Guidance middellange en lange termijn

23-02-2018 03:00
Guidance middellange en lange termijn

Opgesteld door het KNMI op vrijdag 23 februari 2018 om 02.46 uur

Geldig van zondag 25 februari tot vrijdag 09 maart

Synoptische ontwikkeling:
Een hoogterug strekt zich uit vanaf de Azoren tot aan de Noorse Zee.
Onder invloed van een omvangrijk en krachtig (1050 hPa) hogedrukgebied
boven Noord-Europa wordt er met een oost- tot noordoostelijke stroming
koude en droge polaire en geleidelijk arctische lucht aangevoerd. In de
eerste helft van volgende week breidt een tong van hogedruk zich
westwaarts uit richting IJsland. Tegelijkertijd verplaatst een
lagedrukgebied boven de Atlantische Oceaan zich geleidelijk richting
zuidwest Europa, met als gevolg dat er een brede oost- tot
noordoostelijke stroming in stand wordt gehouden. Hierin wordt
aanhoudend arctische lucht aangevoerd afkomstig uit noordoost Europa. In
de bovenlucht heeft de rug zich inmiddels noordwaarts verplaatst
richting IJsland en is er tussen twee afsnoeringen (boven de oceaan en
boven Centraal-Europa) een duidelijke omega-blokkade ontstaan. In de
tweede helft van volgende week verplaatst het zwaartepunt van de
hogedruk zich richting IJsland en uiteindelijk Groenland. De
invloedssfeer van de lagedrukgebieden breidt zich dan geleidelijk verder
uit over Zuid- en Centraal-Europa. In de bovenlucht maakt de
omega-blokkade dan geleidelijk plaats voor een Atlantische blokkade.

Modelbeoordeling en onzekerheden:
Tot en met halverwege volgende week heerst er binnen het EPS grote
consistentie met een geleidelijke neerwaartse trend wat betreft de
temperatuur, met matige vorst in de nachten en temperaturen rond het
vriespunt overdag. Van dinsdag tot en met vrijdag is er 50% kans op
ijsdagen, op woensdag en donderdag zelfs 70-80%. Er is dan ook een
kleine kans (10-20 %) op strenge vorst in de nacht en 30-40% kans op
gevoelstemperaturen die op uitgebreide schaal beneden de -15 komen in de
nachten. Tot en met maandag blijft het droog. Vanaf begin volgende week
neemt het aantal leden met wat lichte neerslag toe, in de orde van 30%,
voornamelijk als gevolg van het binnenlopen van zeer koude lucht op
hoogte. Hierdoor kan er meer (convectieve) bewolking ontstaan en kunnen
er lichte buien gaan voorkomen boven de Noordzee, die van tijd tot tijd
met name de kustprovincies aan kunnen gaan doen. De neerslagsoort in de
koude lucht zal aanvankelijk vrijwel zeker (droge) sneeuw zijn en deze
zou lokaal kunnen blijven liggen en gladheid kunnen veroorzaken. Met een
wat meer noordelijke component in de windrichting vanaf einde volgende
week wordt de lucht in de kustgebieden dan mogelijk ook vochtiger
waarbij de kans op gladheid eveneens toeneemt.
Vanaf halverwege volgende week zien we de spreiding in de oplossingen
geleidelijk toenemen. Het stromingspatroon blijft in veruit de meeste
gevallen geblokkeerd en er blijft een flink aantal koude en droge
oplossingen aanwezig. Geleidelijk zien we in steeds meer oplossingen
echter een Atlantische blokkade met lagedrukgebieden boven Zuid- of
Centraal Europa, waarbij de stroming in onze omgeving meer noordelijk of
zelfs westelijk wordt. Dit heeft tot gevolg dat er vochtigere en iets
zachtere lucht vanaf de Noordzee wordt aangevoerd en ook de
neerslagkansen toenemen. Bij temperaturen overdag enkele graden boven
nul zal dit veelal nog (natte) sneeuw zijn. Diep in de polaire lucht
blijft de temperatuur over het algemeen nog (ruim) beneden het langjarig
gemiddelde. Slechts een klein aantal leden (ca. 25%) laat de temperatuur
verder oplopen naar normale waarden voor de tijd van het jaar.

Samenvatting meerdaagse-periode:
Koud tot zeer koud winterweer met in de nacht matige, mogelijk strenge,
vorst en overdag temperaturen rond het vriespunt. Tot en met begin
volgende week droog en tamelijk zonnig. Daarna geleidelijk meer
wolkenvelden en een toenemende kans op wat lichte winterse neerslag.

Samenvatting EPS-periode:
Aanvankelijk grote kans (ca. 70%) op een koud en overwegend droog
weertype met 's nachts meest matige vorst en overdag maxima rond of net
boven het vriespunt. In de loop van de verwachtingsperiode neemt de kans
op een minder koud en wisselvalliger weertype geleidelijk toe. Aan het
einde van de periode ca. 25% kans op temperaturen rond of boven
normaal.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI