Guidance middellange en lange termijn

17-02-2018 05:20
Guidance middellange en lange termijn

Opgesteld door het KNMI op zaterdag 17 februari 2018 om 06.00 uur

Geldig van maandag 19 februari tot zaterdag 03 maart

Synoptische ontwikkeling:
Tussen een hoogterug boven de Britse Eilanden een een zuidwaarts
bewegend hoogtelaag boven Denemarken trekt op maandag een
warmtefrontafloper over onze omgeving zuidoostwaarts. Vanaf dinsdag zien
we boven de westelijke Middellandse Zee een omvangrijk lagedrukgebied
tot ontwikkeling komen terwijl de hoogterug boven de Britse Eilanden
zich geleidelijk versterkt tot een blokkade met een uitloper richting de
Noorse Zee. Aan de grond zien we boven Scandinavie de ontwikkeling van
een krachtig hogedrukgebied. Met een noordoostelijke stroming wordt dan
geleidelijk steeds koudere en drogere continentaal polaire lucht
aangevoerd. Later in de week en in het volgende weekeinde lijkt de
blokkade in het bovenluchtpatroon zich via de westrand van Scandinavie
te verplaatsen richting de Noordelijke IJszee. Het hoog lijkt zich dan
nog wat verder te versterken en het centrum verplaatst zich dan naar het
noorden van Scandinavie. Mogelijk kan dan nog wat koudere lucht ons land
bereiken.

Modelbeoordeling en onzekerheden:
Tot het einde van de wordt de bovenstaande synoptische ontwikkeling van
de Oper door het merendeel van de EPS-leden ondersteund. Op maandag zien
bij de frontale afloper nog een duidelijk neerslagsignaal. In de
westelijke helft van het land is dit regen, in het oosten en zuidoosten
mogelijk ook (natte)sneeuw. Vervolgens zien we vanaf dinsdag de
temperatuur elke dag een stapje terug doen met maxima die dalen naar
waarden iets boven nul en minima die aan het einde van de week rond de
-5?C komen te liggen. Bovendien zal de zon door de aanvoer van steeds
drogere lucht steeds vaker te zien zijn en blijft het na de neerslag op
maandag zo goed als droog. Het zuidoosten van het land lijkt een fractie
kouder te worden dan elders, bij een wind uit noordoost en later oost
tot noordoost is de invloed van de nog relatief warme Oostzee hier
beperkt. Vanaf het volgende weekeinde (24/25 februari) gaan de
oplossingen uiteenlopen. De positie van het hoog wordt bepalend of er
nog wat koudere lucht uit Rusland wordt aangevoerd (al dan niet op enige
hoogte begeleid door een koudeput) of dat de bovenluchten geleidelijk
opwarmen. Aanvankelijk krijgt de Oper nog vrij veel steun met overdag
maxima rond of iets boven het vriespunt en minima rond de -5?C. Toch
zien we vanaf dan ook een geleidelijk toenemend aantal leden dat het
hoog wat meer boven het zuiden van Scandinavie of Oost-Europa
positioneren of dat het hoog boven het noorden van Scandinavie een
uitloper richting Oost-Europa krijgt. In dat geval stokt de aanvoer van
nog koudere lucht of kan er met een zuidoostelijke stroming zelfs weer
wat zachtere lucht aangevoerd worden. De aangevoerde lucht blijft in de
meeste gevallen nog wel erg droog waardoor de zon veel ruimte krijgt. De
kracht van de zon wordt steeds beter zichtbaar in de amplitude van de
dagelijkse gang. Na het volgende weekeinde neemt de kans op maxima boven
de 10?C toe naar 20-30%. De kans op vorst in de nacht neemt slechts
geleidelijk af van 90% in het volgende weekeinde naar nog steeds zo'n
50-60% aan het einde van de verwachtingsperiode.

Samenvatting meerdaagse-periode:
Op maandag nog bewolkt en af en toe regen,in het oosten en zuidoosten
mogelijk ook (natte) sneeuw. Vanaf dinsdag droog, steeds meer zon en
geleidelijk kouder.

Samenvatting EPS-periode:
Aanvankelijk een vrij grote kans op een koud, overwegend droog en vrij
zonnig weertype met overdag temperaturen rond of enkele graden boven nul
en in de nachten lichte tot matige vorst. De kans op hogere temperaturen
(met name overdag) neemt gedurende deze periode geleidelijk toe, het
blijft grotendeels droog.



Paraaf meteoroloog: homan
Bron: KNMI