Guidance middellange en lange termijn

Opgesteld door het KNMI op zaterdag 10 maart 2018 om 02.02 uur

Geldig van maandag 12 maart tot zaterdag 24 maart

Synoptische ontwikkeling:
Uit een complexe hoogtetrog tussen 0 en 40 WL met diverse kernen aan de
grond trekt een deel oostwaarts terwijl het westelijk deel afsnoert en
een omega-patroon vormt waarvan de as van het hoog op 500 hPa van het
Alpengebied naar IJsland komt te liggen. Dinsdag of woensdag passeert de
rugas Nederland, waarna de stroming zuid tot zuidoost wordt. In het
weekeinde van 17 maart trekt in de oper uitvoer het hoog op 500 hPa
westwaarts omdat een hoogtelaag vanaf Scandinavie in zuidwestelijke
richting uitbreidt. Aan de grond bevindt zich dan een omvangrijk hoog
boven Scandinavie, wat zich later naar de noordelijke Atlantische Oceaan
verplaatst. In veel leden komen we in of na het genoemde weekeinde
echter snel onder invloed van een sturend laag ten zuidwesten van de
Britse Eilanden, wat zich noord- of oostwaarts verplaatst.

Modelbeoordeling en onzekerheden:
De oper uitvoer is consistent met die van de vorige run, maar de
oplossing maakt deel uit van slechts ongeveer 20% van de leden. De
neerslagkans neemt rond het midden van de week duidelijk af als gevolg
van de passage van de rugas. Daarna neemt de neerslagkans weer toe als
gevolg van de invloed van het laag ten zuidwesten van de Britse Eilanden
Vanaf het weekeinde van 17 maart is er een toenemend aantal leden met
benedennormale temperaturen, oplopend naar zo'n 60%. De 20% leden waar
de oper uitvoer bijhoort leidt vanaf het weekeinde tot zeer koud weer
voor de tijd van het jaar met 's nacht lichte tot matige vorst en
overdag temperaturen van rond of hooguit enkele graden boven nul. De
tendens naar lagere temperaturen wordt naast de eerdergenoemde 20% van
de leden veroorzaakt doordat het sturend laag zich oostwaarts (naar
zuidoost-oost Europa) verplaatst waardoor bij ons de stroming
noordoostelijk wordt, het zwaartepunt van de hoge druk ligt dan boven
Scandinavie of ten westen daarvan. De kans op significante sneeuwval
lijkt klein, circa 5%. In de rest van de leden ligt het laag ten westen
van ons en is de stroming zuidwestelijk of zuidelijk.

Samenvatting meerdaagse-periode:
Afnemende kans op regen, temperaturen rond of boven normaal.

Samenvatting EPS-periode:
60% kans op overgang naar (vrij) koud en meest droog weer. 40% kans op
aanhoudend vrij zacht en wisselvallig weer.



Paraaf meteoroloog: huiskamp
Bron: KNMI