de meest onstabiele lucht zich boven het
oosten van ons land bevindt. Een barokliene band boven het westen van de
Noordzee wordt door ST gemarkeerd.

MODELBEOORDELING:
Voor een convectieve situatie is de onzekerheid met betrekking tot
regionalisatie en timing kleiner dan gebruikelijk. De modellen vertonen
al enkele runs hetzelfde beeld. De meeste actieve buien in de vore die
over het zuidoosten ligt en langzaam wegtrekt. Convergentie en
instraling zijn de triggers. Schering is vooral in het zuidoosten
voldoende aanwezig om de ontstane buien in stand te houden. Donderdag is
deze schering minder en daardoor lijken die buien minder georganiseerd
te kunnen worden.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Windveld boven zee staat stevig door met vrijwel overal een 6, in de
zuidelijke regio mogelijk een 7. Morgen
Bij de buien geen indicatie voor zware windstoten. Wind in de verticaal
is relatief gering dus uitwisseling van impuls speelt geen grote rol.
Verder is de onstabiele lucht ook tamelijk vochtig waardoor verdamping
van neerslag nauwelijks plaatsvindt en er geen neerwaartse versnelling
van lucht kan optreden.

BEWOLKING:
Vrijwel de gehele westelijke helft van de Noordzee onder de stratus. Ook
het zuiden van het land heeft al de gehele dag te maken met ST. Verder
in de noordelijk helft opklaringen, elders convectieve bewolking met
enkele CB's. De meeste CB's in het zuidoostelijk deel van het land.
Toppen mogelijk tot rond FL380. Later vanavond verdwijnen de meeste
CB's. Vanuit het oosten vannacht dan wel een band met middelbare veelal
gelaagde bewolking met mogelijk een verscholen CB (middelbare
onstabiliteit met buienrestanten). Deze wolkenband trekt westwaarts.
Erachter klaart het in het oosten op en kunnen enkele CB's ontstaan met
toppen tot FL380.

NEERSLAG:
In de vore boven het zuiden en oosten pittige buien met onweer, hagel en
lokaal veel regen in korte tijd. In het zuidoosten nog de hoogste
CAPExshear. Komende nacht en morgenochtend van het oosten uit eerst een
buiig gebied (buienrestanten) dat westwaarts over het land trekt. Hirlam
geeft dat mooi aan, Harmonie in veel mindere mate omdat een deel van de
neerslag niet convectief van aard is. Morgenmiddag in de warme,
onstabiele lucht opnieuw enkele buien, die zich vooral tot de oostelijke
helft lijken te beperken. Alle modellen geven dat aan. CAPE is in de
oostelijke helft nog hoog, 1500 J/kg, shear is rond 20 kn.

ZICHT:
Westelijke helft van de Noordzee slechte zichten met lokaal mist. Dit
gebied kan vannacht en morgen tot dichtbij of tegen onze westkust komen.
Komende nacht boven een groot deel van het land geen problemen gezien de
toegenomen (geo)wind. In het zuidoosten minder wind maar daar
waarschijnlijk teveel bewolking. In de nacht naar vrijdag neemt die
mistkans toe omdat dan de wind niet veel voorstelt. Verder uiteraard in
(zware) buien slecht zicht.

TEMPERATUUR:
Morgen een convectietemperatuur van ca. 24 graden die alleen in de
oostelijke helft wordt gehaald.



Paraaf meteoroloog: nolet
Bron: KNMI