Guidance middellange en lange termijn

21-02-2018 04:00
Guidance middellange en lange termijn

Opgesteld door het KNMI op woensdag 21 februari 2018 om 02.46 uur

Geldig van vrijdag 23 februari tot woensdag 07 maart

Synoptische ontwikkeling:
Een hoogterug strekt zich uit van de Azoren tot boven de Noorse Zee,
breidt zich langzaam noordwaarts uit en blijft nagenoeg stationair
gedurende de rest van de week. Aan de grond is het hogedrukgebied boven
Groot-Brittanni? inmiddels een verbinding aangegaan met een
hogedrukgebied boven Scandinavie. Het centrum hiervan verplaatst zich
vandaag en morgen geleidelijk naar noordoost-Europa en het hoog houdt
een uitloper tot boven de centrale Noordzee. Als gevolg wordt er met een
oost- tot noordoostelijke stroming vrij koude en droge continentaal
polaire lucht aangevoerd. Vrijdag en in het weekeinde verplaatst het
zwaartepunt van de hogedruk zich naar Noord-Scandinavi? waar zich een
sterk hogedrukgebied opbouwt (tot 1050 hPa net ten noorden van Lapland).
Hierdoor neemt de gradient (tijdelijk) iets toe en wordt er geleidelijk
steeds koudere en droge arctische lucht aangevoerd. Begin volgende week
nemen de drukwaarden boven Scandinavie geleidelijk af en breidt de
hogedruk zich westwaarts uit richting IJsland. Tegelijkertijd breidt de
invloedsregio van een complex lagedrukgebied boven de Atlantische Oceaan
zich geleidelijk uit over zuidwest Europa, met als gevolg dat er een
brede oost- tot noordoostelijke stroming in stand wordt gehouden. Hierin
wordt aanhoudend arctische lucht aangevoerd afkomstig uit noordoost
Europa. In de bovenlucht heeft de rug zich inmiddels noordwaarts
verplaatst en is er tussen twee afsnoeringen (boven de oceaan en boven
Centraal-Europa) een duidelijke omega-blokkade ontstaan.

Modelbeoordeling en onzekerheden:
Tot en met begin volgende week heerst er binnen het EPS grote
consistentie met een duidelijke maar geleidelijke neerwaartse trend wat
betreft de temperatuur. In de nacht en vroege ochtend aanvankelijk meest
lichte, lokaal matige vorst. Vanaf het weekeinde en vooral begin
volgende week landinwaarts meest matige vorst. Overdag aanvankelijk ruim
boven het vriespunt, geleidelijk dalend tot rond het vriespunt begin
volgende week. Gladheid als gevolg van condensatie blijft daarmee een
aandachtspunt. Tot en met het weekeinde blijft het droog. Vanaf begin
volgende week neemt het aantal leden met wat lichte neerslag toe,
voornamelijk als gevolg van het binnenlopen van zeer koude lucht op
hoogte (850-500 hPa). Hierdoor kan er meer (convectieve) bewolking
ontstaan en kunnen er lichte buien gaan voorkomen boven de Oostzee en de
Noordzee, die van tijd tot tijd met name de kustprovincies aan kunnen
gaan doen. De neerslagsoort in de koude lucht zal aanvankelijk vrijwel
zeker (droge) sneeuw zijn en deze zou lokaal kunnen blijven liggen en
gladheid kunnen veroorzaken. Met een wat meer noordoostelijke
windrichting wordt de lucht in de kustgebieden dan mogelijk ook
vochtiger waarbij de kans op gladheid eveneens toeneemt.
Vanaf halverwege volgende week zien we de spreiding in de oplossingen
sterk toenemen. Het stromingspatroon blijft in veruit de meeste gevallen
geblokkeerd en er blijft een flink aantal zeer koude en droge
oplossingen aanwezig, waarvan enkelen zelfs nog met een verder
verscherping van de kou komen, waarbij de gevoelstemperatuur mogelijk
onder de -15 graden uit zou kunnen komen. Geleidelijk zien we in steeds
meer oplossingen echter een overgang van het stromingspatroon naar een
Atlantische blokkade, waarbij de stroming in onze omgeving meer
noordelijk of zelfs noordwestelijk wordt. Dit heeft tot gevolg dat er
vochtigere en iets zachtere lucht vanaf de Noordzee wordt aangevoerd en
ook de neerslagkansen toenemen. Bij temperaturen overdag enkele graden
boven nul zal dit veelal nog (natte) sneeuw zijn. Met een wind die
veelal blijft komen uit richtingen tussen noord en oost blijft de
temperatuur zeer waarschijnlijk nog (ruim) beneden het langjarig
gemiddelde. Slechts een klein aantal leden (ca. 10%) laat de temperatuur
verder oplopen.

Samenvatting meerdaagse-periode:
Licht winters weertype met in de nacht en vroege ochtend lichte en later
matige vorst. Maxima aanvankelijk nog ruim boven het vriespunt,
geleidelijk afnemend tot rond het vriespunt. Verder is het droog en
tamelijk zonnig.

Samenvatting EPS-periode:
Aanvankelijk grote kans (ca. 80%) op een koud en overwegend droog
weertype met 's nachts meest matige vorst en overdag maxima rond het
vriespunt. In de loop van de verwachtingsperiode neemt de kans op een
minder koud weertype geleidelijk toe.



Paraaf meteoroloog: wijs
Bron: KNMI