Guidance modelbeoordeling voor Nederland

22-04-2018 03:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 23 april 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 22 april 2018 om 05.35 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hogedrukgebied met een centrum boven het westen van Polen beweegt
langzaam oostwaarts. Tussen dit hoog en een laag ten noordwesten van
Ierland wordt met een zuidoost- tot zuidelijke stroming (zeer) warme
lucht aangevoerd. Een geleidelijk opvullende NW-ZO georienteerde
hoogtetrog van Londen naar noordwest Frankrijk beweegt noordoostwaarts
en trekt gedurende de ochtend van zuidwest naar noordoost over de FIR.
Er is dan echter geen optimale koppeling meer met de belangrijkste
thermische vore. Overdag vindt er boven ons aandachtsgebied eerst nog
zwakke warmte-advectie plaats en gedurende de middag en begin van de
avond trekt de brede thermische vore langzaam van zuidwest naar
noordoost over Nederland. Door de zwakke gradient is de vore in het
drukpatroon steeds lastiger te herkennen, mede door de vorming van buien
in de loop van de middag. Beste parameter is nog de as van de thetaw850.
In de nacht van zondag op maandag passeert een koufront van west naar
oost, waarachter aanmerkelijk koelere lucht binnenstroomt. Ook hier
loopt een hoogtetrog mee, maar tegelijk werkt sterke kou-advectie de
activiteit tegen. Maandag overdag passeert een zwakke rug.

MODELBEOORDELING:
In grote lijnen zijn de modellen wel redelijk consistent. De passage van
de kortgolvige hoogtetrog lijkt in de ochtend niet veel activiteit meer
op te leveren. In de loop van de middag zien we tussen de opeenvolgende
runs steeds wel steeds (detail)verschillen in de locatie en activiteit
van de buien. De grote lijnen zijn echter wel duidelijk. Meeste
activiteit lijkt te koppelen aan de thetaw850-rug daar waar deze
samenvalt met de hoogste temperaturen. Lijkt steeds weggelegd voor het
oosten en mogelijk zuidoosten, de laatste runs nog wat oostelijker.
Bovenlucht forcering is dan overigens niet duidelijk meer aanwezig, wel
enige schering in de orde van 25 tot lokaal 30 knopen, waardoor wel
enige organisatie op zou kunnen treden en eenmaal ontstane buien enkele
uren actief kunnen blijven. Wat opvalt is dat Hirlam en EC ook nog wat
activiteit in het westen en noordwesten berekenen, Harmonie niet en dat
lijkt verklaarbaar met de aanvoer over zee. Wat opvalt is dat Ha40
structureel wat hoger zit met de windstoten, waarschijnlijk doordat de
grenslaag hier (wat) droger is en meer verdamping kan optreden.



AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Bij de eerste vore zijn zondagochtend windstoten mogelijk van 25-30
knopen. Als deze vore verder over het land beweegt en de dagelijkse gang
ook een rol gaat spelen, dan kunnen er lokaal windstoten van rond 40
knopen voorkomen. Beide Harmonies laten lokaal zelfs waarden zien tot
rond 50 kn, een waarde waar je met de Nape berekening ook ongeveer op
uit komt. Afkoeling door verdamping lijkt de grootste bijdrage te
leveren aan de hoogste waarden. De hogere waardes vooral in het oosten.
HarmonEPS komt daar lokaal met 50% kans op meer dan 75 km/uur.



BEWOLKING:
In de ochtend hooguit wat middelbare onstabiliteit op de hoogtetrog, CB
's met hoge basis. In de loop van de middag met name in het oosten
enkele buien vanaf de grond met toppen tot FL300-350. In het westen en
midden lijkt een zwakke inversie diepe convectie te verhinderen. Op het
koufront meer gelaagde bewolking, zeer lokaal een verscholen Cb. De
modellen laten de Noordzee vollopen met ST/mist, actueel zit dat er
niet, dus voorlopig gaan wij daar niet vanuit.


NEERSLAG:
Op passage van de afzwakkende hoogtetrog kleine kans op een bui. Met een
CAPE van 400-700 J/kg en effectieve schering rond 15 knopen is de
convectiemodus voornamelijk single cell. In de loop van de dag als de
vore verder beweegt en de dagelijkse gang invloed krijgt kunnen er
wederom buien ontstaan, met het zwaartepunt op het oosten. Dan is de
convectiemodus met een CAPE rond 1000 J/kg (in het oosten 1500-2000
J/kg) en schering rond 25-30 knopen voornamelijk multi cell. SB-CAPE
waarden zijn mogelijk wat aan de hoge kant zonder entrainment. Dan is
hagel en onweer ook mogelijk, kleine kans dat de hagelstenen rond 2 cm
zijn. Het graupel product van Harmonie geeft een indicatie, maar vooral
boven Duitsland. Harmonie Precipitable Water komt zondagmiddag/avond in
het uiterste oosten lokaal rond 30, en zeer lokaal kan er dus flink wat
regen vallen, echter de buien bewegen relatief snel. Bij het koufront in
de nacht naar maandag (buiige) regen.


ZICHT:
In het uiterste zuiden van het land aanvankelijk mogelijk wat
heiigheid/nevel door luchtverontreiniging. In neerslag matige tot
slechte zichten.



TEMPERATUUR:
ECMWF en in mindere mate ook Hirlam geven lagere maxima dan de
Harmonie's, dit heeft te maken met teveel verdamping, de Harmonies
kunnen in dit geval het beste gevolgd worden.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI