Guidance modelbeoordeling voor Nederland

30-05-2016 11:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 31 mei 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 30 mei 2016 om 11.28 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hoogtelaag boven het Zwarte Woud trekt gedurende de periode langzaam
retrograad naar Noordoost-Frankrijk. Aan de noordflank hiervan is de
hoogtestroming boven het aandachtsgebied zuidoostelijk tot oostelijk.
Hierin is een multicellcomplex ontstaan dat over het zuiden van het land
trekt. Een kortgolvige hoogtetrog trekt komende avond en begin van de
nacht naar dinsdag (zuid)westwaarts over het land. Dit kan fungeren als
een forcering voor nieuwe convectie. Hierachter neemt de cyclonaliteit
en de gradiënt op hoogte af boven onze omgeving.
In de onderste niveaus bevindt zich een grondlaag boven West-Duitsland,
dat gedurende de periode retrograad over het zuidoosten van ons land
gaat bewegen. Een bijbehorende vore ligt noord-zuid georienteerd tot
over het noorden van ons land. Hier vindt convergentie plaats en ook dit
dient als trigger voor nieuwe convectie. In de nacht trekken het laag en
vore verder zuidwaartswaarts richting Belgie/Frankrijk. Hierna komen we
in een gebied met weinig gradient terecht.

MODELBEOORDELING:
Diepe convectie en de grenslaag zijn de belangrijkste aandachtspunten.
Het multicelcomplex boven het zuiden is lastig te koppelen aan een
duidelijke synoptische forcering. Wat wel bijdraagt is de combinatie van
warmteadvectie en enige PVA op de toenemende cyclonaliteit, vooral op
hoogte. Het multicelcomplex boven het zuiden wordt door alle modellen
redelijk goed weergegeven. In de middag laten alle modellen nieuwe buien
boven West-Duitsland/langs de oostgrens ontstaan en Nederland
binnentrekken. Hierin zitten de modellen behoorlijk op een lijn. Morgen
zien we de modellen nog met een signaal voor een paar lichte buien komen
(coalescentie), net over de grens in het noordoosten echter met
zwaardere buien. Dit lijkt dus redelijk consistent net buiten de
landgrenzen te blijven, maar blijft even een aandachtspunt ook gezien de
onstabiele progtemps.
In de grenslaag zien we op uitgebreide schaal St/mist in de vochtige
lucht, maar vanuit het noordoosten komt geleidelijk drogere lucht binnen
en verdwijnt de stratus. Dit gaat echter vooral op zee tamelijk langzaam
omdat de stratus ook weer wordt aangemaakt. De modellen geven dit beeld
vrij goed weer. Komende nacht weer signaal voor stratus/mist voor het
noorden, dit lijkt samen te hangen met (kust)convergentie en alle
modellen geven hier aanleiding toe, Harm36 is het meest enthousiast.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Hirlam lijkt redelijk aan te houden, geen erg grote verschillen.
Kustseinen 6 Bft, in het zuidwesten 7 Bft. Hirlam06 komt vanavond nu met
een kleine 8 Bft in Vlissingen district op de westflank van het
grondlaag. In de Harmonieversies zien we al enkele runs consistent boven
het uiterste noordoosten vanavond zeer lokaal convectieve gusts in de
34-41 kn categorie.

BEWOLKING:
Op uitgebreide schaal ST. Deze lijkt boven land vandaag in het
zuidwesten en uiterste westen hardnekkig te blijven of net op te trekken
naar Sc-niveau. Komende nacht op (kust)convergentie boven het noorden
opnieuw kans op ST. Verder uiteraard op uitgebreide schaal CB's. Komende
nacht boven land wellicht nog turbulentiestratus.

NEERSLAG:
Boven het zuiden een multicelcomplex met CB's, toppen tot maximaal
FL370, in de loop van de dag ook elders multicells met mogelijk nog iets
hogere toppen van FL400-FL450. De buien worden nu vooral op hoogte
gevoed. In het oosten/noordoosten kan door instraling de
convectietemperatuur vanmiddag worden bereikt, deze ligt op circa 24
graden. Hier loopt de SBCAPE op tot 1500-2000 J/Kg. Echter ook elders op
grote schaal 1500-2000 J/Kg MUCAPE vanmiddag en vanavond. Effectieve
schering is 15-25 kn, het hoogst als de convectie vanaf de grond
ontstaat. Vanavond is lijnvormige convectie in het (noord)oosten niet
uit te sluiten vanwege hoge CAPE en lijnvormige forcering (de vore aan
de grond en de hoogtetrog). Interessant is het product CAPE*SHEAR. De
0-6 km variant geeft forse waarden (~60), de 1-6 km variant komt
beduidend lager uit (20-25 kn). Dit moet dan te verklaren zijn doordat
de effectieve schering op 1-6 km beduidend minder is.
Morgen is in het noordoosten een bui met onweer niet geheel uitgesloten.
Opnieuw hoge CAPE-waarden en lage CIN, al lijkt een zwakke inversie een
bui net tegen te houden. Verschil met vandaag is het ontbreken van een
forcering. Is wel een aandachtspunt. Daarom ook in de basisverwachting
voor het noordoosten kans op een bui opgenomen.

ZICHT:
Onder de stratus boven zee en op het IJsselmeer overwegend slecht met op
veel plaatsen mist, af en toe komt deze advectieve mist de kust op
drijven. Verder is er niet veel voor nodig om in deze vochtige lucht het
zicht te doen kelderen in neerslag. In de zwaarste buien kan het zicht
best even onder 1500 meter komen. Komende nacht elders geringe kans op
mist vanwege hoge geowind.

TEMPERATUUR:
Vanwege de vele grenslaagbewolking blijft de temperatuur in het
zuidwesten duidelijk achter op het noordoosten. De vraag is of we de
convectietemperatuur bereiken in het (noord)oosten deze ligt rond de 24
graden. Gezien de merged-tijdseries van Groningen en Twente en de
opklaringen die nu het oosten binnentrekken zou dat net moeten lukken.



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI