Guidance middellange en lange termijn

Opgesteld door het KNMI op zondag 08 april 2018 om 03.43 uur

Geldig van dinsdag 10 april tot zondag 22 april

Synoptische ontwikkeling:
Zowel aan de grond als in de bovenlucht bevinden we ons aan de
noordzijde van een (complex) lagedrukgebied boven Zuidwest-Europa,
hetgeen resulteert in een oostelijke stroming. Tussen een rug van
hogedruk boven de Atlantische Oceaan en een rug boven Rusland is en
blijft het stromingspatroon geblokkeerd. In de bovenlucht trekt het laag
gedurende de week wel geleidelijk zuidwaarts weg en komen we meer aan de
westflank van een rug boven Oost-Europa terecht. Het stromingspatroon
aan de grond veranderdt in grote lijnen echter weinig tot het einde van
de week waarmee de overwegend oostelijke stroming in stand wordt
gehouden. Hierdoor wordt er voortdurend zachte lucht vanaf het continent
aangevoerd. Voor volgende week komen de meeste leden van het ensemble
met de opbouw van een hogedrukgebied boven het noorden van Europa, zowel
aan de grond als in de bovenlucht. Hierdoor neemt de gradient toe en
wordt de stroming meer noordoostelijk. De exacte locatie van dit
hogedrukgebied aan de grond zal dan gaan bepalen in welke mate er een
noordelijke component aanwezig zal zijn en er minder zachte lucht vanuit
het noordoosten van Europa kan worden aangevoerd.

Modelbeoordeling en onzekerheden:
Door de relatief zwakke aflandige stroming is er over het algemeen een
duidelijke dagelijkse gang en houden we een relatief zonnig en vrij
droog weertype. Tot en met het einde van de week zowel overdag als in de
nachten met grote zekerheid (90-100%) temperaturen ruim boven het
langjarig gemiddelde. De windrichtingen vari?ren daarbij gedurende de
eerste helft van de week overwegend tussen zuidoost en noordoost. In de
tweede helft van de week overheersen de zuid(oost)elijke windrichtingen
als gevolg van het tijdelijk iets grotere invloedsbereik van de
lagedrukgebieden ten zuidwesten van ons. Door de continue nabijheid van
deze (soms thermische) lagedrukgebieden is er elke dag zo'n 40% kans op
een bui of wat (buiige) regen. Volgende week neemt de onzekerheid wat
betreft de windrichting en daardoor ook de temperatuur, sterk toe. De
noordoostelijke richtingen lijken te gaan overheersen, waarmee er
geleidelijk iets minder zachte lucht zal worden aangevoerd. Afhankelijk
van hoe snel dit gaat en in welke mate een noordelijke component
aanwezig zal zijn, zullen de temperaturen in meer of mindere mate gaan
dalen. Aan het begin van volgende week heeft nog 90% van de leden
temperaturen boven normaal, aan het einde van de periode is dit aantal
afgenomen tot 60%. De aangevoerde lucht blijft vrij droog en zonder
lagedrukgebieden in de buurt nemen de neerslagkansen af tot rond 20% en
komt er meer ruimte voor de zon. Gedurende de hele periode staat er vrij
weinig wind waardoor er bij helder weer in de nachten soms kans is op
mistbanken. De kustgebieden blijven om dezelfde reden vaak gevoelig voor
zeewind in de loop van de middag.

Samenvatting meerdaagse-periode:
Wisselend bewolkt en tot het weekend elke dag kans op enkele regenbuien
of wat (buiige) regen. In het weekeinde vrijwel droog. De temperaturen
liggen zowel in de nacht als overdag ruim boven het langjarig
gemiddelde.

Samenvatting EPS-periode:
De kans op temperaturen boven normaal neemt geleidelijk af tot 60%.
Daarbij komt er wel meer ruimte voor de zon en ligt de neerslagkans rond
20%.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI