Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 01 februari 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 31 januari 2018 om 17.22 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een complex lagedrukgebied boven de Noorse Zee verplaatst zich
geleidelijk naar de Visserbank. Bijbehorend koufront ligt aanvankelijk
nog boven het (uiterste) zuidoosten en verlaat spoedig oostwaarts het
land. Achter het koufront wordt geleidelijk koudere maritiem polaire
lucht aangevoerd en neemt de onstabiliteitsdiepte verder toe. Een
(bovenlucht)trog boven Schotland trekt in de loop van de nacht naar
donderdag zuidoostwaarts over de FIR. De temperatuur op 500 hPa gaat dan
tijdelijk naar -37/-38°C. Het laag verplaatst zich verder
zuidoostwaarts en komt in de loop van donderdag nagenoeg tot stilstand
boven Denemarken. Dit patroon houdt een noordwestelijke stroming in
stand waarin donderdag en de nacht naar vrijdag aanhoudend onstabiele
polaire lucht wordt aangevoerd en enkele troggen voorkomen. In de nacht
naar vrijdag en vrijdagochtend verplaatst het laag naar
Noordwest-Duitsland en vormt zich aan de zuidwestflank een scherpe trog,
welke gedurende de nacht en ochtend zuidoostwaarts het land zal
passeren.

MODELBEOORDELING:
Synoptisch gezien zijn er tot en met donderdag geen grote verschillen in
de modellen. In de nacht naar vrijdag en vrijdagochtend beginnen de
modellen uiteen te lopen, waarbij er met name verschillen ontstaan in de
scherpte en timing van laatstgenoemde trog. In H36 vormt zich zelfs een
aparte kern van lagedruk, welke vervolgens zuidoostwaarts over het land
trekt. Dit heeft vanzelfsprekend gevolgen voor het bijbehorende wind- en
neerslagbeeld.
In de grenslaag zijn ook eerder al verschillen aan te merken,
voornamelijk in de mate van de vorming en hoeveelheid lage bewolking in
gebieden met geclusterde buien (nabij troggen) en als gevolg van
winterse neerslag.


AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Langs de kust 6 tot 7 Bft, vooral bij de buien kans op windstoten. De
windstoten zijn vooral voorbehouden boven zee en aan de kust en zullen
zo tussen de 35 en 40 kt uitkomen. Landinwaarts zullen de windstoten
aanmerkelijk lager uitvallen. Vanavond en vannacht ten zuiden van het
laag boven de noordelijke Noordzee 8 Bft, H36 & H38 komen aanvankelijk
lokaal met 9 Bft, ingeschat als een kleine kans. Later op donderdag en
in de nacht naar vrijdag lokaal ook 8 Bft bij de scherpe trog aan de
westflank van het laag dat zich dan inmiddels boven Denemarken bevindt.
Afhankelijk van de scherpte van de trog of de vorming van een aparte
kern kan de exacte locatie van het scherpste windveld verschillen.

BEWOLKING:
Geleidelijk verder toenemende onstabiliteitsdiepte, met op het koufront
in het frontale pakket ook enkele (embedded) CB's, met toppen tot
ongeveer FL180. Dieper in de polaire lucht CB?s met toppen geleidelijk
stijgend naar ca. FL250. Tijdens het passeren van een trog is clustering
van de CB's mogelijk. Verder overwegend cumuliforme bewolking. Bij de
troggen en geclusterde buien zien we vooral donderdagochtend en in de
nacht naar vrijdag in alle modellen een duidelijk signaal voor de
vorming van lage SC en ST, met name verder landinwaarts. H36 is daarin
het meest overtuigend en laat een groot deel van het land enige tijd
vollopen met ST, lokaal ook beneden 500 vt. Op dit moment gaan wij hier
nog niet van uit. In de nacht naar vrijdag beginnen de modellen verder
uiteen te lopen met nabij en oost van de scherpe trog of het laagje een
verder toenemende kans op lage SC en ST

NEERSLAG:
Bij het koufront aanvankelijk nog buiige regen en ingebedde buien.
Achter het koufront buien, soms geclusterd bij het passeren van een
trog. Bij een Cape van 200-400 J/kg en een effectieve schering van 20-30
kt is de convectiemodus multicell. Met het kouder worden van de
bovenlucht is er bij buien vanavond en vannacht geleidelijk een
toenemende kans op korrelhagel, onweer vooral verder landinwaarts
mogelijk ook natte sneeuw. Donderdagochtend kan er bij de trog vooral
landinwaarts af en toe natte sneeuw voorkomen, waarbij in het
wegdekmodel de wegdektemperaturen kortdurend naar 0°C gaan. Dit zou
lokaal gladheid kunnen opleveren door het kortdurend blijven liggen van
hagel of zelfs natte sneeuw. Later op donderdag wordt de bovenlucht weer
een fractie minder koud, waarmee de kansen op natte sneeuw van het
westen uit geleidelijk weer kleiner worden. Landinwaarts blijft winterse
neerslag volgens de NESO echter mogelijk tot het einde van de periode.

ZICHT:
Goed in de polaire lucht, maar in neerslag matig, vooral in winterse
neerslag ook slecht zicht.

TEMPERATUUR:
Vannacht verder afnemende temperaturen met een minimumtemperatuur van
net boven het vriespunt in de oostelijke helft. Daarbij neemt de kans op
wegdektemperaturen onder nul toe i.c.m. een nat wegdek, dus kans op
bevriezingsgladheid. Donderdag een Tx van 5-6°C. In de nacht naar
vrijdag in het zuidoosten opnieuw temperaturen dicht bij het vriespunt.




Paraaf meteoroloog: debie
Bron: KNMI