Guidance modelbeoordeling voor Nederland

13-10-2017 18:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 18 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 14 oktober 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 13 oktober 2017 om 18.07 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Tussen een hoog boven centraal Europa en een laag nabij IJsland staat er
in ons aandachtsgebied een zuidwestelijke stroming, waarin onder een
subsidentie-inversie tamelijk vochtige lucht wordt aangevoerd. Een zwak
warmtefront boven de Duitse Bocht trekt verder oostwaarts.en, trekt
verder oostwaarts. Het bijbehorende golvende koufront bereikt
zaterdagochtend het noorden van de FIR en blijft daar slepen. Doordat de
stroming geleidelijk wat krimpt, beweegt dit front in de loop van
zaterdagmiddag en -avond naar het noordoosten als warmtefront.

MODELBEOORDELING:
Aandachtspunt de komende periode is de ontwikkeling en evolutie van
(lage) bewolking. Ec/Ha36/Hir geven min of meer een vergelijkbaar beeld
met vooral in het noorden en westen grote St-kansen. Ha38 lijkt over het
geheel te weinig vocht in de onderste 1000 vt te hebben en is niet goed
bruikbaar. Ha36 komt met een scenario waarbij boven Belgie vannacht een
groot mistveld (geowind circa 20 kn) ontstaat, welke advectief en
optrekkend richting Nederland beweegt. Dit scenario honoreren we niet.
Ec/Hir worden gevolgd waarbij de zuidoostelijke helft morgen overdag de
grootste kans op zon maakt.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
In de warme sector 6 Bft weer terug in alle kustdistricten. In de loop
van komende nacht verdwijnen deze seinen weer.

BEWOLKING:
Vrij veel Sc-bewolking en met name in het noorden en westen lokaal St,
vannacht zou er boven zee (zoiezo nabij het koufront) en in het noorden
en westen op uitgebreide schaal St-bewolking moeten ontstaan. In de
warme sector speelt naast geringe afkoeling onder de inversie ook
kustconvergentie een rol in de vorming van St-bewolking. De vraag is hoe
zuidelijk dit St-gebied vannacht precies komt. Deze St houdt zaterdag in
het noordwesten en noorden van het land hoogstwaarschijnlijk tot in de
middag aan, mogelijk zelfs nog langer. Overigens trekt er een gebied met
Sc/Ac over de noordelijke helft van de FIR de komende uren. Morgenavond
zou er in opklaringen boven land mist/lage St-bewolking kunnen ontstaan

NEERSLAG:
De komende uren af en toe een spat regen in de noordelijke helft van de
FIR. Lijkt te koppelen aan een gebiedje met wat middelbare onstabiliteit
in de warme sector.

ZICHT:
In de loop van komende nacht een toenemende kans op nevel boven land.
Boven zee blijft het zicht waarschijnlijk overwegend goed. In de nacht
naar zaterdag is er aan de zuidoostrand van het St-gebied lokale St aan
dek niet uitgesloten. Geowind blijft echter fors boven ons land: ca.
20-25 kn. Stroomopwaarts boven Belgiƫ is de geowind rond 20 kn, dus
daar is de kans op vorming van mist iets groter. Gezien de geowind lijkt
St en/of nevel het meest logische scenario. Morgenavond lijkt er
tijdelijk wat minder wind te zijn en neemt in de opklaringen de kans op
mist toe, in de nacht naar zondag neemt de (geo)wind toe waardoor de
mist of dikker wordt, overgaat in lage stratus of "slechts" sterk
nevelige condities oplevert. TAFg (zowel EC als Hir) geven in de nacht
naar zondag ook beduidend grotere kans op slechte zichten.

TEMPERATUUR:
Maximumtemperatuur morgen afhankelijk van instraling, onder bewolking
circa 16-17 C, bij volle zon 20-22 C.



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI