Guidance modelbeoordeling voor Nederland

09-02-2018 01:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 10 februari 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 09 februari 2018 om 01.09 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een zuidelijke stroming voert vrij droge continentale lucht aan. Boven
het noorden van de FIR bevindt zich nog een oud warmtefront, deze zal in
de loop van de nacht noordwaarts verdwijnen. Een ZW-NO georienteerde
occlusie boven Oost-Engeland wordt in de loop van de ochtend boven
Zeeland verwacht, kort gevolgd door een ander occluderend frontaal
systeem dat zich momenteel boven de Ierse Zee bevindt (oorspronkelijk
een CAD onder invloed van een scherpe hoogtetrog). Deze brede frontale
zone trekt overdag langzaam oostwaarts, de frontale vore heeft onder
invloed van de nog altijd vrij koude lucht boven land moeite om het land
op te komen. Pas in de nacht naar zaterdag en zaterdag overdag trekt de
trog, met daarin nog een ingedraaide occlusie, naar Duitsland weg. Ten
westen van deze trog draait de wind naar een westelijke richting en
voert zachtere maritiem polaire lucht aan. We profiteren dan tijdelijk
van een rug, zaterdagavond laat bereikt een nieuw frontaal systeem
alweer de westkust.

MODELBEOORDELING:
De neerslag overdag lijkt in alle modellen als sneeuw te beginnen
(nattebol rond nul), de vraag is vooral hoeveel daarvan accumuleert. Dat
hangt af van de 2m-temperatuur en de wegdektemperaturen. T2m lijken een
fractie te laag in de modellen, de wegdektemperaturen zouden voor de
eerst sneeuw valt in het midden en oosten al moeten zijn opgelopen tot
4-5 C. In de zuidwestelijke helft komt de neerslag het eerst, zijn de
wegdektemperaturen op dat moment het laagst en de sneeuwintensiteiten
het hoogst. Daar de grootste kans op accumulatie (1-3 cm hooguit).
Vervolgens is er onzekerheid in de snelheid waarmee de trog oostwaarts
trekt. Bij de trog weinig wind en in mogelijk opklaringen grote kans op
mist en mogelijk ook (verraderlijke) bevriezingsgladheid. Modellen geven
allen een duidelijke indicatie hiervoor, doch is het lastig hier exacte
uitspraken over te doen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Op nadering van de frontale zone 6-7 Bft buitengaats, achter de frontale
vore zou een NW 6 Bft op de zuidwestkust kunnen komen te staan kort na
passage van de frontale trog. Hirlam heeft de meeste wind op de kust.

BEWOLKING:
Bij het warmtefront boven het uiterste noorden van de FIR (lage)
St-bewolking. Bij de frontale zone vanuit het westen een stabiele opbouw
met vorming van ST onder de frontale bewolking. De Harmonie uitvoer
lijkt realistisch, de Hir uitvoer zoals altijd duidelijk te droog. Ook
na passage van de occlusie reële kansen op ST omdat er weinig stroming
is, vooral in de nacht naar zaterdag. Tevens kans op mist die
zaterdagochtend eerst optrekt naar St-niveau. Bij de ingedraaide
occlusie met name boven de zuidwestelijke FIR enkele geclusterde CB's,
toppen tot FL130. Zaterdagmiddag vanuit het westen opklaringen, in het
oosten kan het lang bewolkt blijven. Zaterdag laat in de avond de eerste
St-bewolking behorend bij het volgende frontale systeem boven het westen
van de FIR.

NEERSLAG:
De timing van de neerslagzone is vrij consistent in de diverse uitvoer.
Het is ook duidelijk dat de neerslag als (natte) sneeuw begint, maar de
accumulatie is nogal onzeker (zie modelbeoordeling). We gaan nu uit van
1-3 cm in het westen en midden, 0-2 in het oosten en 0-1 in het
noordoosten. In het westen van Brabant zou tijdelijk tot 5 cm kunnen
vallen. Intensiteiten nemen naar het oosten toe af, maar pas bij en na
passage van de trogas wordt de neerslag volledig vloeibaar.
Aandachtspunt is dat in Hir18 in het noordoosten een klein signaal (zie
NESO/progtemp) voor mengvormen terug te vinden is zaterdagochtend (nog
voor passage van de trogas). Hir is hiermee wel de enige. Zaterdag
overdag zou op de ingedraaide occlusie nog een regenbui kunnen
voorkomen, vooral boven het zuidwesten van de FIR (daar ook geclusterd).
Bij het volgende frontaal systeem boven het westen van de FIR regen, in
de nacht naar zondag landinwaarts opnieuw kans op tijdelijk sneeuwval
(zie EC-uitvoer).

ZICHT:
Vannacht boven land vrijwel geen zichtverslechtering Vgeo 20+ kn.
Overdag sneeuw matig tot slecht. Aandachtspunt is de vorming van
(tamelijk dikke) mist in de trog als er opklaringen voorkomen. Modellen
hebben daarvoor duidelijke signalen. Zaterdag kan het in het oosten
eerst nog mistig/nevelig zijn, vanuit het westen goede zichten.

TEMPERATUUR:
Uitvoer lijkt zoals eerder gezegd aan de koude kant. Overdag is de
temperatuur sterk van invloed op de accumulatie van sneeuw, omdat het om
een marginale situatie gaat. Er is duidelijk verschil in het oplopen van
de temperatuur tijdens de neerslag, de Hir- en EC uitvoer lijken hier,
ook gezien eerdere ervaringen, te snel mee, de Harmonie uitvoer geeft
een realistisch beeld, in sneeuw ligt de temperatuur tussen 0 en 1
graad. Zaterdagnacht sterk afhankelijk van opklaringen, in opklaringen
iets onder nul met mogelijk verraderlijke bevriezingsgladheid tot
gevolg. Echter, eventuele vorming van wat dikkere mist kan ook de
uitstraling in opklaringen weer tegengaan.



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI