Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 13 november 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 12 november 2017 om 15.41 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Het aandachtsgebied bevindt zich in een west- tot noordwestelijke
stroming. Een langgerekte hoogtetrog ligt om 12 UTC boven het westen van
Duitsland en heeft een T500 van -35°C tot -30°C. Deze hoogtetrog trekt
verder zuidoostwaarts. In de loop van de avond wordt deze grootschalige
trog gevolgd door twee kleinschalige bovenluchttroggen. Aan het einde
van de avond en in de nacht naar maandag wordt de bovenlucht geleidelijk
minder koud. Een rug ten westen van Ierland trekt oostwaarts, bereikt
maandagavond het westen van de FIR en passeert het land in de nacht naar
dinsdag. Dinsdagochtend bereikt een warmtefront de westkust.
Dinsdagmiddag ligt dit warmtefront van het noordoosten naar het
zuidwesten. Bijbehorend koufront is oost-west georienteerd, bereikt
dinsdagochtend het noorden van de FIR en ligt dinsdagmiddag nabij de
Wadden. Dit occluderende frontale systeem hoort bij een lagedrukgebied
dat tussen IJsland en Groenland ronddraait.



MODELBEOORDELING:
De koudste luchtmassa is het land gepasseerd en code geel is nu beperkt
tot de kustgebieden. Afgaande op preflits vindt er ook echt alleen daar
en rondom het IJsselmeer nog ladingsopbouw plaats.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Na passage hoogtetrog is er een uitgebreid windveld komen te staan, met
aan zee 7 Bft. Een kleine 8 Bft voor de westkust is niet helemaal
uitgesloten. Bij buien kunnen aan zee nog uitschieters voorkomen tot 90
km/uur. Op nadering van de rug neemt de wind overal af, maar na passage
warmtefront neemt de wind weer toe naar 6 Bft in de kustdistricten.

BEWOLKING:
Cb's met toppen FL220. Nadat de hoogtetrog gepasseerd is worden de
toppen geleidelijk minder hoog (afnemend naar FL100 op maandagmiddag).
Bij een bui zijn enkele flarden St mogelijk. In het oosten kan de St
mogelijk even een basis krijgen. Met deze noord- tot noordwestelijke
windrichting is er tot maandagmiddag in het zuidoosten door stuw St
mogelijk. Op nadering van het warmtefront As/Sc. Laagste bases 1000
voet, nabij het koufront mogelijk St 500-1000 voet boven zee.


NEERSLAG:
Veel buien, vandaag lokaal met onweer en korrelhagel (is ook
waargenomen), vooral in de kustprovincies vanwege het relatief warme
zeewater (circa 13°C). Naarmate de buien het land optrekken, nemen de
buien in activiteit af. Convectiemodus laat maximaal matige organisatie
van multicels toe. Maandag kunnen er aan de oostkant van de rugas nog
enkele buien voorkomen, maar de buienactiviteit neemt gedurende de dag
steeds verder af (door warmere bovenlucht neemt onstabiliteitsdiepte
af).



ZICHT:
In neerslag matige tot slechte zichten. Vanavond en komende nacht in het
zuidoosten is met de noord- tot noordwestelijke stroming nevel mogelijk.
Op nadering van het warmtefront lichte regen. Grootste intensiteit in
het noorden (dichtst bij het laag). Het koufront lijkt niet echt actief
te zijn. Voor het warmtefront uit is nog een kleine rimpeling zichtbaar
in het drukpatroon in de rug. Hierop wordt een kleine hoeveelheid regen
berekend.

TEMPERATUUR:
Komende nacht in het oosten lokaal 2°C, aan de grond mogelijk rond het
vriespunt. In het noordoosten en oosten berekent het wegdekmodel lokaal
lichte vorst. In de nacht naar dinsdag kan dit op uitgebreidere schaal
gebeuren doordat de wind niet meer vanaf zee waait (alleen nog in de
kustgebieden).



Paraaf meteoroloog: zwagers
Bron: KNMI