Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 14 maart 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 13 maart 2018 om 15.31 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de zuidwestflank van een lagedrukgebied boven de Baltische Zee wordt
met een noordwestelijke stroming geleidelijk drogere maritiem polaire
lucht aangevoerd. Bijbehorende occlusie verlaat spoedig het zuidoosten.
Rug boven de Britse Eilanden beweegt komende nacht en woensdagochtend
oostwaarts over het land. Een zwakke NW-ZO georiënteerde (tweede)
occlusie in de rug bereikt rond 00 UTC de zuidwestkust, beweegt langzaam
noordoost en blijft rond het midden van het land slepen. Woensdag
positioneert zich een lagedrukgebied west van Ierland en diept daar uit.
Bijbehorend warmtefront nadert Nederland in de nacht naar donderdag en
donderdagochtend.


MODELBEOORDELING:
Aandachtspunt is vooral de grenslaag. Komende nacht bij de (tweede)
occlusie kan lokaal mist/ST ontstaan. Vooral in de westelijke helft kan
er ook in opklaringen boven land stralingsmist ontstaan. In het oosten
slechts een kleine kans op mist, daar staat iets meer wind (verder van
de rug) en meer bewolking. Het is nog wel onzeker in hoeverre het in het
oosten van het land opklaart, dus wat betreft de mist is het nowcasten
daar.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vanaf woensdagavond op nadering van het warmtefront in de kustdistricten
6 Bft.

BEWOLKING:
Bij de (eerste) occlusie ST, dit wordt iets onderschat door de modellen.
Ook in de neerslag achter de occlusie zit lokaal ST, dit zit ook niet
goed in de modellen, alleen HARM36 geeft hier een indicatie voor.
Geleidelijk moet de ST wel verdwijnen van het noordwesten uit. Bij de
tweede occlusie is weer ST mogelijk, boven land zal dit op dagelijkse
gang gaan liften.

NEERSLAG:
Bij de wegtrekkende (eerste) occlusie (mot)regen. Achter deze occlusie
is de bewolking af en toe dik genoeg om motregen te produceren, dit
wordt waargenomen, vooral HARM36 en Hirlam geven hier ook een indicatie
voor. Op nadering van de rug nemen de neerslagkansen af.



ZICHT:
In neerslag af en toe matige zichten. Bij de tweede occlusie is weer
mist mogelijk, ook komende nacht in opklaringen kan boven land mist
ontstaan (vooral in het westen, in het oosten is meer wind en
bewolking). Op dagelijkse gang zal dit gaan oplossen.



TEMPERATUUR:
Minimumtemperatuur is komende nacht overwegend net boven het vriespunt,
in het noorden lokaal rond nul. De wegdektemperatuur blijft dan wel
boven overal boven het vriespunt. In de nacht naar donderdag, met
uitzondering van het zuiden, komt de wegdektemperatuur lokaal rond of
net onder nul, dan zeer lokaal een kleine kans op gladheid als gevolg
van condensatie.



Paraaf meteoroloog: blij
Bron: KNMI