Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot woensdag 11 oktober 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op dinsdag 10 oktober 2017 om 19.16 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de zuidflank van een lagedrukgebied dat ten noorden van Schotland is
gesitueerd voert een westelijke stroming vochtige lucht aan. Een zwak,
golvend koufront ligt momenteel nabij de noordkust. Wegens golfvorming
nabij Ierland zal het front morgenochtend noordwaarts bewegen waardoor
het aandachtsgebied dieper in de warme sector terecht zal komen. Dieper
in de warme sector kan als gevolg van subsidentie de lucht in de loop
van de dag wat droger worden. Een (van oorsprong dubbel) koufront nadert
woensdagavond vanuit het westen en passeert in de nacht naar donderdag
ons land, direct gevolgd door een hoogtetrog waarbij de koudste
bovenlucht zich boven het noorden van de FIR bevindt. Donderdag overdag
bereikt een rug van hogedruk ons land.

MODELBEOORDELING:
De frontale zone is met moeite terug te vinden in de onderste niveaus.
Vochtvelden en thetaw850 en 925 geven enige indicatie. Modellen laten
slechts kleine verschillen zien m.b.t. neerslag en bewolking: Hirlam
laat, ten opzichte van de vorige run, een duidelijker St signaal zien
voor komende nacht. Andere modellen doen dit in mindere mate.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Windkracht 6 in de kustdistricten en mogelijk ook het IJsselmeergebied.
De gradient neemt geleidelijk toe waardoor morgen ook sprake is van 7
Bft op de zuidelijke Noordzee. Boven het noorden en westen van het land
in de warme sector morgenmiddag uitschieters van 25-30 kn. Nabij het
koufront kan volgens enkele modellen in het uiterste noordwesten lokaal
41 kn gehaald kunnen worden. Na passage van het koufront neemt de
drukgradient af wegens het langzaam naderbij komen van de rug van
hogedruk.

BEWOLKING:
In de warme sector en nabij het front lokaal St en lage Sc. Nabij het
front is er tevens een enkele (ingebedde) TCU mogelijk (toppen max
FL100). Morgen neemt de kans op lage bewolking af wegens enige
subsidentie en het feit dat ons land dieper in de warme sector komt te
liggen. Bij en achter het koufront van donderdagnacht enkele (ingebedde)
CB's met toppen FL100-150, in het noorden van de FIR, daar waar de
bovenlucht het koudst is, FL150-200.

NEERSLAG:
Lokaal lichte (mot)regen, de kans daarop is het grootst nabij het
golvende front. Het grootste deel van de neerslag wordt door
coalescentie veroorzaakt. Daarbij is de neerslag soms wat convectief van
karakter (TCu), met name nabij het zwakke golvende front. Bij het
koufront (donderdagnacht) buiige regen en daarachter vooral in het
noorden van het land en het noordelijke FIR gedeelte enkele buien. De
buienkans neemt daarna snel af wegens de naderende rug van hogedruk.

ZICHT:
Meest goede zichten, wegens het feit dat de neerslag grotendeels wordt
gevormd door coalescentie (kleine druppels) kunnen de zichten in
neerslag matig, lokaal soms slecht zijn.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI