Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 24 mei 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 23 mei 2018 om 23.27 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hogedrukgebied boven Scandinavie houdt in onze omgeving een
overwegen oostelijke stroming in stand. In het noorden is de aangevoerde
lucht tamelijk droog. Naar het zuiden toe is deze aanmerkelijk
vochtiger. Een hoogtetrog boven Midden-Frankrijk met een west-oost
georienteerde as, trekt gestaag noordwaarts en komt donderdagavond boven
België te liggen. Tegelijkertijd ontwikkelt zich aan de grond, ter
hoogte van onze zuidgrens, een (thermisch) laag, dit laag trekt
donderdagavond en gedurende nacht naar vrijdag westwaarts. De
bovenstaande synoptische ontwikkeling zorgt er mede voor dat het
zuidelijk deel van het land in de loop van de middag in onstabiele lucht
terecht komt met CAPE (MU) waarden van 1000-1500 J/Kg, lokaal hoger.

MODELBEOORDELING:
De modellen (vooral de Harmonie's) hebben nog steeds grote moeite met de
actuele representatie van de buien boven zowel Duitsland en België. Een
ander ding dat opvalt is dat het uitgebreide St- en mistgebied boven de
Noordzee niet of slechts gedeeltelijk wordt weergegeven en dat wat er
aanwezig is in de modellen de komende uren snel oplost. Wat dat oplossen
betreft is het maar zeer de vraag of dat allemaal zo snel gaat.
(oplossen zit er al meerder runs achtereen in, gebeurt echter niet)

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Kans op zware windstoten bij de buien voor komende middag/avond is niet
groot. Modellen geven geen verontrustende signalen. Zeer lokaal komt een
enkel model rond de 35 kn. In de verticaal staat relatief weinig wind
dus impulstransport levert vrijwel geen bijdrage. De onderste luchtlagen
zijn vochtig dus ook verdamping en daardoor versnelling levert vrijwel
geen bijdrage. Alleen lokale forse neerslagintensiteit (downburst) kan
hierin een rol spelen.

BEWOLKING:
Veel lage bewolking (lokaal ook mist) boven de Noordzee. Zuidelijkste
begrenzing verandert vrijwel niet (evenwijdig aan de stroming). Door
verdergaande subsidentie kan bewolking wat dunner worden, vanuit het
noorden wordt iets drogere lucht aangevoerd waardoor de noordgrens
afkalft. Vannacht opklaringen, overdag eerst zon, vanuit Duitsland ook
enkele wolkenvelden en in de loop van de middag en avond met name in het
zuiden en midden CB's met toppen lokaal tot rond FL300

NEERSLAG:
Nagenoeg droog, in de ochtend geven diverse modellen nog signalen op
buienrestanten die vanuit het oosten het land kunnen binnenkomen. Hirlam
is daar nog het duidelijkst mee. Aandacht gaat echter vooral uit naar
later op de dag. Met name boven het zuiden en midden dan toenemende
buienkans. CAPE-waardes lokaal tot boven de 1500 J/kg. Effectieve
schering max 20 kn. Meest waarschijnlijke convectiemodus: Multicells.
Onweerskansen zijn groot. INDECS komt met kansen van 70-90% op meer dan
1 ontlading voor het zuidoosten. Kans op meer dan 50 ontladingen/5 min
komt niet of nauwelijks boven de 20% uit. Waterinhoud is groot, PW ligt
tussen de 30-40 mm boven het zuiden. Buien vertonen echter wel enige
treksnelheid, echter als de buien opgelijnd zijn en er meerdere achter
elkaar over een punt trekken is lokale wateroverlast wederom niet uit te
sluiten. We zien in de harmonie uitvoer in het zuiden ook cumulatieve
neerslagsommen van lokaal 40-70 mm. Zeer lokaal nog hoger

ZICHT:
Goed, lokaal (Noordzee) matig zicht. Vannacht en overdag meest goede
zichten, later op de dag in in neerslag lokaal matig tot slecht zicht.

TEMPERATUUR:
Temperaturen zowel in de nacht als overdag (sterk) afhankelijk van de
bedekkingsraad van de middelbare en hoge bewolking, duidelijk terug te
vinden in de modelvelden.



Paraaf meteoroloog: veeken
Bron: KNMI