Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 22 maart 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 21 maart 2018 om 16.47 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Tussen een in betekenis afnemend hoog boven de Golf van Biskaje en een
laag boven de Noorse Zee, bevindt ons aandachtsgebied zich in een
westelijke stroming met aanvoer van maritieme lucht. Een zwakke occlusie
ligt bij aanvang noordoost-zuidwest georienteerd boven het oosten en
trekt verder oostwaarts. Het bovengenoemde laag trekt komende nacht naar
het noorden van Denemarken. Bijbehorend occluderende frontale systeem
trekt in de loop van de komende nacht en ochtend van noordwest naar
zuidoost over het land en het koufront-deel blijft morgenmiddag boven
het zuiden en zuidwesten slepen. Na passage van de occlusie blijft de
aangevoerde lucht tamelijk vochtig tussen het koufront boven het zuiden
en een ingedraaid deel van de occlusie dat morgen ochtend het noorden
bereikt. Dit systeem blijft in de middag boven het noorden en oosten
slepen. In de loop van morgenmiddag en avond keert het front boven het
zuiden (dat boven de Noordzee terugbuigt als een noordwest-zuidoost
georienteerd warmtefront) terug en beweegt het als warmtefront van west
naar oost over het land.

MODELBEOORDELING:
Alle modellen zijn eensgezind in het sterkte stratus-signaal dat
samenhangt met de stabiele opbouw in de vochtige frontale zone. Zelfs
Hirlam komt met een fors signaal. Alle modellen komen ook met een
(subtiele) verbetering van de condities tussen het koufront en
ingedraaide occlusie (minder stabiele opbouw). Duidelijk is dat boven
zee en het noordwestelijk kustgebied alle modellen een (duidelijk)
signaal voor mist hebben, wat realistisch is met de hogere dauwpunten
over koud zeewater (2-5C). Meeste neerslag is te koppelen aan de sterke
warmte-advectie op enige hoogte. Hirlam komt als enige nog met een
mengvorm van regen en natte sneeuw boven het gehele oosten en
zuidoosten, maar van Hirlam is bekend dat bij warmte-advectie de
opwarming te traag verloopt. Overige modellen laten dit signaal
eigenlijk alleen boven Duitsland en het drielandenpunt zien. Van het
laatste scenario gaan we uit.


AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vanaf de komende nacht in de kustdistricten 6 Bft op nadering van het
warmtefront. Op de noordelijke Noordzee 7 Bft. Donderdag overdag neemt
de wind weer af.



BEWOLKING:
Bij de occlusie van vandaag kan er nog een enkele TCu voorkomen. Lokaal
ook nog few ST boven de Noordzee (alle modellen geven hier een indicatie
voor), het lijkt onwaarschijnlijk dat dit ver het land op komt drijven.
Bij het frontaal systeem op grote schaal ST, pas vanaf morgenavond
worden de condities van het westen uit beter.

NEERSLAG:
Bij de occlusie van vandaag lokaal lichte regen, mogelijk licht buiig
mede in combinatie met de dagelijkse gang. Bij het occluderende frontale
systeem regen, wellicht in de Limburgse heuvels kortdurend natte sneeuw.
Na passage nog wel af en toe lichte motregen (coalescentie). Progtemps
laten dit een groot deel van de dag nog toe, hoewel het tussen de
systemen in tijdelijk wat droger lijkt.


ZICHT:
Boven zee zwerven nog enkele vochtvelden rond met hier en daar matig
zicht, tot mist komt het nu niet meer, verder overal goede zichten. Bij
het frontale systeem van morgen matige tot slechte zichten, zeker in de
frontale zone in (mot)regen en aan de lijzijde van IJsselmeer/Waddenzee.
Bij de fronten boven zee kans op mist.


TEMPERATUUR:
Komende nacht in het zuiden en oosten het koudst, voordat de bewolking
arriveert. T2m waarschijnkijk wel net boven nul. Zeer sporadisch komt de
Tweg op een brug net iets onder nul.





Paraaf meteoroloog: veeken
Bron: KNMI