Guidance modelbeoordeling voor Nederland

30-05-2016 00:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 31 mei 2016 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 30 mei 2016 om 01.15 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hoogtelaag boven Frankrijk trekt langzaam uitdiepend noordoostwaarts
richting het Zwarte Woud, om vanaf vanochtend weer retrograad naar
Noordoost-Frankrijk te bewegen. Aan de noordflank hiervan is de
hoogtestroming boven het aandachtsgebied aanvankelijk zuidoostelijk en
diffluent. De komende 24 uur trekt de hoogtestroming aan, wordt meer en
meer cyclonaal en oostelijk. Actueel zien we boven Duitsland een MCS van
Frankfurt oostwaarts, dat in de hoogtestroming richting Nederland trekt
vanochtend en vanmiddag westwaarts over het midden en zuiden van het
land lijkt te trekken. Een kortgolvige trog trekt komende avond en begin
van de nacht naar dinsdag (zuid)westwaarts over het land, waarachter de
cyclonaliteit en de gradiënt op hoogte afneemt boven onze omgeving.
In de onderste niveaus bevindt zich een grondlaag boven
Zuidoost-Duitsland, dat de komende 48 uur langzaam oostwaarts beweegt.
In de loop van komende avond bereikt de kern het zuidoosten van het
land, waarna het in de nacht naar dinsdag westzuidwestwaarts België in
trekt. Het laag is gevuld met warme en vochtige lucht en door de
cyclonale kromming is er sprake van grootschalige
(vochtflux)convergentie.


MODELBEOORDELING:
Diepe convectie en de grenslaag zijn de belangrijkste aandachtspunten.
Het MCS boven Duitsland is niet duidelijk te koppelen aan een
lijnvormige synoptische forcering. Wel zien we een algemene combinatie
van warmteadvectie en enige PVA op de toenemende cyclonaliteit. Hirlam
en EC hebben het Duitse complex te zuidelijk, waardoor deze modellen op
de nowcasttermijn niet zo bruikbaar zijn wat de neerslag betreft.
Harm38 heeft het Duitse complex goed te pakken, Haratu legt meer de
nadruk op enkele cellen die wat verder naar het noorden zijn ontstaan
maar geeft verder ook een behoorlijk goed beeld. Wel levert dit een
timingsverschil van enkele uren op voor de advectieve buien overdag.
Verder zien we, achter de advectieve buien, vanaf halverwege de middag
een indicatie voor opklaringen en convectie vanaf de grond in het oosten
en noordoosten. In Hirlam ontstaat vanaf ca. 11 UTC een gebied boven de
oostelijke provincies met SBCAPE 1500-2500 J/kg en SBCIN waarden > -20
J/kg. Dit gebied met SBCAPE komt niet verder westwaarts, maar in de loop
van de middag en avond zien we het gebied met soortgelijke MUCAPE/MUCIN
waarden wel westwaarts richting de Noordzee bewegen. De buien zullen
verder naar het (zuid)westen toe dus waarschijnlijk wel iets in
activiteit afnemen, ook vanwege afnemende effectieve windschering. Op de
trog van vanavond komen de 3 Harmonie-versies met een actief
onweerscomplex vanuit Duitsland boven het noordoosten, met daarbij ook
windstoten.
In de grenslaag zien we steeds meer St ontstaan in de vochtige lucht.
Dit kan ook deels worden veroorzaakt door kustconvergentie. Cyclonale
kromming betekent sowieso (vochtflux)convergentie en dat zien we in de
modellen ook goed terug. In grote lijnen komen ze overeen qua bewolking.
Boven zee zien we ook mist.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Hirlam lijkt redelijk aan te houden, geen erg grote verschillen. In de
Harmonieversies zien we vooral vanavond boven het noordoosten
convectieve gusts in de 34-41 kn categorie, zeer lokaal iets hoger.

BEWOLKING:
Boven land al op uitgebreide schaal St, boven zee vooral in het noorden
en westen, op steeds meer plaatsen ontstaat St. Deze lijkt overdag in
het zuidwesten en uiterste westen hardnekkig te blijven of net op te
trekken naar Sc-niveau. Verder bij de buien Cb's, toppen tot ca. FL390,
in de loop van de dag mogelijk overshooting tot FL400-FL450.


NEERSLAG:
Zie modelbeoordeling. Convectieve modus multicells gezien de effectieve
windschering 20-25 kn. Op de trog vanavond is een squall line in het
noordoosten niet uit te sluiten vanwege hoge CAPE en lijnvormige
forcering.

ZICHT:
Onder de stratus boven zee matig tot slecht. Boven land geleidelijk
steeds meer nevel die aanhoudt tot diep in de ochtend. Verder is er niet
veel voor nodig om in deze vochtige lucht het zicht te doen kelderen in
neerslag. In de zwaarste buien kan het zicht best even onder 1500 meter
komen.

TEMPERATUUR:
Vanwege de vele grenslaagbewolking blijft de temperatuur in het
zuidwesten duidelijk achter op het noordoosten. Daar is lokaal 25 graden
mogelijk, wat genoeg is voor convectie vanaf de grond.



Paraaf meteoroloog: haklande
Bron: KNMI