Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 29 april 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 28 april 2018 om 00.11 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied boven het zuidoosten van Engeland beweegt
noordoostwaarts en komt vanmiddag boven het district Humber te liggen
alwaar het stationair wordt en op zondag geleidelijk zal opvullen. Rond
dit laag bevindt zich een occlusie die vannacht van zuid naar noord
trekt en die het noorden in de loop van de ochtend verlaat. Het
ingedraaide deel van de occlusie ligt dan in het vlakke laag op de
zuidelijke Noordzee en ligt dan ook deels tegen of over de westkust.
Achter dit front kan in de polaire lucht een enkele lichte bui ontstaan.
Aan de oostflank van een langgolvige hoogtetrog ontstaat in de nacht
naar zondag een lagedrukgebied boven het zuiden van Frankrijk. Dit laag
activeert onder invloed van een scherpe hoogtetrog aan de zuidwestflank
ervan. Het laag beweegt noordwaarts en ligt zondagavond boven het
uiterste noorden van Frankrijk. Het bijbehorende ZW-NO georienteerde
warmtefront bereikt het zuidoosten in de eerste helft van de middag
waarna het oosten en zuidoosten in de warme lucht terecht komen.


MODELBEOORDELING:
Een eerste aandachtspunt is de kans op mist of mistbanken later in de
nacht naar zondag, alle modellen laten hier wel een duidelijk signaal
zien, zij het wel met wat positieverschillen. Tweede aandachtspunt is de
neerslag bij het warmtefront op zondag en de mogelijke buien die gaan
ontstaan in de warme lucht. Er zit nog enige onzekerheid in de mate
waarin het warmtefront westwaarts weet op te dringen, Hirlam is hierin
het meest westelijk.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Op zondag zien we voor de westkust seinen verschijnen voor NO 6 tot 7
Bft. Verder zien we een kans op windstoten bij de (onweers)buien die in
de warme lucht ontstaan, HARM40 laat boven België uitschieters zien tot
ca. 50 kn.

BEWOLKING:
Bij de occlusie frontale bewolking met aanvankelijk nog een vrij hoge
basis, lijkt op middelbaar niveau ook potentieel onstabiel. Nabij het
laag zien we in alle modellen het ST-signaal in de ochtend boven zee
flink toenemen. Het lijkt zich vooral in de vore op te houden en lange
tijd niet of nauwelijks het land op te komen. Pas in de nacht naar
zondag zien we dat vooral in HAR36/40 wel verder het land inkomen. Boven
land overdag ook Cu/TCu tot maximaal FL100. Zondag overdag van het
zuiden uit geleidelijk steeds frontale bewolking behorend bij het
warmtefront, echte lage bases lijken zich hierbij niet te gaan voordoen.
In dit warmtefront mogelijke restanten van Cb's die vanuit België ons
land binnentrekken, de beide Harmonies geven hier een duidelijk signaal
voor. Later zondagmiddag ontstaan er in de warme lucht boven
Noord-Frankrijk, België en ook Duitsland enkele CB's, de vraag is of
dit in de avond ook boven het zuidoosten van ons land gaat gebeuren. De
buien lijken boven ons land niet vanaf de grond te kunnen ontstaan,
wellicht alleen in Hirlam. Progtemps laten toppen toe tot ca. FL380.

NEERSLAG:
Op de occlusie buiige regen. Zaterdag overdag zien we boven land enkele
lichte buien tot ontwikkeling komen, het zuidoosten houdt het
waarschijnlijk droog. Zondagochtend van het zuiden uit frontale
neerslag. De Harmonies komen in het warmtefront boven ons land al met
een oplossend buiengebied vanuit het zuiden, in België al met een
onweerssignaal. Deze neerslag lijkt zich in de middag de concentreren
boven de zuidelijke Noordzee, het noordwesten en noorden van het land.
In de avond van het zuiden uit een toenemende kans op enkele stevige
buien, maar de eenduidigheid in de modellen hierin is nog ver te zoeken.
De CAPE-waardes gaan in het zuidoosten naar 1000-1500 J/kg. Omdat de
buien pas in de avond komen kijken we voor de windschering naar de 1-6
km, deze bedraagt 30-40 kn. Er is dus potentie voor enkele goed
ontwikkelde multicells. De kans op onweer en hagel daarbij is groot.

ZICHT:
In het laag op de Noordzee geleidelijk matige tot slechte
zichtcondities, boven land overwegend goede zichtcondities. In de nacht
naar zondag zien we boven land in opklaringen nevel ontstaan. Later in
de nacht in de vroege zondagochtend zien we in alle modellen een sterk
signaal voor mist of mistbanken in een strook van zuidwest naar
noordoost over het land, de west-oost positie verschilt nogal in de
modellen. Een en ander hangt af van in hoeverre de bewolking vanaf de
Noordzee het westen van het land oploopt. In de frontale neerslag op
zondag ook mogelijk teruglopende zichtcondities, in de zwaardere buien
in de avond lijkt dat wat zekerder.

TEMPERATUUR:
Belangrijkste is de scherpe tegenstelling op zondag. Terwijl het langs
de noordwestkust nauwelijks warmer wordt dan 10°C kan het in het
zuidoosten mogelijk meer dan 20°C worden, Hirlam is hierin het warmst
door de meest westelijke positie van het warmtefront.



Paraaf meteoroloog: homan
Bron: KNMI