Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 16 april 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 15 april 2018 om 23.31 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
In onze omgeving is ten gevolge van een lagedrukgebied ten westen van
Ierland sprake van een zuidelijke stroming. Hiermee wordt vochtige lucht
aangevoerd die aanvankelijk nog onstabiel van opbouw is. Een NW-ZO
georiënteerde occlusie, gekoppeld aan het hiervoor genoemde laag, ligt
om 22 UTC boven het zuidwesten van het land en verlaat het oosten in de
loop van de ochtend, hierachter is de aangevoerde lucht dan polair van
oorsprong. Maandag overdag bouwt een rug op boven Nederland. De Z-N
georiënteerde rugas komt maandagavond net ten oosten van ons land te
liggen. In de bovenlucht beweegt dan een trog oostwaarts over het land.
Dinsdag overdag bouwt de rug verder op tot een hogedrukgebied met het
centrum boven Duitsland. In de bovenlucht ligt dan een rug boven onze
omgeving.

MODELBEOORDELING:
Aandachtspunt is de grenslaag. Onder andere is de hoeveelheid SC
bewolking voor en achter de occlusie bepalend of er boven land mist en
ST kan ontstaan. De modellen lopen hier nog uiteen en wijken qua details
ook af van de actualiteit. ST en/of mist is zeker mogelijk, maar het is
nowcasten.
Momenteel is er in het noorden van de FIR boven de Noordzee sprake van
mist en ST bewolking. Vooral in de Harmonie versies is het signaal te
uitgebreid; in die modelberekeningen is ook op de zuidelijke Noordzee
grootschalig sprake van mist terwijl dit nu niet aanwezig is. Het kan
zich daar voor de occlusie uit wel vormen gezien de hoge dauwpunten
(11-12 graden) die aanwezig zijn, dus dat blijft iets om alert op te
zijn. Na passage nemen de mistkansen wat af wegens lagere dauwpunten
(rond 8-9 graden), echter, gezien de lage zeewatertemperaturen (rond 6
graden) blijft mist in het noorden van de FIR gebied boven de Noordzee
wel mogelijk.


AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Bij de passage van de occlusie en buiigheid daarvoor komen windstoten
rond 20-25 knopen voor. Zowel maandag als dinsdag overdag boven land een
vlagerige wind.


BEWOLKING:
Bij en voor de occlusie uit enkele CB's met toppen tot aan FL150-200.
Nabij en achter de occlusie is boven land ST mogelijk, overdag lost de
eventuele ST weer op. Voor de occlusie uit ST boven het noorden van de
FIR boven de Noordzee.


NEERSLAG:
Bij en voor de occlusie uit af en toe lichte (buiige) regen. De (buiige)
regen voor de occlusie uit wordt gemist door alle modellen. Met weinig
schering en een MUCAPE rond 100 J/kg is de convectiemodus voornamelijk
single cell.
Vanmiddag komen de modellen met een zwak neerslagsignaal, gezien de
progtemps moet dit uit CU bewolking vallen, veel meer dan een enkele
spat regen zal er niet voorkomen.



ZICHT:
Boven land komt op veel plekken nevel voor, ook mist(banken) zijn
mogelijk voor en na de occlusie, zie modelbeoordeling. Overdag lopen de
zichtwaarden boven land weer op. Boven het noorden van de FIR boven de
Noordzee komt op uitgebreide schaal mist voor. In neerslag bij de
occlusie matige zichten.
In de nacht naar dinsdag ontstaat er boven land lokaal nevel en/of
grondmist. HARM36 komt met mist in het noordoosten, de andere modellen
berekenen dit niet, voorlopig gaan wij ervanuit dat mist in het uiterste
noordoosten niet geheel uitgesloten is.

TEMPERATUUR:
-



Paraaf meteoroloog: blij
Bron: KNMI