Guidance modelbeoordeling voor Nederland

08-02-2018 04:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 09 februari 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 08 februari 2018 om 04.57 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een aflandige wind voert onderin de atmosfeer koude, droge lucht aan.
Vlak voor de kust ligt (04 UTC) in een scherpe NO-ZW georienteerde vore
een zwakke occlusie. Deze occlusie wordt verzwakt door een diffluent
stromingspatroon in de onderste 1500 m. Achter de occlusie bevindt zich
minder koude en wat vochtiger lucht. Deze glijdt over een koude plaklaag
heen, die voorlopig nog niet verdreven wordt. De occlusie komt aan de
grond niet door en verpietert overdag. Boven het noordwesten van de FIR
ligt een inactief (hoogte)warmtefront, gevolgd door een actievere
occlusie die erop inloopt. De neerslag van de tweede occlusie bereikt in
de loop van vrijdagochtend de westkust en trekt langzaam en in betekenis
afnemend dieper landinwaarts. De frontale trog ligt vrijdagavond pas
boven het (uiterste) westen van het land, waardoor dieper landinwaarts
de stroming gekrompen blijft en de koudere lucht aanwezig blijft.

MODELBEOORDELING:
Aandachtspunten zijn de lichtje buien bij de eerste occlusie en de
neerslag(soort) bij de tweede occlusie op vrijdag. Een enkele lichte
(natte) sneeuwbui kan de kust op trekken, met name Ha36 laat een
realistisch scenario zien. De neerslagsoort lijkt sneeuw te zijn met
toppen die actueel tot onder -10 C reiken, in de progtemps (bijv.
Vlissingen) zien we geleidelijk een dunne smeltlaag rond 1000 vt terug.
Boven Belgiƫ lijkt die wat prominenter aanwezig, daar meldingen van
regen/onderkoelde neerslag. Blijft een klein aandachtspunt. Vrijdag
lijkt de neerslagsoort met enige zekerheid (natte) sneeuw te zijn. De
modellen zijn hier consistent in, al is de positie van de frontale trog
erg onzeker. Ha36 berekent een wat grotere vloeibare fractie. Enige
accumulatie lijkt wel mogelijk, al laat Ha36 de wegdektemperaturen
razendsnel oplopen overdag. Intensiteiten zijn wel laag, mogelijk zijn
de temperaturen onderin (vooral in het oosten met eerst wat zon) toch al
wat te ver opgelopen voor accumulatie. Echter Tw wel vrijwel overal
onder nul. Bij en achter de frontale trog een onzeker beeld qua
neerslagsoort (met name Hirlam mengvormen), opklaringen en mogelijke
gladheid. Tenslotte is er momenteel meer bewolking aanwezig dan de
modellen (verschil in Ha36 is markant: mist wolkenwater), waardoor de
minima in de westelijke helft beduidend hoger uitvallen. Representatie
van de grenslaagbewolking bij de tweede occlusie ziet er behoorlijk
verschillend uit. We neigen hierbij naar het beeld van Ha36, lage
St-bewolking lijkt in dit soort situaties waarschijnlijk.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vrijdag op nadering van de tweede occlusie 6-7 Bft buitengaats, achter
de frontale trog zou een NW 6 Bft op de kust kunnen komen te staan.
Hir00 berekent de frontale trog het scherpst (zelfs een klein laagje)
met een venijnig windbandje voor de Zeeuwse kust met 7-8 Bft. Voorlopig
niet gehonoreerd, Hirlam staat bekend om de (mis-)berekening van kleine
laagjes.

BEWOLKING:
Bij de eerste occlusie Sc en zeer lokaal St (overigens actueel lokaal
wat flarden boven zee), Hirlam geeft een goed beeld. Tevens een enkele
geisoleerde (ingebedde) Tcu/Cb toppen FL080-100/-12C. Vrijdag een dik
frontaal pakket bij de tweede occlusie met grote kans op lage
St-bewolking. Nabij en achter de frontale vore later kans op mist en
lage St-bewolking.

NEERSLAG:
Bij de occlusie lichte buitjes, boven zee regen, langs de kust (natte)
sneeuw (Vlissingen meldde om 04:30 UTC sneeuw). Toppen van de
(convectieve) bewolking lijkt met -10 graden of lager koud genoeg voor
aanmaak van sneeuw. Boven land blijft er weinig meer van over, maar een
zeer klein signaal blijft in sommige modellen/runs bestaan. Begin van de
ochtend zien we wel even een dunne smeltlaag (nattebol lokaal rond 1
graad boven nul), maar de vraag is of er dan nog wel neerslag valt.
Mocht dat het geval zijn, dan is de neerslag mogelijk deels vloeibaar
(zoals gemeld in Belgie) en is er kans op bevriezing in het uiterste
westen. De neerslag bij de tweede occlusie lijkt als sneeuw te gaan
vallen, mogelijk met kleine accumulaties (1-2 cm in de westelijke
helft). In het oosten zou de temperatuur al zodanig kunnen zijn
opgelopen dat accumulatie lastig wordt. In het westen zou de neerslag
later bij de frontale vore (wind draait naar noordwest) over kunnen gaan
in regen, met name Hirlam geeft ook mengvormen (er lijkt geen smeltlaag
aanwezig).

ZICHT:
De aangevoerde lucht is niet al te schoon, met name in het noordoosten
komt nevel/grondmist voor (daar ook de minste wind). Overdag vrijwel
overal goede zichten. Vrijdag in sneeuw matig tot slecht. Later op
vrijdag zou er in de frontale vore in een mogelijke opklaring ook mist
kunnen ontstaan.

TEMPERATUUR:
In het oosten vannacht matige vorst, zeer lokaal (vooral boven sneeuw in
Limburg) strenge vorst. Minima in de westelijke helft dus beduidend
hoger dan de modellen. In de westelijke kustprovincies nauwelijks vorst
onder het wolkendek. Overdag enkele graden boven het vriespunt.
Vrijdagochtend is de natteboltemperatuur overal waarschijnlijk nog onder
nul als de neerslag begint. Vrijdagavond lijkt het landinwaarts (nog
altijd gekrompen wind) weer licht te gaan vriezen, gladheidskansen nemen
dan sterk toe als er wat (natte) sneeuw is gevallen die deels gesmolten
is. Ook bij en achter de vore zou in opklaringen bevriezingsgladheid
kunnen optreden.



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI