Guidance middellange en lange termijn

Opgesteld door het KNMI op dinsdag 02 januari 2018 om 02.25 uur

Geldig van donderdag 04 januari tot dinsdag 16 januari

Synoptische ontwikkeling:
Op 4 januari trekt een laag naar het Noordzeebied dat snel opvult. Na 4
januari komt er een einde aan het sterke zonale stromingspatroon. Op 5
januari vormt zich langs ongeveer 0 graden WL een hoogtetrog waaruit
zich snel een hoogtelaag afsplitst naar het Alpengebied waarbij zich een
diffluent stromingspatroon (veelal een dipool) vormt. Aan de grond trekt
een hoog van IJsland via Scandinavie naar Rusland. Op 10 januari trekt
dit diffluente patroon oostwaarts waarna de stroming zuidelijk wordt.
Daarna zien we in het algemeen een sterke, NW-ZO georienteerde
hoogtetrog van Groenland naar West-Europa met aan de zuidflank een
sterke straalstroom. In een deel van de uitvoer, waaronder de Oper
uitvoer, vindt in deze hoogtetrog bij ongeveer 20 WL een cyclonale
afsnoering in zuidoostelijke richting plaats waardoor de dipool in stand
blijft en het hoog zich weer noordwestwaarts verplaatst. In ongeveer de
helft van de leden vindt een geleidelijke overgang naar een zonaal
stromingspatroon plaats.

Modelbeoordeling en onzekerheden:
De overgang naar een geblokkeerd patroon op 6 januari is duidelijk en
consistent. Aanvankelijk is er een grote consistentie. Op 8 en 9 januari
is de kans op benedennormale temperaturen ongeveer 80%. Daarna is er een
duidelijk verschil in de ontwikkelingen ten aanzien van de dipool ten
opzichte van de vorige uitvoer. Er is nu ongeveer zo'n 50% van de leden
waarin rond 10 januari de dipool nog enkele dagen in stand blijft als
gevolg van de cyclonale afsnoering op de Oceaan. Daarna zien we in
ongeveer de helft van deze leden (dus in totaal ca 25%) een overgang
naar een patroon waarbij een rug of een vlak hoog boven onze omgeving
ligt.
Door deze ontwikkelingen is de kans op aanhouden van een koud
(etmaalgemiddelde temperatuur onder nul) weertype na 9 januari
aanzienlijk toegenomen, naar ongeveer 40%. De Oper en Control uitvoer
behoren bij koudere leden. De kans op een koud weertype is op 9 januari
ongeveer 60%, daarna neemt de kans af naar ongeveer 40%. De kans op
significante hoeveelheden sneeuw (er rekening mee houdend dat zich in
het EC model te makkelijk een sneeuwlaag vormt en in stand blijft) vanaf
7 januari op 10-20%, de kans is in het zuiden en oosten het grootst.

Samenvatting meerdaagse-periode:
Eerst vrij zacht en wisselvallig. Na vrijdag geleidelijk (vrij) koud met
afnemende neerslagkans.

Samenvatting EPS-periode:
Eerst grote (90%) kans op rustig en meest droog weer met temperaturen
rond of onder normaal. Vanaf 10 januari (50%) kans op overgang naar
wisselvalliger weer met temperaturen rond normaal en 50% kans op
aanhoudend rustig, meest droog en koud weer.



Paraaf meteoroloog: huiskamp
Bron: KNMI