Guidance modelbeoordeling voor Nederland

13-11-2017 00:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot dinsdag 14 november 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op maandag 13 november 2017 om 00.29 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Het aandachtsgebied bevindt zich in een noord- tot noordwestelijke
stroming. In deze stroming trekken nog enkele kleine troggen in het
gronddrukpatroon mee. Een rug boven Ierland trekt oostwaarts, bereikt
vanavond het westen van de FIR en passeert het land in de nacht naar
dinsdag. Dinsdagochtend bereikt een noordoost-zuidwest georienteerd
warmtefront de kust. Het front trekt vervolgens langzaam verder naar het
oosten en ligt aan de grond om 18 UTC ongeveer van Zeeuws-Vlaanderen
naar Twente. Bijbehorend koufront is oost-west georienteerd, bereikt
dinsdagochtend het noorden van de FIR en ligt dinsdagmiddag nabij de
Wadden.


MODELBEOORDELING:
Algehele tendens is een langzame afnemende buienactiviteit. Wat opvalt
is dat Harmonie36 veel minder buien heeft dan Harmonie36. Dat laatste
model beschrijft wat de buien betreft de uitgangssituatie het beste. Tot
aan passage van de rug nemen de buien wel langzaam in activiteit en
aantal af, maar helemaal verdwijnen zullen ze waarschijnlijk niet. Voor
dinsdag slechts kleine verschillen in de posities van de fronten. Gezien
het feit dat het een zwak warmtefront is, neig ik ernaar Hirlam als
leidraad te nemen, een model dat vaak goed scoort bij kleien
neerslaghoeveelheden. Positie van het warmtefront is duidelijk op Td te
volgen en lijkt ook te koppelen aan de laagste wolkenbasis. De meest
zuidelijke positie van het koufront is ook nog wel wat onzeker, maar de
veerschillen zijn klein.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Op nadering van de rug neemt de wind overal af, maar na passage
warmtefront neemt de wind weer toe naar 6 Bft in de kustdistricten.

BEWOLKING:
Cb's met toppen rond FL200, met het langzaam naderen van de rug
geleidelijk minder hoog (afnemend naar FL100 op maandagmiddag). Bij een
bui zijn enkele flarden St mogelijk. In uiterste (zuid)oosten kan de St
mogelijk even een basis krijgen. Met deze noord- tot noordwestelijke
windrichting is er tot maandagmiddag in het zuidoosten door stuw St
mogelijk. Op nadering van het warmtefront As/Sc. Op het warmtefront
waarschijnlijk in een smalle zone ST. Hirlam geeft een duidelijk
signaal.


NEERSLAG:
Buien. Naarmate de buien het land optrekken, nemen de buien in
activiteit af. Convectiemodus laat maximaal matige organisatie van
multicels toe. Overdag kunnen er aan de oostkant van de rugas nog enkele
buien voorkomen, maar de buienactiviteit neemt gedurende de dag steeds
verder af (door warmere bovenlucht neemt onstabiliteitsdiepte af).
Dinsdag van het westen uit op het warmtefront lichte (mot)regen.



ZICHT:
In neerslag matige tot slechte zichten. Vannacht is in het zuidoosten
met de noord- tot noordwestelijke stroming nevel mogelijk. Op het
warmtefront in motregen matig tot slecht zicht. daar vooruit in het
oosten en zuidoosten nog nevel en mogelijk nog een ondiepe mistbank.

TEMPERATUUR:
Vannacht in het oosten lokaal 2°C, aan de grond mogelijk rond het
vriespunt. In de nacht naar dinsdag op meer plekken in het oosten. Het
wegdekmodel komt daar op een enkele brug in het oosten/zuidoosten rond
het vriespunt uit.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI