Guidance modelbeoordeling voor Nederland

10-04-2018 11:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 11 april 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 10 april 2018 om 11.02 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de noordoostzijde van een lagedrukgebied ten westen van Frankrijk en
hogedruk boven Scandinavie wordt met een zuidoostelijke stroming
continue zachte lucht aangevoerd die vrij vochtig is onderin. Een NW-ZO
georienteerde zwakke barocliene zone ligt min of meer stationair boven
het zuiden van het land en kantelt in de loop van de dag meer naar een
W-O oriƫntatie. Ten noorden van deze zone bevindt zich boven Duitsland
een thermisch laag waarin vanmiddag op een vore flinke onweersbuien gaan
ontstaan. In de loop van de avond bereikt dit laag met bijbehorende
NW-ZO georienteerde vore het oosten en trekt gedurende de rest van de
avond en de eerste helft van de nacht westwaarts over het land. Vanaf
morgenochtend trekt de barocliene zone langzaam noordwaarts en komt deze
in de loop van de middag ergens boven de noordelijke helft te liggen.
Het laag komt dan geleidelijk boven Frankrijk te liggen waarmee de
stroming meer oostelijk wordt en de gradient geleidelijk toe zal nemen.

MODELBEOORDELING:
De modellen zijn in alle opzichten niet heel erg consistent te noemen.
Wat betreft de synoptische ontwikkeling zien we nog steeds aanzienlijke
verschillen in de positie en timing van het thermische laag vanavond en
vannacht, waarbij de Harmonies een westelijkere positie hebben dan HIR
en EC. Verder lijkt HIR iets zuidelijker te zijn en EC juist iets
noordelijker, iets dat ook grote gevolgen heeft voor het bijbehorende
windveld. Wel laten alle modellen nu duidelijk een vore westwaarts
passeren waarop halverwege de avond vooral in de zuidelijke helft
actieve buien vanuit Duitsland binnentrekken maar er tegelijkertijd ook
buien lijken te gaan ontstaan boven het midden en westen van het land.
Meer detail over de exacte timing van de vore en de locaties van de
buien is absoluut nog niet te geven. Bij de barocliene zone missen de
Harmonies momenteel de wel aanwezige lichte regen. HIR en EC hebben dit
signaal wel, geleidelijk intensiverend. Dit lijkt dan ook realistischer.
Vervolgens zijn de modellen niet consistent over de positie van de
barocliene zone morgen, waarbij deze in HIR boven het noorden komt te
liggen, in EC boven het midden in de de Harmonies zelfs boven de
zuidelijke helft. Dit heeft ook gevolgen voor het wolkenbeeld en het
convectieve karakter van de neerslag morgen overdag. Wat betreft de
grenslaag lijken de modellen er actueel wel een stuk beter op te zitten
al hebben de Harmonies, en dan met name H36, nog steeds teveel stratus
en mist boven get westen van de FIR. Vanavond en vannacht beginnen de
modellen veel meer uiteen te lopen waarbij H36 vrijwel overal stratus
laat ontstaan en kan worden verworpen. Het beste lijkt voorlopig om de
(andere) modellen als indicatie te gebruiken.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Het noorden van de FIR overwegend 6-7 Bft. Boven land weinig wind, maar
in de Harmonies bij de buien wel een duidelijk signaal voor windstoten
(waterloading/verdamping) waarbij met name H36 opvalt. Dit model komt
met windstoten van 60 kn. H40 lijkt echter veel realistischer (weinig
wind op hoogte, hoge basis) met windstoten tot 35 kn. Verder zal de
windrichting en in mindere mate ook de windsnelheid sterk afhangen van
de passage, ontwikkeling en diepte van het thermische laag.

BEWOLKING:
De middelbare en hoge bewolking bij de barocliene zone vandaag zit
redelijk consistent in de modeluitvoer. Morgen is de bedekkingsgraad
sterk afhankelijk van waar de zone tot stilstand gaat komen. Bij de zone
in alle modellen een duidelijk signaal voor lokaal stratus. Actueel
westwaarts wegtrekkende stratus, zoals H40 en HIR laten zien. Vannacht
weer toenemende kans op de vorming van stratus boven de Noordzee en
morgen overdag weer een afnemende kans en in de nacht naar donderdag
opnieuw een toenemende kans. Bij de buien CB's met een basis op
middelbaar niveau en toppen tot FL330. Door de geleidelijk toenemende
middelbare onstabiliteit is er ook op de barocliene zone ingebedde
convectie mogelijk, gedurende de hele periode. Bij buien morgen toppen
tot FL280, dan lokaal mogelijk wel van de grond.

NEERSLAG:
Zie de modelbeoordeling. Bij de barocliene zone vanmiddag wat frontale,
soms licht convectieve, neerslag. Bij de vore actieve buien met vooral
in het zuidoosten kans op onweer en windstoten. De kans op hagel lijkt
klein gezien de geringe diepte en stijgsnelheden. CAPE de hele avond en
nacht overwegend 400-700 J/Kg, tegen de oostgrens en boven Duitsland
vanmiddag en aan het begin van de avond ook 700-1000 J/Kg. Schering
vanaf de grond met 40 kn hoog, dus aanvankelijk sterke clustering,
multicell. Vanaf middelbaar niveau blijft er slechts 10-20 kn over. Ook
morgen overdag nabij en noord van de barocliene zone opnieuw 400-700
J/Kg aan CAPE maar weinig schering. Vanaf vannacht bij de zone
stratiforme neerslag maar ook ingebedde convectie, morgenmiddag
duidelijk een wat meer convectieve component. Bij de buien kan lokaal
meer dan 20 mm vallen, in een relatief korte tijd. De PW komt met
waarden van 25-30 mm in de kolom, dus dit lijkt realistisch.

ZICHT:
Modellen slechts bruikbaar als indicatie, zie modelbeoordeling. Boven
land overwegend goed, boven zee en in het noordelijk kustgebied
matig/slecht. Bij de barocliene zone boven zee aanhoudend kans op
slechte zichten en de vorming van mist.

TEMPERATUUR:
De temperaturen vanmiddag en in grotere mate morgen overdag zijn sterk
afhankelijk van de locatie en dikte van de middelbare en hoge bewolking
en met name voor morgen zijn de modellen dus niet consistent. Vannacht
in de opklaringen in het noorden de laagste waarden.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI