Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 14 maart 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 13 maart 2018 om 10.12 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de zuidwestflank van een lagedrukgebied boven de Baltische Zee wordt
met een noordwestelijke stroming geleidelijk drogere maritiem polaire
lucht aangevoerd. Ons aandachtsgebied bevindt zich inmiddels aan de
achterzijde van een oostwaarts trekkende bovenluchttrog. Aan de grond
ligt de scherpe trog boven het zuidoosten en deze verlaat spoedig
zuidoostwaarts het land. De bijbehorende occlusie ligt boven de
zuidoostelijke helft en trekt vanmiddag eveneens zuidoostwaarts het land
uit. Vervolgens komen we zowel aan de grond als in de bovenlucht onder
invloed van een rug die zich al opbouwend vanuit Groot-Brittannië
morgenochtend richting de Noordzee begeeft. In deze rug liggen nog wel
de restanten van een zwakke occlusie die vannacht en morgenochtend nog
net het zuidwesten van het land bereiken, met ook aan de grond hogere
dauwpunten (5-6 C) en dus vochtigere lucht. Vanaf morgenmiddag komen we
onderin aan de achterzijde van de rug en wordt de stroming geleidelijk
weer licht cyclonaal.

MODELBEOORDELING:
De synoptische ontwikkeling zit consistent in de modeluitvoer, wat zich
vertaalt in een vergelijkbaar neerslagpatroon. In de grenslaag zijn er
wel aanzienlijke verschillen. Actueel zijn deze echter nog niet zo
groot, met in alle modellen op uitgebreide schaal (lage) stratus nabij
de occlusie. H36 is net iets te vochtig en uitgebreid, HIR juist iets te
subtiel en ook zonder de lage stratus. H38 zit er op dit moment het
beste op. Bij de zwakke occlusie van morgen worden de verschillen
groter, met in de H36 op uitgebreide schaal (lage) stratus, in H38 en EC
lokaal stratus en in HIR bijna geen signaal daarvoor (ondanks dat het in
de vochtvelden wel duidelijk is terug te vinden). Op dit moment zit er
lokaal stratus boven Engeland, ook te zien in de modeluitvoer en enige
uitbreiding lijkt realistisch, ook in combinatie met de vorming van mist
boven zee bij de hogere dauwpunten. Voorlopig gaan we uit van het H38 of
EC-scenario met lokaal wel stratus in het zuidwesten. Verder hebben alle
modellen zowel landinwaarts als boven zee een sterk signaal voor mist in
opklaringen en met de wegvallende wind. Dit beeld houden we dan eveneens
aan. Overdag lost de mist en stratus boven land op en boven zee loopt
deze noordwaarts weg, dit zit consistent in de modellen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Geen bijzonderheden.

BEWOLKING:
Zie modelbeoordeling. Achter de occlusie in de FIR boven de Noordzee
actueel nog wel lokaal stratus bij de lichte (mot)regen, niet helemaal
realistisch weergegeven in de modellen en dus een aandachtspunt voor
vanmiddag en vanavond.

NEERSLAG:
Achter de occlusie in de FIR boven de Noordzee actueel nog wel af en toe
lichte (mot)regen met daarbij ook tijdelijk teruglopende condities, niet
helemaal realistisch weergegeven in de modellen en dus een aandachtspunt
voor vanmiddag en vanavond. Actueel wordt er bij hoge
neerslagintensiteiten bij de occlusie zeer lokaal wat natte sneeuw
gemeld tussen de regen door (zit niet in de NESO). De schaal is te klein
om op te nemen in de verwachting.

ZICHT:
Zie modelbeoordeling. In neerslag nog matig of slecht. Verder goed.
Vannacht en morgenochtend (vroeg) in opklaringen in de rug dus op
uitgebreide schaal vorming van mist(banken), waarbij de locatie (van de
opklaringen) wat verschilt in de modellen maar wel met een duidelijke
voorkeur voor het noordwesten. Daar ook de minste geowind (<10 kt)
dankzij de rugas. Boven de Noordzee in de rugas bij de hoge dauwpunten
eveneens lokaal vorming van mist, morgen overdag geleidelijk oplossend
en noordwaarts wegtrekkend.

TEMPERATUUR:
Tmin vannacht overwegend net boven het vriespunt, in het noorden lokaal
rond nul. Tweg dan wel boven overal boven het vriespunt. In de nacht
naar donderdag met uitzondering van het zuiden Tmin en Tweg lokaal rond
of net onder nul, dan zeer lokaal een kleine kans op gladheid als gevolg
van condensatie.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI