Guidance modelbeoordeling voor Nederland

12-05-2018 23:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 13 mei 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 12 mei 2018 om 23.45 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Boven Scandinavie bevindt zich een vlak hoog. Uit een NNW-ZZO
georienteerde hoogtetrog van Ierland richting het westen van het
Frankrijk snoert een hoogtelaag zich af en verplaatst zich naar de Golf
van Genua alwaar het maandag overdag komt te liggen. Een langgerekt
thermisch laag bevindt zich om 00 UTC van de East Anglia via het
uiterste zuidwesten van ons land richting het zuiden van Duitsland. De
kern van de lagedruk komt geleidelijk boven het zuiden van Duitsland te
liggen, de ZO-NW georienteerde vore beweegt noordoostwaarts en wordt
stationair boven het noordoosten van het land. In en noordoost van de
vore bevindt zich warme geleidelijk ook vochtigere lucht. In de nacht
naar maandag beweegt de vore weer zuidwestwaarts. Aan de zuidwestflank
van het laag beweegt een koufront mee en komt in de ochtend WNW-ONO
georienteerd tot stilstand boven het rivierengebied. In de loop van de
avond begint het front weer als warmtefront zuidwaarts te bewegen en
verlaat het zuiden aan het einde van de nacht. Maandag blijft het laag
boven het zuiden van Duitsland en het hoog boven Scandinavie op hun
plaats en met een oostelijke stroming wordt warme en droge lucht
aangevoerd.

MODELBEOORDELING:
De diverse uitvoer is in grote lijnen consistent. In de positie en
orientatie van de vore zijn er weinig verschillen. In de ochtend trekt
een gebied met enige convectie (ontstaat boven het midden westen van
Duitsland of het noordoosten van Frankrijk) over het zuiden
noordwestwaarts, hierbij zijn er duidelijke verschillen in timing en
intensiteit waarbij de Harmonie40 uitvoer de sterkste activiteit laat
zien. De verschillen in de convectie bij de vore van zondagmiddag en
avond zijn afgenomen. In alle uitvoer zit de convectie boven het oosten
en noorden waarbij de Harmonie uitvoer uiteraard het meest convectief
van aard is, wat wel realistisch is gezien de waarden van de convectieve
parameters. De neerslag van het warmtefront ontbreekt grotendeels in de
Harmonie uitvoer, dat verbaast ons niet, stratiforme neerslag wordt
slecht weergegeven in de Harmonie uitvoer.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Uitschieters bij de convectie zondagmiddag komen in de meeste uitvoer
niet boven 30-35 kt uit. Harmoneps kans op meer dan 41 kt is ca 10%. In
het verticaal windprofiel nergens meer dan 30 kn wind.

BEWOLKING:
Aan de zuidkant van de vore ontwikkelt zich in de neerslagzone ST.
Uiteraard het meest uitgebreid in de Harmonie uitvoer. Meest noordelijke
positie zondagochtend is wat onzeker, we gaan nu uit van Brabant,
Zeeland en mogelijk Zuid-Holland. Convectieve toppen in het NO
zondagmiddag (vanaf de grond) tot FL350-400. In de vore ontstaat in de
nacht naar maandag veel stratus welke pas aan het einde van
maandagochtend het zuiden van het land verlaat. Maandagmiddag hier en
daar nog een enkele losse Cu op ca. 6000 vt.

NEERSLAG:
Belangrijkste is de convectie van vanmiddag en vanavond in het oosten en
noorden. Belangrijkste trigger lijkt de convergentie bij de vore te
zijn. De positie daarvan en daarmee de locatie van de zwaarste convectie
is nu binnen 20-30 km eenduidig in de uitvoer. CAPE zondagmiddag en
-avond in het NO in de Hir uitvoer ongeveer 1500 J/kg, in de EC uitvoer
minder en in de HarmonEps tot 2000-2500 J/kg, maar deze waarden zijn
niet 1 op 1 vergelijkbaar omdat de berekeningswijzen
hoogstwaarschijnlijk verschillen. Schering (vanaf de grond) meest 15-20
kt, uitgaande van een effectieve hoogte van 8 km. Meest waarschijnlijke
modus is dan multicel. HarmonEps en andere parameters laten kans op
hagel zien, maar de kans op hagel >2 cm lijkt klein. De buien trekken
niet heel snel, dus lokaal grote neerslagsommen (30, zeer lokaal 50 mm)
in enkele uren tijd is mogelijk. Waterinhoud atmosfeer 30-40 mm.
Uiteraard gaan de buien gepaard met onweer. De convectie van vannacht en
in de ochtend komt uit middelbare bewolking en zal aan de grond weinig
effect hebben, lokaal buiige regen. Bij het warmtefront in het Z en ZW
enige stratiforme neerslag, meestal 1-3 mm. In de tweede helft van de
avond verdwijnen de meeste buien, in de nacht naar maandag kan er van
het nog een enkele regenbui tot ontwikkeling komen. Maandag overdag is
het overal droog.

ZICHT:
Aan de zuidkant van de vore waarschijnlijk matig tot slecht boven zee,
afhankelijk van de hoeveelheid neerslag. In de zware buien matige tot
slechte zichten. In de nacht naar maandag in de vore op veel plaatsen
nevel en lokaal mogelijk ook mist.

TEMPERATUUR:
Vannacht met ca 14°C zeer warm. Zondag opmerkelijke verschillen: bij
een aanlandige wind, neerslag en ST wordt het in Zeeland en in
Zuid-Limburg niet warmer dan 13°C terwijl het in het NO 27°C wordt.
Convectietemperatuur ligt rond 25°C. Maandag overdag op veel plaatsen
weer een zomerse 25°C.



Paraaf meteoroloog: homan
Bron: KNMI