Guidance modelbeoordeling voor Nederland

07-11-2017 10:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 08 november 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 07 november 2017 om 10.35 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Het aandachtsgebied bevindt zich in een zadelgebied. Een complex
lagedrukgebied in de gebieden nabij IJsland en Groenland verplaatst zich
geleidelijk naar de Noorse Zee. Bijbehorend koufront ligt boven de
Britse Eilanden en beweegt oostwaarts. Boven het westen van de FIR vindt
frontolyse plaats, doordat in de hoogtetrog waar het koufront ingebed
ligt, een aparte kern van lagedruk afsnoert die vervolgens zuidwaarts
beweegt. Een tweede frontaal systeem trekt eveneens oostwaarts vanaf de
Atlantische Oceaan. Het warmtefront hiervan ligt donderdagochtend boven
het westen van de FIR. Een derde front bevindt zich ten zuidoosten van
ons land en is door het hogedrukgebied waar het in ligt zwak, maar ten
zuidoosten ervan zijn de dauwpunten iets hoger. Dit front komt van het
zuidoosten uit dichterbij en loopt morgen op het eerste koufront in.

MODELBEOORDELING:
In de oostelijke provincies komt op een aantal plaatsen mist voor. Deels
is deze eerder ontstaan in de nacht, maar een ander deel wordt van
Duitsland uit aangevoerd. De modellen geven allen een signaal, maar de
ruimtelijke verdeling van de mist is groter. Hierdoor zijn vooral
Harmonie en Hirlam te koud om 10 UTC. De evolutie die berekend wordt kan
niet 1-op-1 overgenomen worden.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Boven het noordwesten van de FIR 6 Bft, maar die gaat de komende periode
alleen maar afnemen. Noorden van de Noordzee eerst nog 7 Bft, dan
tijdelijk afnemend. In de loop van woensdagavond daar 8 Bft.

BEWOLKING:
Nabij het eerste koufront Sc, mogelijk lokaal St. Van Duitsland uit ook
kans op St door optrekkende mist. Later wordt de kans daarop alleen maar
groter als het zwakke front van het zuidoosten uit het land binnenkomt,
tezamen met vochtigere luchtmassa's. Ergens tussen deze twee fronten in
zullen opklaringen aanwezig zijn en de kans hierop is komende nacht het
grootst in het westen van het land. Bij het warmtefront is Sc/As
aanwezig, al suggereert Hirlam voor het concessiegebied van de FIR ook
lokaal St.

NEERSLAG:
Nabij het koufront van van tijd tot tijd regen. Veel lijkt dit niet voor
te stellen. In de progtemps boven zee zijn voortdurend drogere lagen
aanwezig waarin de neerslag verdampt tijdens het vallen. Alleen in het
uiterste noordwesten (EHDV) en westen zien de profielen er vochtig
genoeg uit in een voldoende diepe (stabiele) laag om regen te kunnen
produceren. Het warmtefront van het zuidoosten uit levert niet alleen
een duidelijke toename van stabiel gelaagde bewolking, de bewolking zou
zelfs dik genoeg kunnen zijn om regen te produceren. Dat doen de
modellen dan ook, met name in de zuidelijke helft van het land.
Opglijding zorgt ervoor dat door turbulente menging nabij het frontvlak
de neerslag kan activeren. Nabij het laatstgenoemde warmtefront kan
eveneens regen vallen, maar die valt uit een relatief hoge basis
waardoor de hoeveelheden niet groot zullen zijn.

ZICHT:
In het oosten van het land mist, lokaal dicht. De zichten lopen hier
slechts heel langzaam op. Tussen het koufront uit het westen en het
zwakke front vanuit het zuidoosten zullen komende nacht opklaringen
aanwezig zijn waarin opnieuw mistbanken tot ontwikkeling komen. De meest
waarschijnlijke locatie hiervan is het westen. De sterkste signalen
hiervoor zien we ook terug in de modellen en het EPS.

TEMPERATUUR:
Modellen veelal te koud door bewolking/mist die er niet zit. Komende
nacht laagste Tn in het zuidwesten en westen, vanwege opklaringen. Dan
wederom temperaturen net onder het vriespunt.



Paraaf meteoroloog: zwagers
Bron: KNMI