Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 23 oktober 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 22 oktober 2017 om 18.17 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een laag, om 16 UTC net ten noordwesten van onze FIR, trekt langzaam
zuidoostwaarts via het uiterste noorden van de FIR en wordt maandag 12
UTC in de omgeving van Bremen verwacht. Ook op 500 hPa bevindt zich op
vrijwel dezelfde locatie een laag. Rondom het laag wordt met een
westelijke stroming maritiem polaire lucht aangevoerd. In deze stroming
bewegen nog enkele oude occlusie-banden over ons aandachtsgebied. De
eerste trekt vanavond van west naar oost over het land. Een volgende
bereikt aan het einde van de avond het noordelijk kustgebied en blijft
tot maandagmiddag boven het noorden en oosten slepen. Daarbij neemt de
activiteit echter wel sterk af. In de middag en avond trekt van het
westen uit een zwakke rug over het land. Hierachter draait de stroming
naar zuidwest. In de loop van maandagavond en dinsdagnacht trekt een
occluderend front over het land, kort gevolgd door een volgende frontale
golf dinsdag overdag.

MODELBEOORDELING:
Er is nog enige onzekerheid omtrent de positie van het lagedrukgebied;
aan het einde van de avond heeft EC een positie dicht tegen het
oostelijk Waddengebied aan terwijl de overige modellen wat noordelijker
zitten, vooral bij Harmonie is dat het geval. Dit heeft uiteraard enige
gevolgen voor de wind en neerslag in het noorden van het land. De
afgelopen 24 uur hebben we vaker gezien dat de verschillende modellen
enige springerigheid vertonen m.b.t. de positie van de kern. Het is nu
nog lastig aan te geven wat het meest waarschijnlijk is. Voorlopig gaan
we uit van een positie ten noorden van de wadden (iets noordelijker dan
EC).
Verder zien we dat alle modellen op het frontensysteem van maandagavond
een neerslagsignaal geven. Hirlam zoals vaak het meest uitgebreid en
gezien de progtemps lijkt me dat realistisch. Vaak heeft Hirlam dit
soort fronten goed te pakken.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Seinen 6 en 7 Bft, op de Noordzee lokaal ook 8 Bft. Windstoten kunnen
vooral vanavond in het Waddengebied mogelijk wat forser uitpakken; 35-40
kn, zeer lokaal mogelijk wat hoger. Dit hangt o.a. af van de positie van
het lagedrukgebied tegen die tijd. Maandag op nadering van de rug
geleidelijk minder wind. Dinsdag overdag waarschijnlijk weer een 6.

BEWOLKING:
Nabij de occlusie veel stratiforme bewolking en enkele ingebedde Cb's,
grootste kans daarop in het noorden van het land (toppen FL150-FL200).
Kans op St. Modellen overschatten de basis in het algemeen. In het
zuiden en zuidwesten. Maandag ontwikkeling van een inversie en slechts
Sc, verder naar het noorden wat hogere toppen.
Maandagavond nabij de occlusie Sc bewolking maar ook een grote kans op
St bewolking (alle modellen laten een duidelijk signaal zien). In de
loop van de nacht naar dinsdag moeten de condities op het front verder
teruglopen (weinig wind, dagelijkse gang tegen en steeds hogere Td).
Beide Harmonieversies komen zelfs met een mistsignaal (St aan het
aardoppervlak). Met name aan de lijzijde van het IJsselmeer is dat een
aandachtspunt.

NEERSLAG:
Nabij de occlusies boven land regen, boven zee vanwege de hogere
temperaturen meer in de vorm van buien. MU-CAPE (zonder entrainment)
boven zee 400-700 J/kg en weinig shear. Kans op onweer is aanwezig, maar
lijkt niet heel groot als we kijken naar de toppen. Grootste kans nog de
komende uren, daarna wordt de bovenlucht al maar warmer. Maandagavond
nabij de volgende occlusie regen of motregen.

ZICHT:
Goed, maar in neerslag matig, soms slecht. Bij de occlusie vanaf
maandagavond met Td van 14-15 duidelijk zichtverslechtering. In motregen
en aan de lijzijde van IJsselmeer de slechtste zichtwaarden.

TEMPERATUUR:
Dinsdag duidelijk hogere temperaturen, lokaal mogelijk 18 graden, maar
vooral ook hogere Td.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI