Guidance modelbeoordeling voor Nederland

22-03-2018 16:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 23 maart 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 22 maart 2018 om 17.20 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied boven het noordoosten van Duitsland trekt opvullend
naar Polen. Aan de westzijde van dit laag staat boven het
aandachtsgebied een west- tot noordweststroming. Daarin ligt een tweetal
fronten vrijwel parallel aan de stroming boven het aandachtsgebied: een
occlusie in het noordoosten en een kou/warmtefront boven het zuiden van
het land. Een Z-N georienteerde rug boven de Noordzee trekt oostwaarts
en verlaat in de loop van de nacht het oosten. Deze rug vormt het
frontale buigpunt, waarop het koufront als warmtefront (noord)oostwaarts
beweegt. Beide fronten lopen hierdoor meer en meer op elkaar in;
halverwege vrijdagochtend verlaat het warmtefront het noordoosten. Vlak
achter het warmtefront zit duidelijk drogere lucht, wat ThetaW925 ook
goed laat zien. Vrijdagochtend bereikt een volgende occlusie de
zuidelijke Noordzee, trekt oostwaarts en stagneert vanaf vrijdagavond
boven ons land door een afsnoerend hoogtelaag boven de Golf van Biskaje
en drukstijgingen boven Polen.

MODELBEOORDELING:
De details van de grenslaagbewolking worden door geen enkel model echt
goed weergegeven. Het vergelijken van vochtvelden met
wolkenhoogtemetingen en satellietbeelden biedt meer houvast. Een vrij
smalle strook met betere condities tussen het kou-/warmtefront en de
occlusie wordt wel terecht berekend, maar vooral de zuidelijke Noordzee
is actueel conditioneel slechter, wat nu het beste wordt weergegeven in
Harmonie36. Mistkansen nemen volgens de modellen toe, wat ook logisch
lijkt vanwege de rugpassage met bijbehorende windafname. Bij de occlusie
van vrijdag is het vooral in de middag boven land de vraag in hoeverre
de (coalescentie)neerslag de grond bereikt en hoe laag de wolkenbasis
daarbij wordt. De St bij dit front lijkt zich overdag voornamelijk tot
de zee te beperken.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Op nadering van de rug afnemende wind. Achter het warmtefront vrijdag
overdag zuid tot zuidwest 6 Bft. In de Noordzeedistricten dan een 7,
mogelijk verder noordelijk een 8 Bft.

BEWOLKING:
Rondom de fronten op uitgebreide schaal St, op vrijdag bij de volgende
occlusie voornamelijk boven zee. De wolkenbasis kan boven land door de
dagelijkse gang wat oplopen, maar in motregen kan St blijven worden
aangemaakt.

NEERSLAG:
Vooral wat dichter bij de fronten regen en motregen. Coalescentie lijkt
het neerslagvormingsproces te domineren.

ZICHT:
Vooral in gebieden met St matig tot slecht zicht met lokaal mist,
overdag vooral boven zee. Bij de occlusie van vrijdag is de mistkans
eerst erg klein vanwege de wind, maar in de nacht naar zaterdag neemt de
mistkans toe als het grondfront boven het land stagneert.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden. Kans op gladheid nihil.



Paraaf meteoroloog: veeken
Bron: KNMI