Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 12 maart 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 11 maart 2018 om 15.56 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de oostzijde van een sturend laag ten zuidwesten van Bretagne wordt
met een zwakke zuidelijke stroming zachte en onderin vochtige lucht
aangevoerd. Een NW-ZO georienteerd golvend koufront bevindt zich
inmiddels net ten (noord)oosten van onze omgeving. Een uitgeslagen golf
in dit front, met een kleinschalig laag aan de grond, bevindt zich boven
de Duitse Bocht en verlaat vannacht het noorden van de FIR. Een zwakke
rug boven de noordelijke helft verlaat spoedig het land. Een zwakke trog
ligt op dit moment boven België en trekt gedurende de avond noordwaarts
over het land, sterk in betekenis afnemend als gevolg van de diffluente
stroming in ons aandachtsgebied. Het eerder genoemde laag trekt
noordoostwaarts en bereikt het zuidwesten maandagavond. Bijbehorende
ingedraaide occlusie bereikt het zuidwesten in de loop van morgenmiddag
en beweegt samen met het laag gedurende morgenavond, de nacht naar
dinsdag en dinsdagochtend in oostwaartse richting over het land. Na
passage van het laag wordt de stroming noordwestelijk.

MODELBEOORDELING:
Het windveld bij de golf zit niet consistent in de modellen, waarbij de
boven het Waddengebied waargenomen 6 Bft slechts zeer subtiel in de
Harmonies en EC zit en in HIR zelfs helemaal ontbreekt. Het kleinschalig
laag aan de grond is sowieso minder diep in HIR. De stroming is zwak
(vooral nabij de zwakke rug) en de windrichting verschilt nogal in de
modellen, waarmee dit ook meteen een aandachtspunt is voor wat betreft
de mist en stratus. Op zich geven de modellen een consistent en
realistisch beeld voor wat betreft de ST en mist, maar in hoeverre de ST
en mist de kustprovincies zullen binnentrekken is afhankelijk van de
windrichting en daarmee onzeker. Overigens heeft H36 op dit moment wel
teveel mist boven zee maar sluit zich voor vannacht weer aan bij de
andere modellen. Aandachtspunt is verder hoever de mist en stratus zich
morgen overdag noordwaarts terugtrekt en oplost boven land als gevolg
van de dagelijks gang, de aanvoer van iets drogere lucht en de iets
aantrekkende stroming. Achter de occlusie trekken deze stratus en mist
opnieuw het land binnen. De Harmonies doen dit enkele uren eerder.
Voorlopig gaan we uit van HIR. Verder komen de Harmonies met enkele
regen- en onweersbuien in de zuidelijke helft en het westen van de FIR
vanavond bij de trog, welke door EC niet worden opgepikt en in HIR als
wat buiige regen. De nadruk ligt in alle modellen wel duidelijk op het
(zuid)westen. Bij de occlusie is de modeluitvoer vrij consistent.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Zie modelbeoordeling.

BEWOLKING:
De modeluitvoer is consistent en komt overeen met de actualiteit voor
wat betreft de lage stratus boven zee en in het noordwestelijk
kustgebied. Op en achter de occlusie in all modellen een duidelijk
signaal voor stratus. Aandachtspunten al genoemd in de modelbeoordeling.
Bij de trog enkele CBs en ook morgen bij de occlusie (ingebedde) CB's,
in beide gevallen met toppen tot FL250, mogelijk tot FL280.

NEERSLAG:
Bij de trog een enkele regenbui, verder noordoostwaarts geleidelijk in
activiteit afnemend dus met het zwaartepunt boven het zuiden en het
westen van de FIR. De convectiemodus is overwegend single cell bij een
CAPE van 400-700 J/Kg en weinig schering. Met toppen tot mogelijk FL280
is er bij de actiefste buien in het zuidwesten lokaal wel kans op
onweer, actueel ook waargenomen boven België. Morgen overdag op de
dagelijkse gang en op nadering van de occlusie buien en geleidelijk ook
meer buiige regen, bij een CAPE van 200-400 J/Kg en met een
vergelijkbare tophoogte nog een kleine kans op onweer. In het
noordoosten relatief droger, maar wel mogelijk convergentie onderin (in
het zadelgebied) en daar dus ook een verhoogde kans op enkele buien.

ZICHT:
Boven de Noordzee en het noordwestelijk kustgebied op uitgebreide schaal
mist, goed overeenkomend met de werkelijkheid. Onzekerheden omtrent de
uitbreiding vanavond en vannacht en het terugtrekken morgen overdag al
genoemd in de modelbeoordeling. We volgen voorlopig het beeld uit HIR.
Verder landinwaarts ook een duidelijk signaal voor de vorming van mist
in opklaringen vannacht en morgenochtend vroeg, realistisch gezien de
hoge dauwpunten en zwakke stroming. Morgen overdag blijft het
Waddengebied waarschijnlijk gevoelig voor mist. Bij en achter de
occlusie loopt de mist vanuit het noordwesten het land weer binnen in de
nacht naar dinsdag, consistent en realistisch in de modeluitvoer.

TEMPERATUUR:
De temperatuur blijft in de modeluitvoer duidelijk achter in gebieden
met stratus en mist overdag, iets dat realistisch is. Verder geen
bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI