Guidance modelbeoordeling voor Nederland

20-03-2018 17:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 21 maart 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 20 maart 2018 om 15.41 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hogedrukgebied ten zuidwesten van Ierland beweegt langzaam
zuidwaarts. Aan de oostzijde bevinden we ons in een noordelijke
stroming. Een rug van hogedruk strekt zich uit richting Zuid-Noorwegen,
kantelt geleidelijk richting het oosten en passeert als W-O
georienteerde rug later vanavond en in de eerste helft van de nacht
zuidoostwaarts het land. Aan de achterzijde wordt de stroming west- tot
noordwestelijk en neemt de gradient geleidelijk toe. Een zwak NO-ZW
georienteerd warmtefront bereikt halverwege de nacht de noordwestkust en
trekt gedurende de nacht en ochtend zuidoostwaarts over het land. Een
volgend beter gedefinieerd warmtefront ligt nu nog ten westen van
Groot-Brittanniƫ en bereikt morgenavond laat het Waddengebied en
passeert in de nacht naar donderdag en donderdagochtend zuidoostwaarts
het land.

MODELBEOORDELING:
Aandachtspunt zijn de bewolking en de timing en intensiteit van de
lichte (mot)regen op het eerste warmtefront vannacht. Voor wat betreft
de neerslag is Hir het snelst met wat lichte (mot)regen al in de tweede
helft van de nacht in het westen, iets later gevolgd door EC. De
temperaturen op 2m en aan de grond beginnen dan wel op te lopen onder de
toenemende bewolking maar liggen bij het vallen van de eerste neerslag
dan nog wel kortdurend rond of onder het vriespunt. Mocht deze lichte
(mot)regen er inderdaad komen, dan is er lokaal kans op gladheid door
bevriezing. De harmonies hebben de eerste noemenswaardige neerslag pas
in de ochtend vanuit het noordwesten, wanneer de temperaturen al boven
het vriespunt liggen. De oostelijke helft blijft het langst opgeklaard
waardoor er daar op uitgebreide schaal mist kan ontstaan, gezien de
dauwpunten en de sterk afnemende wind realistisch. Alhoewel het
wolkenbeeld verschilt in de details hebben alle modellen dit signaal er
consistent in zitten. Synoptisch gezien zit het tweede warmtefront
consistent in de modellen. In de grenslaag zijn er wel verschillen,
voornamelijk wat betreft de bewolking de (lage) stratus veel
uitgebreider en ook al eerder voorkomt in H36. HIR lijkt realistischer.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Consistent in de modellen. Wel staat er actueel enkele kn meer wind dan
in de modellen en dit is ook een aandachtspunt voor wat betreft het
voldoende wegvallen (ontkoppeling) van de wind vannacht om de mist te
laten ontstaan. Voorlopig volgen we de modeluitvoer.

BEWOLKING:
Redelijk consistent in de modeluitvoer, zie modelbeoordeling. De
bewolking bij het eerste warmtefront blijft wel een aandachtspunt want
als er in werkelijkheid meer bewolking binnendrijft kunnen de
temperaturen aan de grond al meer zijn opgelopen voordat de eerste
lichte neerslag valt waardoor de kans op gladheid afneemt. Alle modellen
laten verder zien dat de mist boven het oosten morgenochtend vroeg enige
tijd over zou kunnen gaan in lage stratus in het (uiterste) zuidoosten
alvorens deze oplost en wegtrekt, aandachtspunt. Omgekeerd kan dus ook
het geval zijn. Verder lokaal stratus op het eerste warmtefront,
consistent in de modellen, en op uitgebreide schaal stratus bij en
achter het tweede warmtefront. Deze laatste stratus zit dus uitgebreider
in H36.

NEERSLAG:
Zie modelbeoordeling. Overigens laat de NESO in alle modellen
voornamelijk vloeibare neerslag zien, wat ook realistisch lijkt, waarbij
met name HIR dus een duidelijk signaal voor aanvriezende en zelfs
onderkoelde neerslag heeft. De neerslagintensiteiten zijn echter
minimaal en deze vroege timing wordt dus niet door alle modellen
ondersteunt, waarmee de kans op gladheid als gevolg hiervan vooralsnog
gering en lokaal wordt ingezet. De neerslag op het tweede warmtefront
valt in principe als regen en waarschijnlijk liggen de Tweg dan al net
boven nul. Tegen de oostgrens en in Limburg mogelijk een kleine kans op
natte sneeuw.

ZICHT:
Precieze locatie wolkenvelden en opklaringen vannacht bepalen waar de
mist als eerste ontstaat maar alle modellen hebben in de oostelijke
helft voldoende lang opklaringen voor de vorming van mist op uitgebreide
schaal. Elders nevel en lokaal een mistbank. Overdag goede zichten en
bij het tweede warmtefront teruglopende zichten in neerslag en
vochtigere lucht.

TEMPERATUUR:
Tmin vannacht een aandachtspunt in verband met de verwachtte voldoende
afnemende wind. Bij meer doorstaande wind ook minder afkoeling. Verder
zie modelbeoordeling. De temperaturen lopen vannacht in het westen onder
de toenemende bewolking weer op, de vraag is dus of dit op tijd is om de
mogelijke bevriezende neerslag te voorkomen.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI