Guidance modelbeoordeling voor Nederland

20-03-2018 04:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 21 maart 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 20 maart 2018 om 04.29 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een hogedrukgebied boven Ierland beweegt langzaam zuidwaarts. Een
kleinschalig lij-laag boven Noord-Duitsland beweegt zuidoost en vult op.
Bijbehorend warmtefront ligt om 04 UTC boven het midden van Nederland en
beweegt zuidwaarts. Deze wordt snel gevolgd door een koufront, deze
verlaat in de loop van de ochtend het zuidoosten. Vanmiddag nadert er
vanaf de Noordzee een rug, deze rug beweegt in de nacht naar woensdag
zuidoostwaarts over het land. In deze rug bevindt zich een zwak (tweede)
warmtefront en bereikt Nederland rond 04 UTC in de nacht naar woensdag
en beweegt zuidoost. Een derde warmtefront bereikt woensdagavond rond 23
UTC de westkust.


MODELBEOORDELING:
Er valt meer neerslag dan op de radar te zien (gezien de grond
waarnemingen), dus deze moet met enige voorzichtigheid bekeken worden.
Bij het eerste warmtefront valt lokaal sneeuw, geleidelijk gaat dit over
in vloeibare neerslag, welke op een bevroren ondergrond tijdelijk tot
ijzel kan leiden. De wegdektemperaturen stijgen echter snel, waardoor
maar zeer lokaal ijzel mogelijk is. Zie ook neerslag.




AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Achter het koufront vannacht en in de ochtend 6 Bft in de
kustdistricten.



BEWOLKING:
Nabij het warmtefront en koufront komt lokaal ST voor, achter het
koufront verdwijnt de ST weer. In de nacht naar woensdag is landinwaarts
mist mogelijk, die in ST over kan gaan. Bij het derde warmtefront
wederom ST.



NEERSLAG:
De eerste neerslag bij het warmtefront is overwegend lichte (natte)
sneeuw, waarbij de kans op droge sneeuw en de vorming van een klein
tijdelijk sneeuwdek naar het zuidoosten toe toeneemt. Daarachter volgt
dan een smalle zone waarin ijsregen of onderkoelde (mot)regen mogelijk
zijn, waarbij alle modellen een tijdelijke smeltlaag laten zien maar
waarbij er wel subtiele verschillen zijn. EC laat de temperatuur onderin
vrij makkelijk oplopen met het binnenkomen van de bewolking en in dit
model ontstaat er (vrijwel) nergens een ijsdriehoek. Dit in
tegenstelling tot Hirlam en de Harmonies, waar we verder landinwaarts
kortdurend een ijsdriehoek tevoorschijn zien komen. De intensiteiten
zijn beperkt (op de meeste plekken minder dan 1 mm, Harmonies komen
lokaal met iets grotere hoeveelheden). Bovendien zit de vorst niet in de
grond, dus alleen het oppervlak van het wegdek is onder nul, wat er voor
zorgt, dat dit gemakkelijker opwarmt. Verder naar het zuiden en
zuidoosten kan het tijdelijk blijven liggen van de sneeuw lokaal ook
gladheid veroorzaken. Bij het zwakke tweede warmtefront van woensdag is
overdag een enkele bui mogelijk. Bij het derde warmtefront woensdagavond
laat regen.

ZICHT:
In neerslag matige tot slechte zichten. In de nacht naar woensdag in
opklaringen voorafgaand aan het zwakke warmtefront landinwaarts vorming
van mist. Dit lijkt realistisch gezien de uitstraling en tijdelijk
afnemende wind bij de passage van de rug. Dit wordt ook duidelijk
opgepikt in alle modellen.

TEMPERATUUR:
Overdag ruim boven nul, in de nachten lichte vorst. In de nacht en
ochtend bij het frontale systeem kans op gladheid door sneeuw en/of
ijzel. Daarachter kan het in opklaringen weer even afkoelen met kans op
bevriezing van natte weggedeelten.



Paraaf meteoroloog: BLIJ
Bron: KNMI