Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 06 november 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 05 november 2017 om 11.06 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de zuidflank van een laag nabij de Noorse kust voert een westelijke
stroming polaire lucht aan. Een koufront boven het zuidoosten verlaat de
komende uren ons land. Op nadering van een N-Z georienteerde hoogtetrog
boven de Engelse oostkust wordt de bovenlucht in onze omgeving langzaam
kouder. De hoogtetrog zelf (T500 tot -34°C) bereikt het land in de loop
van de middag en trekt maandagochtend oostwaarts weg. Een trog boven
Schotland, bereikt het noordwesten van het land en trekt maandagochtend
verder naar het zuidoosten. De nadering van een hoogterug zorgt er
vervolgens voor dat de bovenluchttemperaturen weer beginnen op te
lopen.

MODELBEOORDELING:
Weinig verschillen in het grootschalige neerslagpatroon. In de nacht
naar maandag en maandagochtend zien we voor het uiterste zuidoosten een
signaal voor mist en lage St. Stuw en de restanten van de trog kunnen
hierbij een rol spelen. E.e.a. zal afhangen van de mate waarin de
convectieve bewolking boven land zal zijn opgelost.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Op nadering van de hoogtetrog kunnen bij buien windstoten voorkomen van
zo'n 35 knopen. Harmonie36 is t.o.v. de andere modellen erg enthousiast
met zo'n 41 kn lokaal nabij de zuidwestkust, Harmonie38 lijkt dan een
wat realistischer scenario te schetsen. We gaan uit van 6 Bft in de
kustdistricten en uitschieters bij buien tot 30 kn in de kustprovincies.
Boven zee ca 5 kn meer.

BEWOLKING:
Convectieve bewolking en enkele CB's, zeker nabij bovengenoemde zwakke
trog. Toppen tussen FL200-250, op de naderende hoogtetrog maar vooral
boven het relatief warme zeewater (14-15°C) kunnen toppen wat
doorschieten. Nabij de trog overdag is enige clustering mogelijk.
Overigens zullen de buien zich komende nacht grotendeels beperken tot de
kustprovincies en geleidelijk inzakken op nadering van de rug.

NEERSLAG:
Buien, vooral aan zee met onweer en ook korrelhagel. CAPE tussen 400 en
700 J/kg boven en aan zee. Landinwaarts is de CAPE kleiner; dit wordt
veroorzaakt door het feit dat de maximumtemperaturen landinwaarts rond
10°C liggen terwijl de zeewatertemperatuur zo'n 14°C is. Maandag nog
kans op een enkel TCu-buitje, vanwege het lage FZL zelfs mogelijk met
toppen rond 8000 vt.

ZICHT:
Goed, in buien matig en lokaal slecht. In de nacht naar maandag en
maandagochtend vroeg dieper landinwaarts matig zicht, in het uiterste
oosten en zuidoosten lokaal slecht zicht met kans op mist.

TEMPERATUUR:
Zondag rond 10°C als maximum in de polaire lucht. In de nacht naar
maandag is landinwaarts lokaal een minimumtemperatuur van +1 à +2°C
mogelijk met vorst aan de grond. Minimale wegdektemperaturen op
gevoelige plaatsen rond +1°C, waarschijnlijk wel met een vochtig wegdek
t.g.v. de buien overdag.



Paraaf meteoroloog: veeken
Bron: KNMI