Guidance middellange en lange termijn

Opgesteld door het KNMI op zondag 11 maart 2018 om 02.28 uur

Geldig van dinsdag 13 maart tot zondag 25 maart

Synoptische ontwikkeling:
Een zwakke hoogtetrog boven West-Europa trekt oostwaarts. Op de Oceaan
vormt zich rond 20 WL een cyclonale afsnoering. Boven het Noordzeegebied
vormt zich een ZO-NW georienteerde hoogterug. Het patroon gaat aan het
eind van de week over in een dipool. Aan de grond trekt een hoog van het
noorden van Scandinavie naar de Balkan. De stroming boven West-Europa
draait van zuid naar zuidoost tot oost. Na het weekeinde gaat de dipool
als gevolg van cyclonale ontwikkelingen op de oostflank (een hoogtetrog
die over Scandinavie zuidwaarts trekt) over in een omega met de as van
het hoog rond 20 WL. De straalstroom bevindt zich dan langs ongeveer 40
NB. Tot en met het einde van de periode blijft het patroon min of meer
geblokkeerd met in de loop van de week van 19 maart een toename van de
cyclonaliteit en onzekere posities van de sturende systemen.

Modelbeoordeling en onzekerheden:
Grootschalig gezien is de uitvoer consistent met die van de vorige runs.
Tot en met het weekeinde is de eps uitvoer eensluidend: Een sturend laag
dat geleidelijk opvult op de Oceaan ten ZW van de Britse Eilanden en een
hoog boven Scandinavie of het Oostzeegbied met in het aandachtsgebied
een zuidoostelijke stroming. In ongeveer 40% van de leden is er
duidelijk cyclonale invloed. In een naar ongeveer 50% toenemend deel van
leden bereikt ons in het weekeinde duidelijk koudere en drogere lucht,
in zo'n 20-30% van de leden komt de temperatuur overdag vanaf zaterdag
slechts enkele graden boven nul. Na 19 maart is de onzekerheid groot
doordat de positie van de sturende systemen sterk varieert in de eps
uitvoer en daarmee de stromingsrichting in het aandachtsgebied onzeker
wordt. Wel lijkt het aandeel van cyclonale oplossingen toe te nemen.

Samenvatting meerdaagse-periode:
Dinsdag buien. Woensdag droog, daarna vooral in het zuiden toenemende
kans op af en toe regen. Temperaturen eerst rond of iets boven normaal,
aan het einde van de periode 40% kans op beduidend lagere temperaturen.

Samenvatting EPS-periode:
50% kans op meest droog en (vrij) koud weer, 50% kans op wisselvallig
weer met temperaturen rond of boven normaal. In de tweede helft van de
periode toenemende onzekerheid.



Paraaf meteoroloog: huiskamp
Bron: KNMI