Guidance modelbeoordeling voor Nederland

02-11-2017 00:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 02 november 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 01 november 2017 om 23.59 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied boven Scandinavie trekt zuidoostwaarts, een
bijbehorend zwak koufront boven het midden van de Noordzee trekt
zuidwaarts en bereikt in de vroege ochtend het noorden van ons land.
Overdag trekt dit front verder naar het zuiden en zal in de nacht naar
vrijdag onder invloed van een naderbij komende rug boven België
stagneren en steeds verder oplossen. Noord van het koufront wordt
polaire lucht aangevoerd waarin in de middag en avond nog enkele zwakke
troglijntjes over het land trekken. Vrijdag zal de rug oostwaarts
bewegen richting Centraal-Europa, het eerdergenoemde front boven België
zal in sterk verzwakte vorm weer als warmtefront over ons land
noordoostwaarts bewegen.

MODELBEOORDELING:
Wat betreft de actuele neerslag boven het noordoosten van de FIR laten
Hirlam, EC en ook HARM38 een betrouwbaar beeld zien, HARM36 laat wel erg
weinig zien. Overdag is Hirlam 2-3 uur sneller met het zuidoostwaarts
bewegen van het koufront dan de overige modellen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
-

BEWOLKING:
In het noordoosten van de FIR aanvankelijk nog wat dikkere middelbare en
hogere bewolking waaruit de stratiforme neerslag valt. Het koufront is
niet al te actief en de bewolking daarbij niet al te massief. In de
ochtend kan voor het koufront uit nog wel wat stratus ontstaan, met name
Hirlam geeft hier een signaal voor. Voor de rest zien we in de polaire
lucht achter het koufront cumuliforme bewolking, Cu/TCu, nabij de
troggen kan enige oplijning plaatsvinden. Deze bewolking lijkt
geleidelijk ook steeds meer te gaan uitspreiden onder een inversie op
6000-7000 vt. De mate waarin de bewolking in de nacht naar vrijdag
breekt is bepalend voor hoe uitgebreid het gebied met mist/mistbanken
wordt. vrijdag overdag opnieuw Cu/TCu die zich uitspreidt onder de
eerder genoemde inversie rond 6000 vt. Mogelijk gaan de eventuele
mist/mistbanken eerst over in stratus alvorens ze oplossen.

NEERSLAG:
In het uiterste noordoosten van de FIR eerst nog wat lichte stratiforme
neerslag uit de middelbare bewolking. Het koufront levert niet meer op
dan lokaal lichte regen of motregen. Na passage van het koufront in de
polaire lucht enkele lichte buien, bij de troglijntjes enigszins
opgelijnd. In de nacht naar vrijdag gaan de lichte buitjes boven de
Noordzee door, vrijdag overdag ook boven land weer een zwak signaal voor
een licht buit TCu-buitje.

ZICHT:
Vannacht goede zichten, in de (vroege) ochtend voor het koufront uit
mogelijk lokaal matige zichten (nevel). Overigens in de polaire lucht
buiten de buien om uitstekende zichtcondities. In de nacht naar vrijdag
zien we in bredere opklaringen bij weinig wind enkele mistbanken of mist
ontstaan. De modellen laten het sterkste mistsignaal zien voor het
oosten en zuidoosten van het land, een en ander zal afhangen van de mate
waarin de bewolking landinwaarts breekt.

TEMPERATUUR:
In de nacht naar vrijdag kan het landinwaarts in brede opklaringen flink
afkoelen tot slechts enkele graden boven nul, HARM38 komt in het oosten
zelfs rond het vriespunt. Aan de grond zal de temperatuur waarschijnlijk
op iets uitgebreidere schaal richting nul gaan, tot gladheid zal het
echter nog niet leiden vanwege de aanwezige bodemwarmte.



Paraaf meteoroloog: homan
Bron: KNMI