Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot vrijdag 13 oktober 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op donderdag 12 oktober 2017 om 05.20 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de zuidflank van een lagedrukgebied, ten oosten van IJsland, voert
een westelijke stroming maritiem polaire lucht aan. Een koufront is ons
land de (bijna) afgelopen nacht gepasseerd en een hoogtetrog boven het
noordoosten van de FIR trekt de komende uren oostwaarts weg. Later
vandaag bereikt een rug van hoge druk ons land en de as hiervan passeert
vanavond. In de nacht naar vrijdag en vrijdagochtend zouden subtiele
golfjes in het polaire front het uiterste zuidoosten nog kunnen
schampen. Vrijdag overdag trekt in een zuidwestelijke stroming een
inactief (dubbel) warmtefront van west naar oost over de FIR en komt ons
land geleidelijk in de warme lucht. Dauwpunten in de warme sector lopen
op naar 15-16°C, i.h.a. vergelijkbaar met de zeewatertemperatuur.

MODELBEOORDELING:
Harmonie36 laat de komende uren te veel buien zien bij een trogje
(restanten van een oude occlusie) direct achter het koufront. In
werkelijkheid zitten die er nu al niet of nauwelijks. De rest van
vandaag komen de modellen nog met een zwak neerslagsignaal, maar dit
lijkt niets of erg weinig voor te stellen als we de progtemps in
ogenschouw nemen. In de nacht naar vrijdag is Hirlam in de onderste
niveaus meer naar de andere modellen toe getrokken, vanwege minder
opklaringen voor het warmtefront uit dan in de vorige run. Hierdoor
lijkt de kans op turbulentiestratus voor het warmtefront uit ook
afgenomen. Wel vormen de schampende frontale golfjes een aandachtspunt
voor het uiterste zuidoosten en zuiden, in combinatie met wat stuw. Een
vergelijking van ThetaW850 in de verschillende modellen laat zien dat er
nog tamelijk veel onzekerheid zit in de timing en positie van deze
subtiele golfjes. Bij de warmtefronten van vrijdag zien we in alle
modellen wel een St-signaal; de St lijkt ook in de warme sector nog wat
te kunnen worden gevormd door kustconvergentie, zie ook de
windvaantjes.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Windkracht 7 in de kustdistricten, wat verder naar het noordoosten 8
Bft. De wind neemt in het noordoosten van de FIR de komende uren nog
tijdelijk toe. Op nadering van de rug dan een afnemende wind, begin
vanavond geen 6 Bft meer in de kustdistricten. Vrijdag in de warme
sector weer 6 Bft in de kustdistricten.

BEWOLKING:
Achter het koufront de komende uren vooral in het noordoosten van de FIR
nog TCu, boven zee mogelijk nog CB met toppen rond FL100. Verder SC/CU.
Vrijdag boven land in de nacht waarschijnlijk te weinig afkoeling voor
de vorming van turbulentiestratus. Het uiterste zuidoosten maakt echter
wel kans op St op vrijdag in de nacht en ochtend, vanwege de nabijheid
van het golvende polaire front. De meeste St lijkt vrijdag (overdag) bij
de warmtefronten te zitten, met name boven zee (dauwpunten rond 15°C)
en daar waar kustconvergentie ook meewerkt.

NEERSLAG:
Eerst nog een enkele bui, vooral in het noorden en oosten van de FIR.
Daarna wordt de bewolking waarschijnlijk te dun en de toppen van de
(T)Cu niet voldoende koud voor neerslagvorming. Vrijdag in de nacht en
ochtend in het uiterste zuiden en zuidoosten kans op motregen bij het
golvende polaire front. Vrijdag bij de warmtefronten nauwelijks neerslag
(bewolking te dun), maar met name waar kustconvergentie optreedt is wat
lichte motregen niet helemaal uitgesloten.

ZICHT:
Goed zicht, de komende uren in een bui een kleine kans op matig zicht.
In de nacht naar vrijdag is landinwaarts nevelvorming mogelijk. Bij de
warmtefront kan het ook op zee wat nevelig worden, maar er blijft wel
vrij veel wind staan, zodat het vooral op St zal gaan. Verder evt. in
motregen op vrijdag matig zicht.

TEMPERATUUR:
TAFG-waarden kunnen prima aangehouden worden. Dat betekent vrijdagmiddag
in het zuidoosten lokaal 20°C.



Paraaf meteoroloog: haklande
Bron: KNMI