Guidance modelbeoordeling voor Nederland

13-04-2018 17:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 14 april 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 13 april 2018 om 18.01 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een WNW-OZO georienteerde frontale zone ligt van Schotland via de Duitse
Bocht naar Polen. Langs deze zone heeft zich boven het noorden van
Duitsland een laagje aan de grond ontwikkeld onder invloed van een
hoogtetrog. Deze beide systemen trekken langzaam noordwaarts, net als de
frontale zone. Ten zuiden van de barocliene zone is er sprake van een
zwakke west- tot zuidwestelijke stroming van tamelijk vochtige lucht.
Zaterdag overdag trekt van het zuiden uit een zwakke rug over het
aandachtsgebied. In de avond nadert van het zuiden uit een kortgolvige
hoogtetrog, die ook aan de grond een trog induceert. De trog aan de
grond bereikt in de eerste helft van de avond het zuiden en trekt in de
nacht over het land noordwaarts. De hoogtetrog verlaat zondag halverwege
de ochtend het noorden.

MODELBEOORDELING:
Het beeld in grote lijnen komt tussen de verschillende modellen redelijk
goed overeen voor wat betreft de drukpatronen. De genoemde trog zien we
in alle modellen duidelijk terugkomen, waarbij we de gebruikelijke
verschillen zien, maar algehele tendens is een toenemende kans op enkele
buien voor de zuidelijke helft later op zaterdag. Het lijkt erop dat de
kortgolvige hoogtetrog en met name de linkeruitgang van de jet de boel
kunnen nog wat kunnen activeren tegen de dagelijkse gang in. Hoe dit in
detail gaat uitpakken hangt uiteraard erg af van de uiteindelijke
positie van de jet streak en dit kan zomaar nog schuiven. In de
grenslaag zijn de modellen indicatief redelijk bruikbaar, met name voor
trends.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Noord van de frontale zone nog oost 7-8, langzaam afnemend. In de rug
zaterdag sterk bepaald door lokale (themische) effecten. Windstoten
tijdens de buien lijken beperkt. Niet veel wind op hoogte, vooral door
water loading

BEWOLKING:
Allereerst de St boven de Noordzee, vooral ten noord(west)en van het
land. Met name de noordelijke helft blijft hier gevoelig voor. Dit hele
gebied trekt zeer langzaam noordoostwaarts. De frontale kap zou door
subsidentie langzaam dunner moeten worden. Morgen overdag onder invloed
van de rug slechts Cu en wat Sc. Bij de hoogtrog, en met name onder de
linkeruitgang de grootste kans op (ingebedde) Cb's. In Limburg mogelijk
nog vanaf de grond, elders vanaf enige hoogte. Zonder hulp van de jet
zijn de toppen in de orde van FL150, op enkele plekken zouden ze kunnen
doorschieten tot FL250 of nog wat hoger. Daarbij ook veel middelbare
bewolking.

NEERSLAG:
Belangrijkste aandachtspunt zijn de buien op de trog zaterdag later in
de middag en in de avond. Met name in eerste instantie convectief, later
met het noordwaarts trekken steeds meer gelaagd met een buiig karakter.
Gezien de toppen die lokaal tot FL200 of hoger kunnen doorschieten een
kans op onweer. Effectieve scheing in de orde van 20-25 knopen, CAPE van
de orde 400-700, de hoogste waarden in het zuidwesten. Mogelijk enkele
multicels. Zondag begin van de middag ook weer kans op enkele buien door
dagelijkse gang, de stroming is dan nog zwak cyclonaal.

ZICHT:
Met name in het zuiden kans op stralingsmist in de rug als er gaten in
de bewolking vallen. Verder nevelig (ook advectief). Boven zee ten
noorden van ons land mist, advectief mogelijk het noorden binnenlopend.
Overdag loopt het boven lans vrij snel weer op, kustgebieden blijven
gevoelig voor nevel als de wind aanlandig wordt.

TEMPERATUUR:
In de opklaringen lokaal 3-4 graden. Mate van instraling bepaalt morgen
mede de Tmax zeer lokaal 20 in het zuiden. In de kustgebieden bij
aanlandige wind uiteraard veel frisser.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI