Guidance middellange en lange termijn

Opgesteld door het KNMI op zaterdag 07 april 2018 om 04.25 uur

Geldig van maandag 09 april tot zaterdag 21 april

Synoptische ontwikkeling:
Tot en met halverwege volgende week verandert er in grote lijnen weinig
aan het huidige stromingspatroon, zowel in de bovenlucht als aan de
grond, met relatief lage drukwaarden boven Zuidwest-Europa en hoge
drukwaarden boven Oost-Europa en Scandinavie. Als gevolg houden we een
stroming die overwegend uit oostelijke richtingen komt, waarmee boven
het continent opgewarmde zachte lucht onze omgeving blijft binnen
stromen. In de tweede helft van volgende week begint het ensemble flink
uiteen te lopen met nog altijd een aantal (eenderde) leden met een
soortgelijk geblokkeerd patroon. Hierbij hoort dan wel een iets minder
zachte noordoostelijke stroming. Tegelijkertijd zien we een groter
aantal (tweederde) leden dat een diepe trog of lagedrukgebied laat
vormen boven de Atlantische Oceaan. In dat geval komen we aan de
oostzijde van deze trog in een zachtere zuidelijke stroming terecht.
Aangezien de drukgradi?nt overwegend klein blijft door de voortdurende
aanwezigheid van hogedrukgebieden in onze omgeving, blijft de stroming
overwegend vrij zwak. Na volgend weekend neemt de onzekerheid nog verder
toe wanneer ongeveer de helft van de leden met een Atlantische blokkade
komt waarbij we in een relatief koelere noordelijke stroming terecht
komen. De andere helft van de leden komt voor het eerst met een zuid-
tot zuidwestelijke cyclonale stroming en daarmee een overgang naar een
wisselvallig weertype met temperaturen rond normaal.

Modelbeoordeling en onzekerheden:
Door de relatief zwakke aflandige stroming is er over het algemeen een
duidelijke dagelijkse gang en houden we een relatief zonnig en vrij
droog weertype. Tot en met eind volgende week zowel overdag als in de
nachten temperaturen ruim boven het langjarig gemiddelde. In de eerste
helft van volgende week blijven frontale systemen in de buurt en kan er
soms wat lichte regen vallen of kan er een bui voorkomen. Daarbij is er
ook wat meer bewolking aanwezig. Neerslagkansen dan 10-30 %. Vanaf de
tweede helft van volgende week neemt de kans op een regen- en onweersbui
toe wanneer lagedrukgebieden boven Zuidwest-Europa dichterbij lijken te
komen. De neerslagkansen liggen dan rond de 30-40 % maar de kansen op
zonnige perioden nemen dan ook wat toe. Door de relatief hoge dauwpunten
en zwakke wind zijn er in de meeste nachten wel enkele leden die een
mistbank laten vormen, zo'n 10-20 %. Na volgende week neemt het aantal
leden met normale of zelfs beneden normale temperaturen toe tot 30%. De
leden met een zonale stroming laten duidelijk meer wind en neerslag
zien, de overige leden houden het relatief droge weertype aan.

Samenvatting meerdaagse-periode:
Wisselend bewolkt en aanvankelijk overwegend droog. In de loop van
volgende week neemt de kans op een enkele regen- en onweersbui toe. De
temperaturen liggen zowel in de nacht als overdag ruim boven het
langjarig gemiddelde.

Samenvatting EPS-periode:
De kans op temperaturen boven normaal neemt geleidelijk af tot 70%. Elke
dag is er ongeveer 30% kans op neerslag.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI