Guidance modelbeoordeling voor Nederland

26-12-2017 17:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 27 december 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 26 december 2017 om 16.25 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied bij de Noorse westkust trekt langzaam
noordnoordoostwaarts en vult op. Een doorstroomde rug boven Nederland
trekt noordoostwaarts. Een ZW-NO georienteerde convergentielijn, om 15
UTC boven het ZW, trekt noordwaarts over Nederland. Een complex laag, om
15 UTC ten ZO van Ierland, trekt noordoostwaarts. De occlusie passeert
in de nacht en ochtend van het ZW uit. De hoofdkern trekt
woensdagochtend opvullend tussen East Anglia en Noord-Holland door
noordoostwaarts. Een secundaire kern trekt woensdagmiddag over het NW
van Belgie of over het uiterste ZW van Zeeland zuidoostwaarts. Aan de
westflank van het laag bevindt zich een back bent occlusie, deze
passeert in de loop van woensdagavond, waarna de stroming NW-lijk
wordt.

MODELBEOORDELING:
Er zijn nog steeds kleine, relevante verschillen in de intensiteit en de
baan van de secundaire kern. Dit zorgt voor onzekerheid of het
kleinschalige sterke windveld aan de westkant van het laag boven Zeeland
terecht komt. In alle uitvoer gaat het sterkste windveld nu ten ZW van
Nederland langs. Er is nogal wat onzekerheid over de occlusie en
bijbehorende neerslag. In de Hir-, maar nu ook in de Harmonie36 uitvoer
blijft de neerslag lang boven het NO aanwezig.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Tot en met woensdagmiddag is de div uitvoer consistent en bruikbaar.
Daarna wat verschillen. Maximale windsnelheid aan de kust van Zeeland nu
8 Bft. De EC uitvoer laat duidelijk een te lage windsnelheid zien.
Uitschieters tot ongeveer 45 kn langs de Zeeuwse kust, later in de NW
stroming ruim 40 kn.

BEWOLKING:
Bij de convergentielijn convectie tot ca FL120. Bij de occlusies ST rond
1000 vt, in het ZO donderdagnacht mogelijk lager. Aandachtspunt is wat
er woensdagavond gebeurt in de eventuele opklaringen in het midden en
noorden in het laag, daar zou een (tijdelijk) mist/ST gebied kunnen
ontstaan. In de NW stroming wisselt de tophoogte en intensiteit van de
convectie. Belangrijkste trigger lijkt convergentie langs de Britse
oostkust te zijn, het nadruk van de convectie ligt dan ook op het ZW en
later W.

NEERSLAG:
Aanzienlijke verschillen in de div uitvoer. De Hir uitvoer wijkt nogal
af van de rest, de neerslag van de eerste occlusie blijft in het noorden
veel langer aanwezig. In de Harmonie38 uitvoer trekt nog wel een
neerslaggebied over het oosten noordwaarts. Bij de back-bent occlusie
valt in de Hir uitvoer veel meer neerslag dan in de rest van de uitvoer,
met als gevolg ook nog een signaal voor natte sneeuw. We gaan er nu niet
van uit dat dit gebeurt. Ook in de div overige uitvoer wat verschillen,
vnl details, de grootschalige structuren zijn vergelijkbaar. Eventuele
winterse neerslag bij de convectie in de NW stroming bestaat uit
korrelhagel.

ZICHT:
In evt opklaringen woensdagavond kan mist ontstaan, onzeker.

TEMPERATUUR:
Wx woe afhankelijk van de opklaringen, wanneer het in het noorden
langdurig bewolkt blijft met wat regen wordt het niet warmer dan 4
graden. Tn woensdagavond afhankelijk van opklaringen, kans dat
opklaringen nog tot gladheid leiden is zeer klein. In de nacht naar
donderdag en donderdagochtend idem, opklaringen duren niet lang genoeg
en er blijft nog wind staan.



Paraaf meteoroloog: huiskamp
Bron: KNMI