Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 02 januari 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 01 januari 2018 om 23.46 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
De stroming is noordwestelijk, geleidelijk westelijk. Een laag, om 18
UTC boven het Ruhrgebiet, trekt oostzuidoostwaarts. Een vlakke trog, om
18 UTC boven de Engelse oostkust, trekt zuidoostwaarts over het midden
van Nederland. Een occlusie bereikt dinsdagavond rond 18 UTC het
zuidwesten en trekt snel oostwaarts. Op de Oceaan vormt zich een actieve
randstoring. Deze trekt woensdagnacht via het uiterste noorden van
Engeland oostwaarts. Door het indraaien van de occlusie diept het laag
verder uit en trekt vervolgens woensdag overdag over de Noordzee
zuidoostwaarts naar Sleeswijk. In de nacht naar woensdag komen we
tijdelijk in de warme sector. Het koufront (split-front) bereikt rond 03
UTC de westkust en verlaat enkele uren later het oosten. Zowel de
occlusie als de fronten zijn duidelijk herkenbaar.

MODELBEOORDELING:
De uitvoer is grootschalig consistent. De trog van vannacht is nu
vrijwel eenduidig. Er zijn kleine, maar relevante verschillen in de baan
van de kern van het laag van woensdagmiddag en de positie van de subkern
(die ontstaat als gevolg van het indraaien van de occlusie in het laag).
In de Hir uitvoer trekt de subkern het zuidelijkst, gevolgd door de EC12
uitvoer. De div Harmonie uitvoer is het noordelijkst.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Grootste aandachtspunt is de windstoten bij het koufront van
woensdagnacht en het windveld aan de zuidflank van het laag woensdag
overdag. Vooral in het zuiden zien we bij het koufront sterke windstoten
als gevolg van convectieve uitwisseling. De harmonie36 uitvoer laat de
sterkste uitschieters zien, tot circa 65 kt, de rest 50-60 kt. Dan is er
het windveld aan de zuidkant van de kern. Nu in alle uitvoer 9 Bft met
een gebied van 10 Bft wat alleen in de Hir uitvoer bij de NW kust komt.
Uitschieters aan de NW en N kust tot ongeveer 60 kt, rest van de kust en
in het N en NW landinwaarts ongeveer 50 kt.

BEWOLKING:
Vannacht nog een duidelijk convectief signaal, maar op de Satelliet-Loop
lijken de toppen niet zo hoog te zijn. (Toptemperatuur rond -10 C) . Een
enkele bui kan doorgroeien naar FL200-250 Bij de occlusie van
dinsdagavond een duidelijk ST signaal. Bij het frontale systeem van
woensdag niet lager dan ca 1000 vt. Bij het koufront (potentiële
onstabiliteit) verscholen buien, toppen ongeveer FL150-200, (niet exact
uit de progtemps af te leiden), daarna FL200-FL250.

NEERSLAG:
Effectieve schering bij het koufront hangt nogal af van de exacte diepte
van de convectieve laag. Cape is zowel bij als ten W van het koufront
gering, dus Cape*schering komt niet hoog uit. In het algemeen rond 40
kt, (neemt duidelijk af tijdens koufrontpassage) uitgaande van een
convectiediepte van FL200, dus multicell met lijnvorming. Wel van belang
omdat de hoogste uitschieters niet alleen door de uitwisseling maar ook
door de organisatiegraad worden bepaald. Wind op ca 3000 vt orde 70 kt
(progtemps, alleen van de Hir uitvoer velden beschikbaar). Buien ten W
van het koufront rond 35 kt schering. Aanzienlijke sommen, woensdag in
totaal 10-20 mm met lokaal meer.

ZICHT:
Bij het koufront van dinsdagnacht kan de zware neerslag icm de sterke
wind tot een aanzienlijke zichtverslechtering leiden.

TEMPERATUUR:
Tmax van woensdag wordt in de warme sector in de nacht bereikt,ongeveer
11 C.



Paraaf meteoroloog: huiskamp
Bron: KNMI