Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 17 maart 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 16 maart 2018 om 05.34 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een NW-ZO georienteerde gordel van lage druk van Groenland naar
noordwest Frankrijk neemt in betekenis af terwijl een hoog boven
Noord-Scandinavië steeds krachtiger wordt en zich naar Zuid-Noorwegen
verplaatst. Een tweetal occlusies boven Frankrijk en een koufront boven
de Duitse Bocht (Td2m rond het vriespunt) komen tussen beide
druksystemen steeds dichter bij elkaar. In de loop van de nacht bereikt
het koufront het noordoosten van het land, trekt vervolgens zeer
langzaam zuidwaarts en verlaat het zuiden in de loop van de nacht naar
zaterdag. Beide occlusies trekken nog maar nauwelijks noordoostwaarts en
komen vanmiddag aan de grond boven het uiterste zuiden van het land tot
stilstand in een frontale vore, waarna ze vanavond en komende nacht
langzaam zuidwaarts bewegen. Op 500 hPa komt ons land overdag
geleidelijk in een zadelgebied met lagedruk ten noordoosten en
zuidwesten van Nederland. Vanuit het hoogtelaag boven de Oostzee breidt
zich in de loop van de avond een ONO-WZW georienteerde trog uit tot net
noord van de Wadden. Mogelijk komt het stroomafwaarts van de trog boven
ons land daardoor tot enige activering van het front dat dan boven de
zuidelijke helft ligt. Op zaterdag komt het hele aandachtsgebied in van
oorsprong continentaal arctische lucht.

MODELBEOORDELING:
We zien steeds (kleine) verschillen in de meest noordelijke positie van
de frontale neerslagband en de activiteit ervan. Deze verschillen zijn
van grote betekenis voor waar en hoe veel sneeuw er gaat vallen later
vandaag en het eerste deel van zaterdag. De frontale zone komt in de
loop van de dag op enige hoogte in een zadelgebied terecht en aan de
grond parallel aan de stroming. Komende nacht krijgt een afsnoerende
hoogtetrog mogelijk interactie met de frontale zone, wat boven de
zuidelijke helft een (kleine) opleving in de activiteit lijkt te geven.
Dit is echter nog een onzekere factor, al laten alle modellen deze
tendens nu zien. De belangrijkste vraag is hoeveel activiteit er nog op
de neerslagband zit vanaf het moment dat de profielen koud genoeg zijn
voor droge sneeuw. Grootste kans op enige accumulatie lijkt weggelegd
voor de zuidelijke helft in de nacht naar zaterdag en zaterdagmorgen.
Maar ook verder naar het noorden moeten we wat lichte sneeuw niet
uitsluiten. Hoeveelheden accumulatie variëren ook sterk per model.
Hirlam berekent waarschijnlijk te weinig grenslaagbewolking, Harmonie36
lijkt de St sterk te overdrijven.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Grote verschillen tussen noord en zuid. In de frontale vore maar weinig
wind uit veranderlijke richtingen. In het noordelijk kustgebied,
geleidelijk ook op het IJsselmeer, oost 6 Bft, buitengaats 7 Bft. In de
loop van vandaag komen we voor de noordelijke kustdistricten buitengaats
uit op oost 8 Bft. Vanavond daarbij in het Waddengebied zware windstoten
rond 80 km/uur. Zaterdag overdag, mogelijk iets eerder, worden de gele
waarschuwingscriteria voor zware windstoten in het noorden mogelijk
gehaald. Voor de noordelijke districten is er dan buitengaats kleine
kans op oosterstorm.

BEWOLKING:
Frontale bewolking bij de naderende occlusies, vooral overdag lokaal
mogelijk ook ingebedde Cb's, toppen rond FL100-150. Toenemende kans op
stratus, die in de frontale neerslag ook aangemaakt kan worden. Ook bij
het koufront zien we een stratussignaal.

NEERSLAG:
Belangrijkste aandachtspunt is de overgang van regen naar (natte) sneeuw
in de loop van de dag. In de onderste niveaus wordt de aangevoerde lucht
achter het grondkoufront steeds kouder en droger, waardoor de regen in
de loop van vrijdag van het noorden uit overgaat in natte sneeuw en
sneeuw. In de ochtend zien we in het noordoosten een signaal voor natte
sneeuw in alle modellen, in de loop van de middag kan dit in een strook
van de kop van Noord-Holland naar Overijssel vooral landinwaarts steeds
meer sneeuw worden. Wegdektemperaturen zijn dan nog boven nul en het
lijkt om overwegend lichte sneeuwval te gaan, zodat de
wegdektemperaturen in de middag waarschijnlijk nog nergens naar het
vriespunt zullen gaan. Later vanavond en in de nacht naar zaterdag wordt
dit wel steeds meer het geval. Onderkoelde motregen lijkt niet
waarschijnlijk, de laagste temperatuur in de dikkere bewolking ligt rond
of beneden -7°C. Sneeuwaccumulaties vanaf later vanavond in de orde van
enkele centimeters voor het oosten en zuid(oost)en, tot en met
zaterdagochtend in het zuidoosten mogelijk lokaal 3-5 cm. Progtemps
laten ook noord van het belangrijkste neerslaggebied nog af en toe wat
lichte sneeuwval toe, maar dat zal dan nauwelijks meer van betekenis
zijn. Sneeuwval in combinatie met een gemiddelde wind boven 40 km/uur
(grofweg vanaf 6 Bft) lijkt niet aan te orde, maar enige driftsneeuw is
zaterdag vooral in het oosten wel mogelijk.

ZICHT:
Goed zicht, in neerslag vooral wat dichter bij de frontale vore matig,
mogelijk slecht. In de frontale vore ook kans op nevel. In sneeuwval
matig tot slecht zicht.

TEMPERATUUR:
Grote landelijke verschillen, Hirlam laat de kou waarschijnlijk te
langzaam terrein winnen. Veel wind ook in combinatie met de kou.
Harmonie36 lijkt goed aan te houden qua windchill, wat voor
zaterdagochtend in het hele land gevoelstemperaturen betekent van -10
tot lokaal -15°C. Voor deze tijd van het jaar zeer uitzonderlijk.
Zaterdag regionaal kans op een ijsdag.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI