Guidance modelbeoordeling voor Nederland

19-03-2018 18:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 20 maart 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 19 maart 2018 om 18.35 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de oostzijde van een krachtig hoog met het centrum tussen Schotland
en IJsland en een rug vanuit dit hoog richting Denemarken, wordt met een
krachtige noordoostelijke stroming lucht van arctische oorsprong
aangevoerd. Vanavond en vannacht trekt het hoog verder zuidwestwaarts
richting Ierland en in de tweede helft van de avond trekt de rug van
noord naar zuid over het land. Na de rug-passage krimpt de wind naar een
noordelijke richting en wordt de lucht vanaf zee aangevoerd. Boven het
Skagerrak ontstaat in de luwte van de Noorse bergen een lij-laag welke
via het Kattegat naar het noordoosten van Duitsland beweegt. Het
bijbehorende zwakke frontale systeem boven de Noordzee komt aan de
noordflank van de rug onze kant op. Het warmtefront bereikt de Wadden
aan het einde van de avond en trekt dan in de nacht langzaam verder
zuidwaarts, vrij snel gevolgd door het koufront. Het koufront verlaat
aan het begin van dinsdagochtend het zuidoosten van het land. Tijdens de
passage wordt de warme sector er dicht bij de grond geleidelijk vanuit
het oosten uitgedrukt. Morgen overdag bevinden we ons dan aan de
oostzijde van het hoog in een noordelijke stroming met aanvoer van
maritiem polaire lucht. In de nacht naar woensdag trekt er opnieuw een
rug zuidoostwaarts over het land waarachter de stroming geleidelijk
noordwestelijk wordt. Tegelijkertijd volgt vanuit het westen een zwak
warmtefront waarvan de restanten verder in activiteit afnemend in de
nacht en ochtend zuidoostwaarts over het land trekken.

MODELBEOORDELING:
Synoptisch gezien zijn de modellen redelijk consistent, waarbij de
Harmonies net wat meer neerslagactiviteit hebben op het warmtefront en
de eerste neerslag net wat eerder laten arriveren. Deze modellen hebben
ook een licht convectief karakter met name bij het koufront maar dit
lijkt gezien de progtemps verwaarloosbaar. Het belangrijkste
aandachtspunt wordt de passage van het zwakke frontale systeem vanavond
laat en in de nacht naar dinsdag. De neerslaghoeveelheden zijn beperkt
maar de neerslagsoort is winters, waarbij regen, onderkoelde regen,
regen op een bevroren ondergrond en (natte) sneeuw mogelijk zijn. Zie de
afzonderlijke aandachtspunten.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Seinen uit voor de 6 Bft achter de frontpassage vannacht en
morgenochtend. Zit consistent in de modellen.

BEWOLKING:
In het noorden van de FIR op de Noordzee uitgebreide velden met Cu/Sc op
nadering van en bij het warmtefront. Deze komen actueel goed overeen met
de modeluitvoer, behalve dan dat H36 deze bewolking ook al op
stratus-niveau heeft terwijl dat actueel voor het front uit niet het
geval is, daar gaan we dan ook niet vanuit. Deze bewolking breidt zich
vanavond zuidwaarts uit en bereikt de Wadden in de tweede helft van de
avond. Gedurende de nacht beweegt de frontale bewolking van noord naar
zuid over het land, met dan lokaal wel stratus, te zien in alle
modellen. Door de lichte neerslag en het feit dat er vochtigere lucht
over een koud landoppervlak stroomt ontstaat er boven land op veel meer
plaatsen stratus. In de tweede helft van de nacht klaart het na passage
van het koufront ook weer op, het uiterste zuidoosten pas in de loop van
de ochtend. Dit alles zit consistent in de modeluitvoer. De bewolking
bij het zwakke warmtefront van woensdag in alle modellen enkele velden
Sc en lokaal stratus.

NEERSLAG:
Met het binnenkomen van de frontale bewolking en een wind die voor het
front uit al van zee waait lijkt de kans op winterse neerslag voor de
noordelijke kustgebieden uitermate klein. Verder landinwaarts laat de
koude lucht zich minder makkelijk verdrijven en overheersen winterse
neerslagvormen, daar vindt steeds meer opglijding plaats waardoor het
neerslaggebied enigszins activeert. De eerste neerslag zal dan
overwegend als lichte (natte) sneeuw vallen, waarbij de kans op droge
sneeuw en de vorming van een klein tijdelijk sneeuwdek naar het
zuidoosten toe toeneemt. De wolkentoppen zijn dan nog overwegend kouder
dan -12 C. Daarachter volgt dan een smalle zone waarin ijsregen of
onderkoelde (mot)regen mogelijk zijn, waarbij alle modellen een
tijdelijke smeltlaag laten zien maar waarbij er wel subtiele verschillen
zijn. De wolkentoppen komen dan nog maar tot -8 C. EC laat de
temperatuur onderin vrij makkelijk oplopen met het binnenkomen van de
bewolking en in dit model ontstaat er (vrijwel) nergens een ijsdriehoek.
Dit in tegenstelling tot Hirlam, maar ook de Harmonies, waar we verder
landinwaarts kortdurend een ijsdriehoek tevoorschijn zien komen. Hirlam
houdt deze het langste en meest uitgebreid vast maar van dit model is
het bekend dat het net iets te traag opwarmt in dergelijke situaties.
Daarnaast liggen de wegdektemperaturen binnen deze zone lokaal nog rond
of net onder het vriespunt waardoor de neerslag ook tijdelijk kan
aanvriezen. De vraag is hoe grootschalig dit zal zijn. De intensiteiten
zijn beperkt (op de meeste plekken minder dan een 1 mm, Harmonies komen
lokaal met iets grotere hoeveelheden); opglijding zorgt voor enige
intensivering, maar het bovenluchtpatroon vertoont wat divergentie, wat
activering tegenwerkt. Bovendien zit de vorst niet in de grond, dus
alleen het oppervlak van het wegdek is onder nul, wat er voor zorgt, dat
dit gemakkelijker opwarmt eenmaal onder de bewolking. Verder naar het
zuiden en zuidoosten kan het tijdelijk blijven liggen van de sneeuw
lokaal ook gladheid veroorzaken. Bij het zwakke warmtefront van woensdag
in alle modellen een zeer zwak neerslagsignaal, mogelijk op een bevroren
ondergrond wanneer het boven land genoeg is afgekoeld, een
aandachtspunt.

ZICHT:
Overdag goede zichten. Komende nacht in de frontale neerslag matige
zichten, in sneeuw slecht. In de nacht naar woensdag in opklaringen
voorafgaand aan het zwakke warmtefront landinwaarts vorming van mist.
Dit lijkt realistisch gezien de uitstraling en tijdelijk afnemende wind
bij de passage van de rug. Dit wordt ook duidelijk opgepikt in alle
modellen.

TEMPERATUUR:
Overdag ruim boven nul, in de nachten lichte vorst. De bewolking
behorende bij de frontale zone zorgt later vanavond en vannacht voor
opwarming maar plaatselijk niet snel genoeg om de Tweg boven het
vriespunt te laten komen voordat de eerste neerslag zich aandient.
Daarachter kan het in opklaringen weer afkoelen met kans op bevriezing
van natte weggedeelten. Dit gebeurt het eerst in de Harmonies.



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI