Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 20 november 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 19 november 2017 om 16.49 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
De stroming is noordwestelijk en we bevinden ons in polaire lucht.
Vannacht passeert een zwakke rug van hoge druk. Een lagedrukgebied
bereikt maandagmiddag het westen van de FIR en trekt maandagavond en in
de nacht naar dinsdag over het noorden van het land naar Duitsland. Aan
de zuidflank bevindt zich een complexe frontale zone. De eerste overgang
naar een zachte en vochtige luchtmassa kan gelegd worden op
thetaw850/dauwpunten=9°C en bereikt maandagmiddag het zuidwesten en
maandag het noordoosten als warmtefront. In de warme sector heeft zich
echter nog een frontale structuur genest met nog hogere
thetaw850/dauwpunten (10°C of hoger). Hiervan passeert maandagavond een
als noord-zuid gerichte occlusie geanalyseerd front van west naar oost
het land, kort gevolgd door een kortgolvige bovenluchttrog. Na passage
van het laag blijft het eerstgenoemde grondwarmtefront ergens boven het
uiterste noorden slepen. De geneste structuur in de warme sector dringt
dinsdag als secundair warmtefront noordwaarts op, waarna het
aandachtsgebied dieper in een brede warme sector terechtkomt

MODELBEOORDELING:
De koers van het laag is zoals altijd de meest onzekere factor in dit
soort situaties. De verschillen zijn geleidelijk kleiner geworden, alle
modellen volgen een vrij noordelijke koers over het land of de Noordzee.
Het ECEPS laat de onzekerheid mooi zien in de pluim (windrichting en
dauwpunten) van Eelde. Overigens geldt deze onzekerheid ook voor het
noordwaarts opdringen van de geneste frontale structuur als warmtefront
op dinsdag. Verder is het de vraag of de neerslag bij passage van de
kortgolvige hoogtetrog tijdelijk buiig van karakter wordt in het
uiterste zuiden. Progtemps voor bijvoorbeeld EHSC laat mogelijk
tijdelijk een (ingebedde) CB toe. Tenslotte zien we vaker dat de
wolkenbasis bij warmtefronten verder dalen dan de modellen aangeven
(deels a.g.v. doorvallende neerslag). Hier dient ook morgen weer
rekening mee gehouden te worden.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Op nadering van de rug tijdelijk afnemende wind. Aan de zuidkant van het
laag van maandag weer toenemende wind, 6 Bft in de westelijke
districten. Buitengaats kan een 7 Bft komen te staan. Als de geneste
structuur (occlusie) passeert draait de wind van zuid naar west. Zowel
in windkracht en windrichting zit nog wat onzekerheid a.g.v. de koers
van het laag.

BEWOLKING:
Ten oosten van de rugas convectieve bewolking (TCU, eerst nog een enkele
CB), van het zuidwesten uit afnemende onstabiliteitsdiepte. Bij het
warmtefront gelaagde bewolking waarvan de basis met het dalen van het
frontvlak steeds lager komt. Tot de passage van het laag is de wind
aflandig, stabiele opbouw dus de uitgebreide St < 500 vt in de Harmonie
uitvoer is realistisch. Hirlam is daarin veel te optimistisch.
Maandagavond en in de nacht naar dinsdag zou de St zelfs aan dek kunnen
zakken nabij het slepende warmtefront (afnemen van de wind). Aan de
noordflank van het koufront duidelijk verbeterend, maar dit geldt
waarschijnlijk dus alleen voor zee. Ook achter de geneste structuur
(occlusie) lijkt de wolkenbasis wat op te trekken tot SC-niveau.
Tenslotte zou in het uiterste zuiden bij de hoogtetrog een enkele
ingebedde CB (Top als alles goed valt rond FL200) kunnen voorkomen,
waarschijnlijk vanaf enige hoogte (FL050 of hoger) gevoed.

NEERSLAG:
Actuele buiigheid zit het beste in Harmonie36. Maandag langdurig regen
op de meeste plaatsen. Nabij de geneste frontale structuur en de
hoogtetrog in het uiterste zuiden mogelijk buiige regen. Daar schuift
een gebiedje met potentiele onstabiliteit mee (MUCAPE 100-200 J/Kg, daar
de hoogste ThetaW850). Lokaal kan 10-20 mm vallen in 24 uur. Overigens
komt Hir-NESO nog met een signaal voor natte sneeuw maandagochtend.
Gezien het FZL op 2000 vt en Tw 1-2°C vrijwel uitgesloten.

ZICHT:
Maandag steeds vochtiger en dalende zichtwaardes. Bij het slepende
warmtefront a.g.v. een dalende wolkenbasis mogelijk zelfs mist
maandagavond en in de nacht naar dinsdag. Ten noorden van het
warmtefront veel betere zichten, mogelijk is dat ook het geval achter de
occlusie. Pas achter het secundaire warmtefront (van de geneste frontale
structuur) in de brede warme sector structureel goede zichten (buiten
neerslag).

TEMPERATUUR:
Komende nacht in het zuidoosten een kleine kans op bevriezingsgladheid.
Maandag overdag worden de maxima pas in de avond bereikt. In de nacht
naar dinsdag waarschijnlijk overal minima rond 10°C, maar als het
warmtefront toch even wat zuidelijker afzakt als koufront zou het
noordoosten nog 5°C kunnen worden.



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI