Guidance middellange en lange termijn

20-05-2016 01:00
Guidance middellange en lange termijn

Opgesteld door het KNMI op vrijdag 20 mei 2016 om 01.48 uur

Geldig van zondag 22 mei tot vrijdag 03 juni

Synoptische ontwikkeling:
Een lagedrukgebied tussen IJsland en Schotland beweegt langzaam
noordoostwaarts en vult zondag op. Een storing zuid van het laag beweegt
via Ierland en Schotland naar de Noorse kust, alwaar het maandag opvult.
Zondagochtend passeert een koufront en stroomt er polaire lucht over het
land uit. Een hoogtelaag dat zich maandag ten zuiden van ons land uit
een hoogtetrog ontwikkelt beweegt richting de Balkan. In de loop van de
week ontwikkelt zich boven het zuiden van Scandinavie een rug/blokkade
welke later naar de Noorse Zee beweegt. Aan de grond ontwikkelt zich een
hogedrukgebied boven de Noorse Zee. Tegelijkertijd installeert er zich
een lagedrukgebied ten westen van de Golf van Biskaje. Met een zuid- tot
zuidwestelijke bovenstroming wordt geleidelijk zachtere lucht
aangevoerd, hiermee passeren er af en toe ook enkele frontale systemen.

Modelbeoordeling en onzekerheden:
Tot en met maandag is er veel consistentie tussen de EPS-leden. De
passage van het koufront op zondagochtend zit er in de meeste leden
strak in. Een enkel lid laat het front later op de dag doorkomen
waardoor de maxima nog boven de 20 graden kunnen uitkomen, vooral in het
oost van het land. De neerslagkans voor deze dag is dan ook nagenoeg
100%, met het verdrijven van de warme lucht zal het ook deels een
convectief karakter hebben. Op maandag komen er in de polaire lucht nog
enkele buien tot ontwikkeling. De maxima bevinden zich op maandag
tijdelijk even iets onder normaal. In de loop van volgende week zien we
het aantal warmere leden geleidelijk weer toenemen met tegen het
volgende weekeinde mogelijk weer zomerse temperaturen. Tegelijkertijd
zien we neerslagkans geleidelijk toenemen naar ca. 50%, gezien de
instroom van warmere lucht kunnen dit ook buien zijn met onweer. De
spreiding in temperatuur wordt later in de week behoorlijk groot. Deze
spreiding wordt dan bepaalt door hoe dichtbij het laag en de frontale
systemen bij ons land komen te liggen. Een handvol leden handhaaft een
koeler weertype, maar deze zijn duidelijk in de minderheid. Op de
langere termijn is er geen duidelijk stromingspatroon aan te wijzen. Wel
is duidelijk dat de kans op warmer weer groter is dan de kans op een
koeler weertype, de neerslagkans ligt dan rond 50%. Qua wind zien we
geen bijzonderheden.


Samenvatting meerdaagse-periode:
Zondag enkele buien en van het westen uit afkoeling. Maandag vrij koel
en enkele buien, vervolgens geleidelijk meer zon en weer oplopende
temperaturen.

Samenvatting EPS-periode:
Vrij grote kans (ca. 60%) op een vrij warm weertype met geregeld zon,
maar ook een enkele (onweers)bui. Daarnaast is er een ca. 40% kans op
een wisselvallig weertype met temperaturen rond of beneden het langjarig
gemiddelde.



Paraaf meteoroloog: homan
Bron: KNMI