Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 01 mei 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 30 april 2018 om 05.38 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukkern ligt om 06 UTC boven het uiterste noorden van Frankrijk
en heeft een secundaire lagedrukkern boven het oosten van ons land. Het
laag boven Frankrijk beweegt langzaam richting België terwijl de
secundaire kern noordwestwaarts naar de zuidelijke Noordzee beweegt. Qua
frontale structuren zien we dat er momenteel geleidelijk een occlusie
ontstaat welke deze ochtend noordwaarts de Noordzee oploopt. In de
noordwestelijke helft van het land wordt aan de grond met een
noordoostelijke stroming koele polaire lucht aangevoerd, op hoogte wordt
met een zuidoostelijke stroming nog juist zachte en vochtige lucht
aangevoerd, theta-w 850 hPa = 13°C. In de middag smelten beide
lagedrukkernen samen tot een kern voor de westkust. Het laag trekt dan
vervolgens via de westkust en het Waddengebied richting de Duitse Bocht
en Denemarken alwaar het later op dinsdagmiddag aankomt. Rondom dit laag
staat een sterk windveld welke pas in de loop van dinsdag afzwakt omdat
het laag dan langzaam gaat opvullen. De eerdergenoemde occlusie gaat
vanaf vanmiddag steeds meer om de lagedrukkern boven de Noordzee heen
krullen. Het komt later in de middag ons via het zuidwesten binnen en
breidt zich dan over het westen uit. Wanneer het laag in de nacht naar
dinsdag via het Waddengebied naar de Duitse Bocht beweegt breidt de
occlusie zich oostwaarts over het midden en noorden van ons land uit.
Met het wegtrekken van het laag richting Denemarken verplaats de
occlusie zich noordoostwaarts en verlaat ons land aan het einde van de
middag. Tegelijkertijd beweegt een zwakke trekrug dan van het westen uit
over ons land.

MODELBEOORDELING:
Volgende aandachtspunt is de koers van het laag en het bijbehorende
windveld. Tussen de modellen onderlinge zijn er nog steeds verschillen
in de precieze timing en positionering van de twee verschillende laagjes
en uiteindelijk het laag op de Noordzee. De verschillen zijn echter wel
wat minder groot geworden t.o.v. de voorgaande runs. Wat alle modellen
wel laten zien zijn de zware windstoten boven Zuid-Limburg.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Hirlam zit qua wind op de Noordzee wat te hoog, actueel alleen seinen
voor NO 8 Bft, deze 8 Bft verplaatst zich gedurende de dag meer richting
de Engelse oostkust. Boven land aan de zuid- en oostflank van het laag
dat van van Noord-Frankrijk naar België beweegt een flink aantrekkende
zuidelijke wind, vooral in Limburg is dit merkbaar. Hirlam, EC en HARM40
laten zware windstoten toe van 80-90 km/uur, in de EPS voor EHBK zien we
een bijna 100% kans op deze zware windstoten. HARM36 is met uitschieters
tot ca. 65 km/uur een stuk rustiger. Ook in de nacht naar donderdag zien
we langs de westkust maar mogelijk ook boven land een kans op zware
windstoten, ook dan seinen voor 7 to 8 Bft. Dinsdag overdag zien we de
wind geleidelijk afnemen, maar de 6 Bft blijft nog tot in de avond
mogelijk.

BEWOLKING:
Momenteel veel stratus rond de 500 vt, modellen hebben dat redelijk te
pakken. Boven het zuiden eerst lokaal nog een enkele Cb met toppen tot
FL250. Verder zal de nu aanwezig bewolking boven de Noordzee (restanten
van de buien van afgelopen avond en nacht) geleidelijk transformeren in
een frontale occlusiestructuur die om het laag gaat heen draaien,
aanvankelijk alleen boven zee maar aan het einde van de middag komt deze
het zuidwesten van het land binnen om zich vervolgens over de het westen
van het land uit te breiden, ook dan nog steeds met stratus. Boven land
in de middag veelal Cu die lokaal kan doorgroeien naar een TCu, toppen
dag tot maximaal FL100. In de nacht naar dinsdag breidt de frontale
occlusiebewolking zich uit over de rest van het land om uiteindelijk aan
het begin van de avond het noordoosten te verlaten. Dinsdagmiddag van
het zuidwesten dus sterk opklarend met wellicht nog een enkele Cu.

NEERSLAG:
Boven het zuiden aanvankelijk nog een enkele regenbui, verder zien we
dat de meeste stratiforme neerslag inmiddels de Noordzee op is
getrokken. In de middag boven land kans op een enkele lichte bui. De
buiige neerslag bij de ingedraaide occlusie trekt aan het einde van de
middag van het zuidwesten weer het land op en verlaat het noordoosten
pas aan het einde van dinsdagmiddag.

ZICHT:
Actueel in de neerslag en boven het zuidoosten overwegend matige
zichtcondities. Buiten neerslag meest goede zichten.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: homan
Bron: KNMI